Over Migraine

Dagboek uit Amerika

Ria Garos, migrainepatiënte en redactielid, hield voor Hoofdzaken een dagboek bij van haar reis naar Amerika. Hoe beperk je aanvallen als je in een vliegtuig zit? Welke invloed heeft jetlag? Hoe is het met 41 graden? Is Bird Eye iets tegen hoofdpijn? En waarom zijn er in Amerika wel Imigrantabletten met verschillende sterkten?

Zal ik wel?

In mei van dit jaar komt voor het eerst Amerika ter sprake. Mijn man Leo moet daar voor zijn werk heen. Omdat het in de vakantie is en de kinderen prima in staat zijn voor zich zelf te zorgen, kan ik mee. Toch aarzel ik. De reden: hoofdpijn. Ik denk er lang over na en besluit mee te gaan.

Donderdag 25 juli

We vertrekken donderdag 25 juli richting Texas. Ik weet dat het daar heel heet is en heb in overleg met de huisarts de zetpillen die ik normaal gebruik, gewisseld met capsules. Ik krijg daarbij tabletten om mijn maag te beschermen. De neuroloog had kort voor vertrek een blokkade in mijn schouders gespoten. Dat vermindert soms de hoofdpijn een week of twee. Met Imigran- tabletten en -injecties erbij voel ik mij tamelijk veilig.

Drie dagen voor vertrek heb ik mijn laatste aanval. We vliegen met zo'n immens groot toestel naar Houston. Het is mijn eerste lange vlucht en ik vind het spannend. De vlucht duurt bijna 10 uur. Na een paar uur vliegen slaat de vermoeidheid toe en sukkel ik in slaap. Als ik na een uurtje wakker word, voel ik een lichte hoofdpijn. Alert: waar zijn de toiletten, de spuugzakken, mijn medicijnen. Niet lang daarna komt het stadium van snel iets innemen om erger te voorkomen. De Imigran werkt wel, maar mijn maag blijft opstandig en de hapjes en drankjes moet ik voorbij laten gaan. Vlak voor Houston slik ik nog Indocid, omdat ik niet meer dan één Imigrantablet of -injectie per dag kan verdragen.

Op het vliegveld van Houston, waar we vier uur moesten wachten op een binnenlandse vlucht, moet ik alle zeilen bijzetten om rechtop te blijven. Het laatste stuk van Houston naar Killeen gaat eigenlijk een beetje aan mij voorbij. We komen er om zes uur 's avonds aan. Een lange reis, die ik naar gevoel redelijk volbracht heb. Ik ben wel blij als we in ons hotel zijn. Om negen uur lig ik in bed. Morgenochtend hebben we de eerste bijeenkomst op Ford Hood, met mensen van de Amerikaanse Luchtmacht. Mijn man moet deze weken op een militaire bases werken. Er moeten foto's gemaakt worden van de Apache-helikopters, aangekocht door de Nederlandse Luchtmacht.

Vrijdag

We kopen ijsboxen voor in de auto. Drinken is belangrijk. Bij een temperatuur tussen de 35 en 42 graden is het erg belangrijk uit de zon te blijven en veel te drinken. Zakken ijs zijn overal te koop. Makkelijk voor het koelkastje in de auto. Om 9.00 uur begint de vergadering. We maken kennis met de Amerikaanse majoor, die ons tijdens het verblijf zal begeleiden. Hij legt nog een keer uit wat de bedoeling is van deze missie. Aan de hand van kaarten van de terreinen in de omgeving zullen we komend weekend de omgeving verkennen. Hoewel ik af en toe wat medicijnen moet innemen om erge hoofdpijn te voorkomen, valt het mij mee dat ik na zo'n lange reis zo fit ben.

Zaterdag

Leo stelt voor eerst eten en drinken in de koelbox te doen, want Amerikaanse eindjes met de auto zijn veel verder als Nederlandse eindjes.
We komen op de Indianentrial, waar om de kilometer Historical Markers staan aangegeven. Braaf stoppen we bij elke marker. Het is de weg die de Indianen namen bij hun tocht door de woestijn. Leuk is bijvoorbeeld de heuvel waar de Commanches met dekens hun rooksignalen doorgaven. Minder leuk is de marker waar vol trots vermeld wordt wanneer de laatste Commanches neergesabeld zijn. We picknicken op een daarvoor langs de weg aangegeven plek. Het ziet er keurig uit. Eén stap op het gras en tientallen sprinkhanen van zeker 10 cm lang vliegen op. We schrikken er behoorlijk van. Rustig eten, vergeet het maar. De waarschuwing voor slangen maakt het verblijf er niet veel beter op en als we dan ook nog boven ons hoofd een zwarte weduwe ontdekken, hoef ik niet meer zo nodig.

Zondag

Wij rijden naar de Colorado rivier en door de prairie naar San Saba. Er heerst een zondagse stilte. San Saba heeft mooie huizen en gebouwen. Er is o.a. de grootste zaak voor cowboylaarzen van Texas gevestigd. We vinden nog verschillende lokaties die voldoen aan de eisen voor de foto's.
Het gaat nog steeds goed met mijn hoofd. Ik drink geen alcohol, wat soms wel ongezellig is en ik ga redelijk vroeg naar bed.

Maandag

We hebben om 9.00 uur een briefing op Ford Hood, in het hoofdgebouw van Cat-b. We zullen er nog vaak komen. Terwijl de afspraken worden gemaakt, bedenk ik, dat er niet zoveel Nederlanders rondlopen die dit meemaken en ik voel me bevoorrecht. Geen spoor van hoofdpijn.

Dinsdag

Vandaag is de shooting in de hangar. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot 41,5 graden Celsius. Ik heb tot nu toe niet echt veel last van de hitte gehad. Mijn hoofd is wel wiebelig, ik moet regelmatig wat innemen om het niet tot een aanval te laten komen.

Woensdag

Briefing voor de nachtvlucht van vanavond. De dag wordt besteedt aan diverse klusjes. 's Avonds foto's gemaakt van de vertrekkende Apaches. Hoofdpijnvrij.

Donderdag

Vandaag is er een shooting midden in de woestijn. We lunchen in officiersmess, op uitnodiging van de heli-piloten. En weer krijg ik het gevoel in een sprookje te lopen. We zakken tot onze enkels in het tapijt, komen in een restaurant dat zeker drie sterren verdient en eten heel gezellig met de zes Amerikanen. We raken in gesprek met een van hen. Hij heeft de Golf-oorlog achter de rug. Midden in de woestijn, waar de landmacht normaal oefent, ligt een plek waar de heli's over een heuvel met bomen kunnen aanvliegen. Een Amerikaanse kapitein wijst ons de weg. Hij rijdt in een jeep, wij in een busje, dat voorthobbelt. Er was ons al gezegd hoge schoenen aan te doen. Slangen en schorpioenen zijn hier geen zeldzaamheid. Ik ben dan ook heel voorzichtig bij het uitstappen en kijk heel goed waar ik loop. Waar je ook voorzichtig mee moet zijn, is de hitte. Drinken, drinken. Liters water is een must.

Vrijdag

We maken ons gereed voor de reis naar Phoenix die morgen begint. Volgens planning moeten we daar donderdagavond aankomen. Vrijdag is de eerste afspraak in de fabriek van de Apache-heli's, MacDonnell Douglas. We zullen o.a. door de Grand Canyon rijden.

Zaterdag

We zijn vertrokken. Texas uit rijden duurt al twee dagen en er is niet echt veel natuurschoon. Het idee dwars door de woestijn te rijden en werkelijk uren niets anders te zien dan ja-knikkers op de olievelden is op zichzelf natuurlijk ook spectaculair. We stoppen als we een markt zien. Het blijkt een Indianenmarkt te zijn, waar van alles en nog wat wordt verkocht. Prachtige zadels, tweedehands kleren, maar ook een hele wagen met medicijnen, o.a. bird eye en mountain snake herb. Misschien iets tegen hoofdpijn? We overnachten in Vega. Vlak voor het motel ontdekken we een bordje "Old route 66". De meesten van ons gezelschap zijn vijftigers. Route 66, herinneringen komen boven.

Zondag

Verder door de woestijn. Zo af en toe zien we een baby-tornado ontstaan. Gelukkig heb ik Jan de Bonts tornado-film Twister nog niet gezien. Nu kan ik rustig naar tornado's zitten kijken. Eéntje wordt behoorlijk groot en dat levert een paar goeie foto's op. Midden door de woestijn zien we opeens de Santa Fee Express rijden. Net een film. We overnachten in Santa Fee.

Maandag

De natuur in de buurt van Farnington wordt anders. Rotspartijen, uitgestrekte vlaktes, maanlandschappen wisselen elkaar af. Ik heb inmiddels gemerkt dat ik beter op een plaats in het midden van de achterbank kan zitten, dan aan een zijraam. Daar zoeft alles voorbij, wat niet het geval is als je recht voor je uit kijkt.

Dinsdag

We rijden richting Monument Valley. De natuur is hier schitterend. De temperatuur is hoog. Drinken voortdurend water. De airco in de auto is een verademing. We overnachten boven op een berg in de Valley of the Gods. De Inn waar we slapen heet dan ook zo en is helemaal van hout. We eten in het enige restaurant, de Mexican Hat, genoemd naar een rots die hier vlakbij staat. Het heeft inderdaad de vorm van een Mexicaanse hoed. Op het menu staat cowboy-food: een steak zo groot dat je er met z'n tweeën meer dan genoeg aan hebt, en bruine bonen.

Woensdag

's Nachts ben ik al een paar wakker geworden van de hoofdpijn. Ik hoop dat ik met Indocid kan voorkomen er ook mee op te staan. Dat lukt niet. Ontbijten kan ik niet en ook mijn rij-beurt moet ik overslaan. Ik ben behoorlijk boos. Net nu we in de mooiste streek rijden, kan ik nauwelijks mijn ogen openhouden en mijn maag is ook niet te vertrouwen. Ik neem een Imigran- en een Indocidtablet. Met behulp van handdoeken probeer ik zo comfortabel te hangen. Hier ben ik zo bang voor geweest. Ik voel me beroerd, verlang eigenlijk alleen maar naar een bed. Toch val ik in slaap en als ik wakker wordt, is het ergste voorbij. We zijn in Monument Valley en het is er schitterend. We stoppen vroeg in de middag, boeken een motel en rijden vandaar naar de Grand Canyon. Er zijn verschillende plaatsen waar we stoppen en het uitzicht is betoverend. Je valt van de ene verbazing in de andere. Jammer is het circus eromheen. Stil genieten is er niet bij.

Donderdag

Ik zit aan het stuur als we Phoenix binnenrijden. Ineens komen we op een rondweg van 12 banen. Iedereen rijdt op zijn eigen baan en de aangegeven snelheid wordt door bijna iedereen gehandhaafd. Het is een enorme stad en we zijn ruim een uur verder als we aan de kant van de stad komen waar ons hotel ligt. Hier zou je dan hoofdpijn van kunnen krijgen, maar nee hoor, niets aan de hand. Voor mij onbegrijpelijk. De komende dagen hou ik mij rustig. In het park van het hotel is een zwembad en per drie bungalows is er een yaqusi.

Zaterdag

Er worden inkopen gedaan in de Mall. We horen al wat geruchten in de winkels. Er is een grote stroomstoring. In zes staten -waaronder Arizona- is de stroom uitgevallen. Dat betekent geen airco. Dat betekent een ondraaglijke hitte. We verbazen ons over de discipline in het verkeer. Zonder stoplichten en zonder politie rijdt ieder op zijn beurt over de kruispunten. Ook in de bungalow blijkt de stroom uitgevallen te zijn. De ijsblokjes zijn al gesmolten. Gelukkig hebben we tegen de avond al weer stroom.

Zondag

We gaan richting Sequiero, een Nationaal Park waar duizenden cactussen staan. Hele hoge, en ronde. De laatste staan in bloei en je voelt je heel klein worden.

Maandag

We gaan terug naar Texas. Snel, want woensdag moeten we terug zijn in Ford Hood. We doen wel even Mexico aan. Bij El Paso gaan we over de voetgangersbrug de grens over. Met een uur zijn we al weer terug. Er heerst een gespannen sfeertje en ik ben blij als we weer heelhuids in de auto zitten.

Woensdag

Na twee lange dagen komen we 's avonds aan in Killeen. Het grootste gevaar onderweg is: niet in slaap te vallen. Uren hebben we gereden zonder iemand tegen te komen. De chauffeurs wisselen elkaar vaker af. Ik ben blij als ik in mijn bed stap. Ik heb vandaag al het een en ander geslikt en ik hoop dat een nacht goed slapen een aanval voorkomt.

Maandag

De afgelopen dagen zijn gevuld geweest met de voorbereiding voor de air-to-air foto's. Wij vliegen in een Black Hawk-helikopter om daaruit de drie Apache heli's te fotograferen. Ik heb nog nooit heli gevlogen en verheug mij er mateloos op. 's Ochtends krijgen we in de heli de veiligheidsregels te horen. En dan is het zover. Ingesnoerd en met een head-set zit ik in een heli. Ik zie vanuit mijn ooghoeken de majoor enveloppen in de rugzak van een stoel stoppen, met de mededeling: in case that... We vertrekken.... met de deuren open. Het is even slikken als na het eerste stukje recht naar boven, bijna horizontaal een bocht wordt gedraaid. Ik heb echter alle vertrouwen in de bemanning en geniet. Ik herken de stukken beneden waar we eerder gereden hebben. De bruggen en de Colorado-rivier.
Af en toe landen we even voor overleg. We tanken midden in de woestijn. Er is een compleet tankstation, waar drie heli's tegelijk kunnen tanken. Bill, de eigenaar van het station, verwelkomt ons alsof we familie zijn die hij jaren niet heeft gezien en de hugs zijn weliswaar onverwacht maar heel vriendelijk bedoeld.
Omdat we op de terugtocht sneller vliegen gaan de deuren dicht. Het is heet en benauwd. Wat ben ik blij dat ik, als enige blijkt later, de enveloppen in de zak heb zien stoppen. Mijn maag gaat volledig om en er wordt prompt geland. Samen met de majoor deponeer ik het zakje midden in de woestijn en ofschoon ik mij niet echt lekker voel, heeft het toch wel iets. We stijgen weer op, de deuren blijven open en ik heb geen last meer.

Dinsdag

De eerste dag van de opname. Spannend. De fotorolletjes moeten heel snel in de cassettes gewikkeld worden, de gebruikte rolletjes er weer uit. Alles is secondewerk. We hebben met z'n tweeën de snelheid geoefend. Ik zal ook video-opnames maken. Ik zit deze keer dwars in de heli voor een open raam, in case that... Ik heb nu zelf ook zakjes meegenomen, maar voel me prima. Nog geen kwartier later is alles anders. In tijd van nog geen vijf minuten heb ik van niets een migraine-aanval gekregen, die zijn weerga niet kent. Doodziek ben ik, mijn maag keert zich om de vijf minuten om. Ik ben totaal uitgeschakeld. Gelukkig zit ik alleen en door de head-sets hoort niemand iets. Ik wil niet dat we stoppen. De opnamen zijn belangrijk en de mogelijkheden beperkt.

We landen toch. Dit keer zijn het vele zakje die de woestijn ingaan. Ik kan niet de moed opbrengen even te lopen. Het zijn twee heel lange uren. Beneden strompel ik de auto in. De weg naar het hotel lijkt tien keer zo lang. In het hotel grijp ik naar mijn injectiepen. Maar ik grijp mis. Nergens te vinden. Ik kan nog geen druppel water binnen houden, dus iets slikken kan ik wel vergeten. Er zit niets anders op dan de aanval gewoon uit te laten woeden. Tot vijf uur 's morgens blijft mijn maag zich omdraaien en bonkt mijn hoofd zo, dat het lijkt of er een heel squadron heli's in rondvliegt.

Woensdag

Acht uur 's morgens. Ik ben gebroken, maar het spugen is opgehouden en ik heb even geslapen. Het hele erge is over. Leo moet vandaag nog vliegen. Hij vindt het vervelend mij achter te laten. Na het werk gaat hij proberen hier een Imigranspuit te pakken te krijgen. Ik vind het niet erg alleen te zijn. Het bordje 'niet storen' waarborgt rust en dat is wat ik nodig heb. Tot een uur of drie dommel ik. Wanneer ik opsta, doet alles zeer, maar ik kan een paar crackers eten en daarna Indocid slikken. Het blijft erin en wanneer Leo tegen vijven terugkomt, ben ik zover opgeknapt dat ik meedurf naar de apotheek in een supermarkt. Imigran hebben ze niet. Hij roept de apotheker. Imigran wordt hier anders genoemd. Wanneer ik om de injectiepen vraag, komt hij met de oude set. De grote pen, wel van Glaxo. Mijn injecties passen niet in deze pen en ik krijg het ook niet op mijn Nederlandse recept. Ik moet dus eerst naar een dokter. We praten nog wat verder, o.a. over de prijs. Zijn de tabletten hier ook zo duur? Nou dat ligt er aan, hoeveel milligram je voorgeschreven krijgt. Verbaasd reageren wij, er is toch maar één tablet? Er blijken verschillende tabletten te zijn, vanaf 10 mg. Waarom niet in Nederland, firma Glaxo? Ook de prijs is lager. Ik besluit het er maar bij de laten. Morgen gaan we naar huis. Ik waag het er op. Ik heb nog twee tabletten.

Donderdag

Ik voel nog steeds al mijn spieren en doe het rustig aan met eten. Om twee uur 's middags vertrekt ons vliegtuig naar Houston. We hebben vanmorgen afscheid genomen van verschillende mensen. Met sommigen hebben we intensief gewerkt en afscheid nemen is nooit makkelijk. Er worden nog wat klompen en molens gegeven en dan is het voorbij.

Vrijdag

De vlucht terug gaat naar mijn idee sneller. De wachttijd op de diverse vliegvelden is korter en voor we het weten staan we op Schiphol. De kinderen staan ons op te wachten en ineens ben ik er weer. Ik ben weer moeder, moet weer aandacht delen en vind het prima. De jetlag is wel voelbaar, maar geeft geen echte problemen. Ik wist dat ik ook in Amerika hoofdpijn zou hebben. Ondanks de paar echte aanvallen hadden de goede dagen de overhand. Ik zou deze maand voor niets hebben willen missen.

Ria Garos

Terug naar Ervaringen

Terug naar de Migrainerubriek