Gemarineerde makreel met schorseneren in saté-saus

Voor 2 personen heeft u nodig:

2 schoongemaakte makrelen zonder kop
2 eetlepels citroensap
1 geraspt teentje knoflook
1 theelepel goela djawa of bruine basterdsuiker
½ theelepel sambal
1 eetlepel ketjap
¼ theelepel djahe (gemberpoeder)
600 gram schorseneren, vers of uit de diepvries
2 dl saté-saus

Spoel de makrelen af onder koud stromend water en dep de binnen- en buitenkant droog met keukenpapier. Prik met een scherp mesje aan beide kanten van de vissen een tiental gaatjes door het vel heen. Wrijf de vissen zowel aan de binnen- als de buitenkant in met citroensap. Laat de vissen zo een kwartiertje rusten. Maak intussen van de knoflook, goela djawa, sambal, ketjap en djahe een marinade. Wrijf de makrelen hiermee in, ook de binnenkant, giet eventueel overgebleven marinade over de vissen heen en laat ze zo een uurtje staan. Zo nu en dan even keren.
Leg de makrelen in een ingevette ovenschaal, giet er de marinade overheen en laat ze in een op 200°C voorverwarmde oven in een half uurtje gaar worden.

Kook intussen de schorseneren gaar en maak de saté-saus. Schep de gare schorseneren door de saté-saus. Leg de makrelen op een voorverwarmde schaal en giet er het restant van het braadvocht overheen.

Een verrassende combinatie die de moeite van het proberen meer dan waard is.

Terug naar Uit de keuken van Bistro Chez Joke

Terug naar Koken met Floor