5. Haar gezicht werd helemaal paars.

 

Deze zin is op het eerste gezicht een FU. Iemand geeft informatie door van wat hij waarneemt. En iemand anders die het ook ziet kan zeggen of het gezicht paars werd of een andere kleur.

 

Maar wat bedoelt degene die dit zegt precies? Is het de bedoeling om een kleur van een gezicht te beschrijven? Of was het de bedoeling om iets te zeggen over hoe deze persoon zich voelt. Geeft hij informatie die controleerbaar is (= een FU) of informatie over hoe hij deze persoon beleeft op dat moment (dan is het een PU)?

 

Om daar achter te komen zou ik het aan de persoon die deze informatie gaf moeten kunnen vragen….wat bedoel je nu precies?

 

In ieder geval geeft deze zin (wat onduidelijke) informatie. Ze bevat geen levensbeschouwing. Het is een – niet zo duidelijke – FU of PU. Het is geen LU.

 

volgende zin

 

vorige zin