9. Jongens, eten!

 

Dit is geen volledige zin, maar spreektaal.

Maak er een volledige zin van:

Jullie moeten komen eten”.

 

Nu zie je duidelijker dat de bedoeling van de zin is een opdracht is of een bevel.

Dat is altijd een LU. Je wilt anderen overtuigen om iets te doen.

 

Andere voorbeelden van bevelen of opdrachten (altijd een LU):

“Ga hier maar even zitten”.

“Doe het licht aan”.

“Maak je huiswerk”.

“Gebruik een potlood om te schetsen”.

 

 

 

volgende zin

 

vorige zin