Levensbeschouwing. Opdrachten voor in je snelhechter.

 

Opdracht 2:

A.  Vertel een positieve en een negatieve bestaanservaring van jezelf.

B.  Noem bij elke bestaanservaring de levensvragen die ze bij je opriep.

 

 

Toelichting:

A.   Vertel de bestaanservaring zo dat het voor een lezer duidelijk is wat je precies meemaakte en wat precies veel indruk op jou maakte en waarom. Kortom: vertel het gerust uitgebreid, waar het gebeurde en wanneer en in welke omstandigheden. Probeer het duidelijk en prettig leesbaar te vertellen!

B.    Soms zal er een levensvraag zijn die voor jou bovenkomt, soms kunnen het ook talrijke levensvragen zijn. Probeer je lijstje volledig te maken! Al de levensvragen die voor jou speelden!

 

 

In het boek (Standpunt, deel 1) wordt op blz. 12 en 13 uitgelegd wat een bestaanservaring is.

Een bestaanservaring = Iets wat je meemaakt, dat veel indruk op je maakt en dat levensvragen bij je oproept.

 

Als je HIER klikt vind je een blad, dat je kunt  gebruiken als je opdracht 2 wilt uitwerken. Maar als je de uitwerking van opdracht 2 op je eigen manier vorm wilt geven, dan mag dat ook!