7. In het donker zijn er geen spoken.

 

Deze zin is wat dubbelzinnig.

 

In de eerste plaats is het een FU. De zin geeft informatie over wat er iets dat er niet is. “Er is hier niets om bang voor te zijn”. “(Als ze al bestaan…) spoken zijn hier niet”.

Voor wie niet in spoken gelooft, is het gemakkelijk aan te tonen: Kijk onder het bed, in de kast en achter de gordijnen….Niets! Maar is deze controle voor wie in spoken gelooft wel voldoende?

 

Het probleem achter deze zin is, dat er mensen zijn die – blijkbaar – in het bestaan van spoken geloven. Die mensen zijn ervan overtuigd dat spoken bestaan. Andere mensen, zoals ik, geloven niet in spoken. Hoewel het in deze zin niet in de eerste plaats gaat over de vraag of spoken bestaan, speelt dat wel op de achtergrond. Dan zijn zowel de zin: “Er zijn hier spoken”, als de zin “Er zijn hier geen spoken” eigenlijk een overtuiging. (en dus een LU)

 

Alles wat wij “weten” en “kennen” (en dus ook alle wetenschap) is gebaseerd op zo objectief mogelijke waarnemingen. Maar die waarnemingen doen we als mensen, met onze menselijke mogelijkheden. Wat we niet kunnen waarnemen, daarvan zeggen we dan: “Het bestaat niet”. (= LU)  Of er dingen bestaan die we niet kunnen waarnemen?…..dat is gewoon niet meer te controleren.

De kennis en wetenschap die wij hebben en die voor ons volkomen vanzelfsprekend is, is dus gebaseerd op een aantal uitgangspunten die op zich niet meer te controleren zijn. Als je het zo bekijkt is – uiteindelijk – wetenschap en techniek ook gebaseerd op een soort “geloof”. Namelijk dat we over wat we niet op een of andere manier (geobjectiveerd) kunnen waarnemen, ook geen controleerbare uitspraken kunnen doen.

 

volgende zin

 

vorige zin