HET LAATSTE NIEUWS

April 2005


22-04-04

Oude necropolis ontdekt in Egypte



Archeologen zeggen de oudste dodenstad tot nu toe te hebben gevonden uit het vroegste tijdperk van het oude Egypte, ruim 5000 jaar geleden. Dat meldde de BBC donderdag.
Een team van Amerikanen en Egyptenaren ontdekte de begraafplaats in de regio Kom al-Ahmar, ongeveer 600 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Caïro. In de graftomben vonden de archeologen een uit vuursteen gehouwen koeienhoofd en de resten van zeven mensen. Zij vermoeden dat vier van hen levend zijn begraven als menselijke offers.
Volgens de Egyptische toparcheoloog Zahi Hawass voegt de ontdekking veel toe aan de kennis over de weinig bekende pre-dynastieke periode, toen Egypte een land begon te worden. Het complex bevat enkele van de vroegste voorbeelden van mummificatie die er in Egypte zijn gevonden
 

 

21-04-05

Gletsjers Zuidpool smelten sneller



In het Zuidpoolgebied smelten de gletsjers door de opwarming van de aarde sneller dan gedacht.Dat meldt hetwetenschappelijke blad Science.Volgens een Brits-Amerikaans onderzoek zijn de gletsjers in de afgelopen vijf jaar gemiddeld 50 meter per jaar gekrompen. Van de 244 onderzochte gletsjers werd 87% kleiner.De Sjögren-gletsjer kromp sinds 1993 zelfs 13 kilometer.Bij 32 gletsjers werd juist vastgesteld dat ze
iets zijn gegroeid. Het smelten van de ijskap leidt tot eenhogere zeespiegel.Op termijn heeft dat zeer ingrijpende gevolgen voor laag gelegen landen,zoals Nederland.


 

20-04-05

"Het allerprilste universum was vloeibaar"



Onmiddellijk na de Oerknal gedroeg het heelal zich als een vloeistof, zo heeft de universiteit van Kopenhagen dinsdag bekendgemaakt.Ze steunt daarbij op onderzoek met een deeljesversneller en zet meteen de meest gangbare theorie op zijn kop.

Deense onderzoekers lieten tussen 2000 en 2003 in de RHIC deeltjesversneller van het Brookhaven National Laboratory in het Amerikaanse Long Island herhaaldelijk goudatomen zo hevig met elkaar in botsing komen dat hun energie kort 1000 miljard graden celsius bedroeg. De deeltjesverneller werkte aldus als een soort teletijdmachine want daarmee werden de omstandigheden nagebootst minder dan een honderd miljoenste seconde na de Big Bang.

Alles was toen zo heet dat de mengeling van de meest fundamentele bouwstenen, quarks en gluonen, vermoedelijk een vloeibare fase doormaakte alvorens te condenseren tot atoomkerndeeltjes. "Wij vonden voor het eerst duidelijke aanwijzingen dat quarks en gluonen zich als een vloeistof gedroegen", aldus professor Jens Gaardhje van de Universiteit van Kopenhagen.

Het gaat zelfs om de bijna perfecte vloeistof, voegde Sam Aronson van het labo daaraan toe in Amerikaanse media. Waarmee niet een glas fijne champagne wordt bedoeld maar een vloeistof met zo goed als geen viscositeit of interne wrijving. In dit geval is de totnogtoe laagst mogelijke viscositeit bereikt, beklemtoont Peter Steinberg van Brookhaven.

Totnogtoe was men ervan uit gegaan dat de fundamentele bouwstenen van de materie alleen een (heet) gas hadden gevormd. De vondst heeft ook andere implicaties voor de kosmologische theorievorming.

Onlangs opperden sommigen immers dat materiaal dat door zwarte gaten wordt opgeslokt ook een extreem lage viscositeit zou hebben. Wat tot de hypothese leidde dat er een nauwer verband kan zijn tussen wat er in een zwart gat gebeurt en wat er zich afspeelt wanneer atomen van goud op elk elkaar knallen in de RHIC. Voor natuurkundigen is elke mogelijkheid om parallellen te trekken tussen beide fenomenen een kans om in de buurt te komen van de heilige graal in dit onderzoeksgebied, de door Albert Einstein nooit gevonden maar verwoed theoretisch nagestreefde unificatie van de natuurkrachten.

 

18-04-05

Britse vrees voor enorme asteroïde


 

LONDEN - Britse wetenschappers maken zich zorgen over een enorme asteroïde die in 2029 rakelings langs de aarde zal scheren. Zij vrezen dat de zwaartekracht van onze planeet de baan van het object dusdanig kan veranderen, dat het later alsnog in botsing komt met de aarde. Dat berichtte het dagblad The Times maandag.

De asteroïde, met de naam 2004 MN4, passeert de aarde in 2029 op een afstand tussen de 15.000 en 25.000 kilometer. Dat is ongeveer eentiende van de afstand tussen de aarde en de maan. Voor astronomische begrippen is dat een bijna-botsing. Het object kan met het blote oog worden waargenomen.

Hoewel astronomen er zeker van zijn dat de asteroïde ons in eerste instantie zal missen, vrezen zij het effect dat de aantrekkingskracht van de aarde zal hebben. In het ergste geval keert de asteroïde tussen 2034 en 2036 terug en raakt hij de aarde dan wel.



 

11-04-05

Nieuw type sterrenstelsel gevonden



Een door Britten geleid internationaal team van astronomen heeft in een naburig sterrenstelsel een heel nieuw type van sterrencluster ontdekt, zo heeft de Royal Astronomical Society zondag bekendgemaakt.

De nieuw gevonden clusters omvatten honderdduizenden sterren, evenzoveel als de zogenaamde globulaire sterrenclusters die al langer aan astronomen bekend zijn.

Het verschil is dat het nieuw ontdekte type veel groter - een diameter van verscheidene honderden lichtjaar - en honderden keren minder dicht is. De afstanden tussen de sterren zijn daarom groter.

De nieuwe sterrenconfiguratie werd ontdekt tijdens een uitgebreide en zeer nauwgezette waarneming van de buur van onze Melkweg, de Andromeda, die minder romantisch bekendstaat als M31.

Het is volgens Avon Huxer van de Universiteit van Hertfordshire een mysterie hoe de nieuw gevonden objecten zijn ontstaan en waarom er geen gelijkaardige sterrenstelsels in onze Melkweg zijn. Wel is duidelijk dat de nieuw ontdekte al van hoge leeftijd zijn, miljarden jaren oud. Mogelijk zijn het de eerste objecten die zich in het universum hebben gevormd.

 

 

06-04-05

NASA onderzoekt Mexicaanse meertjes



De NASA hoopt aanwijzingen voor het bestaan van buitenaards leven te vinden door een verzameling meertjes in Mexico nader onder de loep te nemen.
Het gaat om een merengebied bij de plaats Cuatro Cienegas (vier moerassen) in de Chihuahua-woestijn die volgens de wetenschappers altijd al een 'on-aardse' uitstraling heeft gehad. Het gebied bestaat uit in totaal 170 kleine meertjes met kobaltkleurig water, en vormt de thuishaven voor veel zeldzame en unieke vis-, slak- en schildpadsoorten.
Het gebied is ontstaan toen de zee zich er 100 miljoen jaar geleden uit terugtrok. In deze unieke omgeving zijn alleen de kleine plassen overgebleven, en daarin is nog een glimp op te vangen van oeroude levensvormen. Volgens de NASA zou het best eens zo kunnen zijn dat het leven op een andere planeet er ook zo uitziet.
De onderzoekers van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie zijn voornamelijk geïnteresseerd in de klompen verkalkte bacteriën die zich in de verschillende meren bevinden. Deze primitieve levensvormen zouden belangrijke informatie kunnen leveren voor het onderzoek naar eventueel leven op andere planeten.

De wetenschappers zijn begonnen met het bestuderen van de zogenoemde 'stromateolieten': algenmatten op de bodem, die uit dunne lagen kalksteen bestaan en modder en slib vasthouden. Stromatolieten komen nog maar op enkele plaatsen op aarde voor. De exemplaren in Mexico zijn zeer oud. De omstandigheden binnen deze levensvormen zijn vergelijkbaar met de atmosfeer op aarde zoals die meer dan 2 miljard jaar voor de evolutie van de dinosaurussen zou zijn geweest.
Door de bacteriën die zich in de stromatolieten bevinden grondig te bestuderen, hoopt de NASA te kunnen achterhalen onder welke atmosferische omstandigheden het eerste leven op aarde is ontstaan. Deze kennis kan vervolgens worden gebruikt om te bepalen of andere planeten de juiste atmosfeer bevatten om levende organismen te kunnen ondersteunen.
Volgens Brad Beboud, een van de onderzoekers van het NASA Ames Research Center, is dit mogelijk het beste voorbeeld van waar we naar moeten zoeken op andere planeten. "Het grootste deel van de tijd dat er leven was op aarde, heeft het er zo uitgezien. De planten en dieren die wij nu om ons heen hebben, geven daar geen enkele indicatie meer van."

De NASA vermoedt dat de specifieke bacteriën die ze momenteel onderzoekt mogelijk ook op andere planeten aan de basis staan van verder geëvolueerde levensvormen als planten en dieren. Met behulp van computermodellen en - in een later stadium - zeer krachtige telescopen, gaan de wetenschappers zoeken naar tekenen van leven op ver weg gelegen planeten.
Volgens de ruimtevaartorganisatie is het helemaal niet uitgesloten dat er zich veel meer levensvormen in het universum bevinden dan we denken. De NASA denkt dan in de eerste plaats aan levensvormen in het microbiologische stadium. Voor de planeten die te ver weg liggen om met een ruimtesonde te bezoeken, zet de organisatie telescopen in.
Hoewel de ruimtetelescopen op dit moment nog niet geavanceerd genoeg zijn om het te kunnen bewijzen, raken steeds meer wetenschappers ervan overtuigd dat het zeer goed mogelijk is dat verweg gelegen sterrenstelsels levensvatbare planeten bevatten. Niet alleen NASA-wetenschappers, maar astronomen over de hele wereld noemen het bestaan van andere 'aardse' planeten een mogelijkheid.

Op Britse National Astronomy Meeting presenteerden Britse astrologen van het Open University team dinsdag hun theorieën over het mogelijke aantal aardse planeten in het universum. Ze denken dat grofweg de helft van alle systemen buiten ons zonnestelsel dergelijke planeten bevat. De schattingen zijn gebaseerd op wat wij nu weten over de atmosferische vereisten voor leven: niet te warm, niet te koud en aanwezigheid van voldoende vloeibaar water.
 

 

01-04-05

Wetenschapper voorspelt zware vulkaanuitbarsting



Na twee rampzalige aardbevingen staat Sumatra mogelijk een nieuwe ramp te wachten: een extreem zware uitbarsting van de vulkaan Toba.
Die voorspelling is afkomstig van de Australische expert Ray Cas van de Monash universiteit in Australië.
De vulkaan Toba op Sumatra behoort volgens Cas tot de zogeheten ‘supervulkanen’, een groep van zeer grote vulkanen die in staat zijn tot uitbarstingen waarvan de gevolgen over heel de wereld merkbaar zijn. Ze zijn te vinden in Nieuw-Zeeland, Zuid-Amerika, de VS, Indonesië en bij Napels. Van deze groep is de vulkaan Toba de grootste.
Het ruim 1700 vierkante km grote kratermeer van deze vulkaan, Lake Toba, is het grootste kratermeer ter wereld en tevens het grootste meer van van Zuid-Oost Azië (zie satellietfoto boven). De vulkaan ligt precies op de zogheten Sumatra-breuklijn, die over de lengte van het hele eiland loopt. Een eruptie op deze lokatie kan volgens de vulkanoloog een allesverwoestende uitbarsting tot gevolg hebben met wereldwijde gevolgen.

De recente aardbevingen op 26 decmber en 28 maart voor de kust van Sumatra hebben de seismologische druk op de breuklijn verhoogd waardoor de kans op een eruptie van de vulkaan Toba is toegenomen, aldus Cas.
Wanneer zo’n extreme uitbarsting zal plaatsvinden, kan de wetenschapper echter niet aangeven. “De supervulkaan zal zeker tot uitbarsting komen. Dat kan binnenkort zijn, over vijftig jaar of over duizend jaar. Het is slechts een kwestie van tijd. Vroeg of laat zal het gebeuren.”
Naast Toba vreest de wetenschapper ook een eruptie van de vulkaan Taupo in Nieuw-Zeeland. “Die vulkaan komt elke 2000 jaar tot een zware eruptie en de laatste keer dat dat gebeurde, was ongeveer 2000 jaar geleden.”
Mocht de vulkaan Toba tot een uitbarsting komen, dan kan dat desastreuse gevolgen hebben, zoals de uitbarsting van de vulkaan die 74.000 jaar gelden plaatsvond. Die eruptie, de zwaarste op aarde van de afgelopen 2 miljoen jaar, heeft volgens Cas het hele mondiale klimaat beïnvloed.
“Die uitbarsting bracht circa duizend kubieke meter as en stof in de atmosfeer. Het gros bestond uit fijne asdeeltjes die de zonnestraling blokkeerde waardoor de wereld werd teruggeworpen in een ijstijd.”
Eerder dit jaar kwam een werkgroep van de Geological Society of London ook al tot de conclusie dat uitbarstingen van supervulkanen een grotere bedreiging voor de mensheid vormen dan komeetinslagen. Volgens de Britse wetenschappers zijn de gevolgen van een 'supereruptie' te vergelijken met die van de inslag van een asteroïde met een diameter van 1 kilometer.
De kans op zo'n allesverwoestende uitbarsting is echter vijf tot tien keer zo groot als die op de inslag van een asteroïde van die omvang.

De Britse onderzoekers pleiten net als Ray Cas voor een strikere monitoring van potentieel gevaarlijke supervulkanen. “Het probleem is dat veel potentieel gevaarlijke supervulkanen onvoldoende in de gaten worden gehouden. Het seismologische toezicht moet aangescherpt worden. Die les hebben we wel geleerd na de rampzalige tsunami op 26 december”, aldus Ray Cas.
 

 

 

Vorige