Italië
Gebraden kip Ğalla Romanağ
Groente-panettone (brood)
Kalfslappen Ğalla finanzierağ
Kalfsschnitzels met salie en ham
Kippensoep met kaas (Stracciatella)
Milanese gehaktballen met boerentomaten-paprikasaus
Milanese risotto voor de smulpaap
Minestrone (Italiaanse groentesoep)
Ossobuco alla Milanese
Panna cotta met abrikozensaus
Risi e bisi (rijstsoep)
Risotto met scampi en vis uit Milaan
Spaghetti Ğmarinarağ
Venetiaanse kalfsleverschotel
Verse eierpasta

Gebraden kip Ğalla Romanağ

Voor 4 personen:
2 panklare kippetjes, elk 800 g - 2 liter heldere kippenbouillon (van tablet mag) - 150 g bloem - 2 eieren - zout - snufje gemberpoeder - snufje kruidnagelpoeder - 3/8 liter droge witte wijn - 50 g geraspte parmezaanse kaas - 1 liter olijfolie

De kippetjes van binnen en van buiten wassen en droogdeppen. Kippenbouillon aan de kook brengen, kippen erin leggen en bij matige temperatuur 30 minuten laten koken. Kippen uit de soep scheppen, laten uitlekken en een beetje afkoelen. Dan het vel er aftrekken en het vlees in zo groot mogelijke stukken van het karkas snijden en koud laten worden.
De bloem in een kom doen en de eieren en de kruiderijen erdoor kloppen. De witte wijn langzaam erbij gieten en nu alles met een garde tot een dun, glad deeg kloppen. Dit deeg 10 minuten laten rusten. Nu pas de Parmezaanse kaas erdoor roeren.
De olie in een frituurpan zo heet laten worden dat er op een pollepel die erin wordt gehouden, belletjes worden gevormd. Het kippenvlees in vingergrote stukken snijden. Steeds 5-7 stukjes door het deeg halen en dan in de olie in 4-5 minuten bruin en knapperig bakken. De stukjes kip op keukenpapier laten uitlekken en warm houden tot alle stukjes zijn gebakken.
Serveren: de gefrituurde kip in hoopjes op enkele blaadjes sla leggen en garneren met enkele partjes citroen en in olie gebakken toefjes peterselie.
Er kan een remouladesaus bij worden gegeven, een salade van 4 sinaasappels (in plakken gesneden) en een in ringen gesneden ui in een marinade van citroensap, olijfolie, peper en zout. Natuurlijk hoort hier ook vers witbrood bij en een koele rosé of een fruitige wijn.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Groente-panettone (brood)

Ingrediënten voor 1 panettovorm of 1 hoge pan van 1 1/2 liter inhoud:
20 g gist - 1 1/2 theelepel suiker - 3 eetlepels lauw water - mespunt saffraan - 1/8 liter lauwe melk - 1 eetlepel boter - 1 1/2 theelepel zout - 1 ei - 400 g tarwebloem - 50 g blanke amandelen - 100 g worteltjes - 100 g broccolistelen - 1/2 rode paprika
Voor de vorm: boter

Verkruimel de gist, roer de suiker en 3 eetlepels lauw water erdoor en laat het zetsel afgedekt 15 minuten op een warme plaats rijzen. Los de saffraan op in de melk, laat de boter erin smelten en meng het zout, het ei, de bloem, de amandelen en het zetsel erdoor. Kneed een soepel deeg van het mengsel.
Laat het gistdeeg afgedekt 40 minuten rijzen.
Maak de groenten schoon, was ze, blancheer ze 3 minuten, laat ze uitlekken en iets afkoelen. Snijd de groenten klein en kneed ze door het deeg.
Vet de vorm in met boter, vul hem met het deeg, kerf het kruisgewijs in en laat het nog eens 30 minuten afgedekt rijzen.
Verwarm de oven voor op 220° C.
Bak de panettone 45 minuten op de onderste richel in de oven. Schakel na 5 minuten de temperatuur terug naar 180° C.
Stort de panettone uit de vorm, laat hem op een taartrooster afkoelen en eet hem liefst vers, besmeerd met boter.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Kalfslappen Ğalla finanzierağ

De toevoeging Ğalla finanzierağ (of in 't Frans Ğà la financièreğ) aan een gerecht wil zeggen dat met de kosten van het gerecht geen rekening gehouden is. Een financier is immers een beheerder van geld, die daarmee zaken doet.
Gerechten Ğà la financièreğ behoeven niet altijd kostbaar te zijn, maar de gebruikte ingrediënten moeten wel uitstekend tot hun recht komen.

Voor 4 personen:
4 kalfslappen - 200 g champignons - 2 eetlepels citroensap - 150 g kalfsnieren - 2 eetlepels azijn - 50 g boter - 1/2 gesnipperde ui - 1 dl witte wijn - zout, peper uit de molen - 2 eetlepels fijngehakte peterselie - 50 g in vieren gesneden olijven - 50 g olie - 3 eetlepels rode vermout - 30 g bloem - 2 1/2 dl bouillon (van tablet mag)

Was de champignons goed, verwijder de steeltjes en snijd de champignons in plakken. Zet ze weg in koud water waar wat citroensap aan is toegevoegd. Maak de kalfsnier schoon. Verwijder het vet, de peesjes en eventueel ook het vlies. Snijd de kalfsnier in plakken, dompel deze even in kokend water waaraan op het laatste ogenblik enkele druppels azijn worden toegevoegd en snijd de plakken in kleine stukken. Giet de champignons af, laat ze goed uitlekken.
Maak de boter warm en fruit daarin de ui goudgeel. Voeg er dan de plakken kalfsnier aan toe en laat het geheel enkele minuten stoven op een zacht vuur. Schenk de witte wijn in de pan en laat de wijn inkoken tot deze bijna is verdampt. Doe er vervolgens de champignons, peper en zout bij. Laat dit mengsel gedurende 15 minuten sudderen. Voeg de peterselie en de olijven toe. Laat het geheel nog eens 5 minuten zacht koken. Neem de pan van de warmtebron. Dit mengsel wordt financière genoemd.
Verhit de olie in een pan met dikke bodem, laat de kalfslappen rondom snel dichtschroeien. Strooi dan zout en peper op het vlees. Draai het vuur lager en laat de kalfslappen ca. 15 minuten zacht braden. Neem de kalfslappen uit de pan. Leg het vlees op een voorverwarmde schaal en houd het warm.
Roer de bloem en de vermout door het braadvet tot een gladde saus is ontstaan. Schenk hier in gedeelten de bouillon bij en schep het champignon-uimengsel (de financière) erdoorheen.
Leg de kalfslappen op een verwarmde schotel en schep de financière eromheen. Dien het gerecht meteen op.
Serveer bij dit gerecht bijvoorbeeld een frisse salade en aardappelpuree.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Kalfsschnitzels met salie en ham

De beroemde Saltimbocca Ğalla Romanağ

Voor 4 personen:
8 kleine, even dik gesneden kalfsschnitzels - 8 verse salieblaadjes - 4 plakken Parmaham - 60 g boter - zout, witte peper - 4 eetlepels marsala of droge witte wijn

Was de salieblaadjes en dep ze droog. Klop de schnitzeltjes plat en beleg ze met een salieblaadje en een halve plak ham. Steek de ham met een houten prikker aan het vlees vast.
Verhit 50 g boter in de koekenpan en bak de schnitzels daarin op een hoge stand in 3-4 minuten bruin. Bestrooi zuinig met zout en witte peper. Leg de schnitzels op een voorverwarmde schaal er zorg ervoor dat de ham boven ligt. Dek de schaal af met alufolie en houd het geheel warm.
Maak de aanbaksels in de koekenpan los met 1 eetlepels warm water en de marsala. Doe er de rest van de boter bij. Breng alles onder voortdurend roeren aan de kook. Laat alles even opschuimen.
Giet de saus over de Saltimbocca. Dien op en geef er stokbrood en een frisse salade bij.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Kippensoep met kaas (Stracciatella)

Voor 4 personen:
800 ml kippenbouillon (van tablet mag) - 2 eieren - 2 eetlepels bloem - 4 eetlepels geraspte kaas (gruyère) - 2 eetlepels parmezaanse kaas - peper - 2 sneetjes brood - 2 eetlepels fijngehakte peterselie

Breng 600 ml van de bouillon aan de kook. Klop de eieren los en voeg de bloem, de kaas en de rest van de bouillon toe. Klop alles tot een glad papje. Giet al kloppend en in een klein straaltje de hete bouillon erbij. Doe dit mengsel terug in de pan en laat alles, al roerende, op een zeer zacht vuur tot net tegen de kook aankomen. Voeg peper naar smaak toe.
Snijd de korstjes van het brood en rooster de sneetjes. Snijd de sneetjes in blokjes en laat deze op de soep drijven. Bestrooi ze met de fijngehakte peterselie.

Tip: als u tijd hebt, kunt u zelf geurige kippenbouillon maken. Neem 350 g kippenbouten en zet dat op met 1 liter water, zout, peper, 1/2 uitje en een klein stukje foelie. Laat de bouillon ongeveer 1 uur trekken. Daarna laten afkoelen, het vlees eruit halen en van de botjes ontdoen. Mocht u deze bouillon te vet vinden, dan kunt u met een lepel het gestolde vet van de koude bouillon afscheppen.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Milanese gehaktballen met boerentomaten-paprikasaus

Voor 4 personen:
500 g gehakt half-om-half - 1 theelepel zout - mespunt peper - nootmuskaat - oregano, tijm, basilicum en andere kruiderij, naar smaak - 100 g gekookte aardappelen - 1 klein sjalotje - 2 grote tomaten - 1 rode paprika - 1/2 liter bouillon (van tablet mag) - 1 klein blikje tomatenpuree - 1 eetlepel aardappelzetmeel - 1 glas rode wijn - 1 teentje knoflook - 100 g boter - fijngehakte peterselie

Doe het gehakt in een kom en strooi er zout en peper overheen. Verder de kruiderij naar smaak: nootmuskaat, oregano, tijm, basilicum enz. Snuffel maar eens in uw kruidenrekje. Snipper het sjalotje en voeg dat eveneens toe. Prak tenslotte de gekookte aardappelen fijn en doe ze ook bij het gehakt. Goed kneden en er vervolgens 4 gelijke ballen van vormen.
Neem een braadpan en laat de boter bruin worden. Wentel de ballen er in rond, temper het vuur en plaats een deksel schuin. Braad de gehaktballen geheel gaar in ca. 30 minuten. Natuurlijk draait u ze af en toe om. Haal de gehaktballen uit de pan, leg ze op een warm bord en houd ze warm.
Verwijder bijna alle bakboter uit de braadpan. Maak de paprika schoon (zaadjes en zaadlijsten verwijderen) en snijd ze in grove stukken. Doe ze in de pan, sluit die en laat de paprika zo op laag vuur een minuut of 10 staan. In die tijd pelt u de tomaten: geef er aan de onderkant kruiselings 2 kerven in en leg de tomaten dan 1 minuut in kokend water. De velletjes laten zich nu gemakkelijk verwijderen. Snijd de tomaten in stukken.
Giet de bouillon nu bij de paprika en zet het vuur hoger. Terwijl de bouillon aan de kook raakt, lost u het aardappelzetmeel op in de rode wijn. Als de bouillon kookt, giet u de rode wijn er in, zodat de saus gaat binden. Voeg de tomatenpuree, het uitgeperst teentje knoflook er bij en op het laatst de stukken tomaat. Laat de saus nu nog op laag vuur 5 minuten zachtjes pruttelen.
Giet de saus in een schaal en leg de gehaktballen er in. Schep een eetlepel van de saus over elke gehaktbal. Garneer het gerecht met fijngehakte peterselie.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Milanese risotto voor de smulpaap

Eerst maken we de gewone Milanese risotto; daarna verwennen we de smulpapen!

Voor 4 personen:
75 g boter - 75 g rundermerg - 1 grote, in smalle ringen gesneden ui - 350 g kleefrijst - 3 eetlepels bruin van jus - 2 liter bouillon (van tablet mag) - flinke mespunt saffraan of kurkuma - 100 g gemalen parmezaanse kaas - 150 g in kleine blokjes gesneden boterhamworst - aroma, peper en zout

Maak 50 g boter warm en laat daarin het merg en de ui goudgeel fruiten. Doe de rijst in de pan en bak ze onder geregeld roeren even aan. Voeg de jus en enkele eetlepels bouillon toe. Breng de rest van de bouillon aan de kook en voeg deze bij kleine hoeveelheden onder goed roeren aan de rijst toe. Wacht steeds met bijschenken van bouillon tot de reeds toegevoegde portie door de rijst is opgenomen. Houd zowel de rijst als de bij te schenken bouillon aan de kook. Voeg als na 18-20 minuten alle bouillon is verbruikt en de rijst gaar is, de rest van de boter, de saffraan, kaas, worst toe, alsmede aroma, peper en zout naar smaak.
Dit gerecht is op de juiste wijze bereid als de rijstkorrels goed aan elkaar kleven en de rijst niet te compact is geworden, maar een soort pap heeft gevormd.
Dit gerecht kan ook z˘ gegeten worden, maar wij gaan verder voor de smulpapen:

Houd de Milanese risotto warm op een pan met bijna kokend water. Zet het volgende klaar:

200 g doperwten, vers of uit de diepvries - 200 g vette ham - 3 eetlepels olie - 1 middelgrote, zeer fijngesnipperde ui - aroma, peper uit de molen, zout - flinke mespunt suiker

Was de doperwten of laat ze ontdooien. Snijd het vette deel van de ham af, snijd het vet klein en de ham in smalle repen. Maak de olie warm, bak daarin het hamvet langzaam uit en fruit er de ui goudgeel in. Voeg de doperwten toe met 5 eetlepels warm water, aroma, peper, suiker en zout. Laat het water koken, leg het deksel op de pan en draai de warmtebron laag en laat de doperwten gaar smoren. Schep dan de reepjes ham door de erwten, proef deze en maak ze smakelijk.
Leg de warm gehouden risotto op een schotel of in een schaal en schep daar de erwten op.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Minestrone (Italiaanse groentesoep)

Hoofdgerecht voor 2 personen - Voorgerecht voor 4 personen

1 ui - 2 stengels bleekselderij - 3 eetlepels (olijf)olie - 75 g magere spekreepjes - 250 g gesneden soepgroenten - 1 blikje tomatenblokjes - 2 vlees- of kippenbouillontabletten - 75 g macaroni - 1 klein potje witte bonen - 1 eetlepel pesto (uit potje) - zout en peper - 75 g geraspte oude kaas

Pel en snipper de ui. Snijd de bleekselderij in smalle boogjes. Verhit de olie in een pan en bak de spekreepjes zachtjes uit. Voeg de ui, bleekselderij en soepgroenten toe en bak die ca. 3 minuten zachtjes mee. Voeg de tomatenblokjes met het sap, de bouillontabletten en 3/4 liter water toe en breng het geheel aan de kook. Roer de macaroni door de soep en laat hem ca. 15 minuten zachtjes koken, roer na 10 minuten de bonen erdoor. Roer de pesto door de soep en breng hem op smaak met zout en peper. Geef de kaas er apart bij.

Variaties: bak eerst 50 g in blokjes gesneden ontbijtspek in olie; voeg dan pas de groenten toe. Of, roer vlak voor het opdienen 2-3 eetlepels fijngehakte basilicumblaadjes door de soep.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Ossobuco alla Milanese

Voor 6-8 personen:
4 middelgrote wortels - 3 middelgrote uien - 3 teentjes knoflook - 4 stengels bleekselderij - 60 g boter - ca. 3 kg kalfsschenkel, in 6-8 plakken gezaagd - zout en versgemalen zwarte peper - bloem voor het bestuiven - 6 eetlepels olijfolie - 1/4 liter witte wijn - 1 kg rijpe tomaten - 30 g peterselie - ca. 5 dl vleesbouillon - 1/2 theelepel verse tijm - 1/2 theelepel oregano - 2 laurierblaadjes
gremolata: 30 g snijpeterselie - 5 teentjes knoflook - geraspte schil van 2 citroenen

Schil de wortels, pel de uien en de knoflook en hak alles fijn. Was de bleekselderij en hak hem fijn. Verhit de boter in een ruime ovenschaal op een laag vuur. Doe de groenten vervolgens in de gesmolten boter en roerbak tot alles goudbruin is. Bind iedere plak schenkel vast met keukengaren. Bestrooi met zout en peper en haal ze door wat bloem. Schud overtollig bloem af. Verhit de olijfolie in een koekenpan. Bak er de plakken schenkel op middelhoog vuur aan beide kanten goudbruin in. Schik de schenkel vervolgens op het bedje groenten in de ovenschaal. Warm de oven voor op 175° C. Doe de tomaten in wat kokend water en pel ze. Halveer de tomaten en verwijder de zaadjes. Snijd de tomaten in stukjes. Hak de peterselie met steeltjes en al grof. Giet 2 1/2 dl bouillon in de koekenpan met de ingekookte saus. Voeg dan de gehakte peterselie, tijm, oregano, laurierblaadjes en tomaten toe. Breng alles op smaak met zout en peper. Giet de tomatensaus over het vlees in de ovenschaal. Breng alles weer aan de kook. Leg het deksel op de schaal en zet die in de oven. Laat 2 tot 2 1/2 uur smoren tot het vlees gaar is. Giet er zonodig om de 30 minuten nog wat bouillon bij om alles vochtig te houden. Maak intussen de gremolata. Was de peterselie, slinger hem droog en hak hem fijn. Pel de knoflook en hak ze fijn. Meng de gehakte peterselie en knoflook met de geraspte citroenschil. Haal het vlees uit de ovenschaal, verwijder het keukengaren. Schik het vlees op een verwarmde dienschaal. Schep er wat groenten en saus over. Garneer met de gremolata.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Panna cotta met abrikozensaus

Voor 4 personen:
voor de panna cotta: 3/4 liter room - 1 vanillestokje - 75 g suiker - stukje schil van een onbespoten citroen - 5 blaadjes witte gelatine
voor de abrikozensaus: 250 g rijpe abrikozen - 5 cl rietsuikersiroop - 1 eetlepel limoensap - 2 cl abricot brandy - 1 cl cognac
bovendien: 4 vuurvaste vormpjes van 2 dl inhoud - 2 abrikozen - 4 chocoladeblaadjes ter garnering

Breng voor de panna cotta eerst in een pan de room met het in de lengte opengespleten vanillestokje, de suiker en het stukje citroenschil aan de kook. Laat de room vervolgens ca. 15 minuten zachtjes koken op een middelhoog vuur en roer daarbij regelmatig door. Neem de pan van het vuur, verwijder het vanillestokje en schraap er boven de pan het merg uit. Week de blaadjes gelatine in koud water, knijp ze vervolgens zorgvuldig uit en los de gelatine op in de nog warme room.
Spoel de vormpjes met koud water om, vul ze met de roomcrème en laat ze in 5-6 uur in de koelkast opstijven.
Blancheer de abrikozen voor de saus kort in kokend water, spoel ze onder de koude kraan en trek er de velletjes af. Halveer en ontpit de abrikozen vervolgens. Pureer het vruchtvlees met een staafmixer en wrijf het dan door een zeef. Breng de abrikozenpuree met de rietsuikersiroop, het limoensap, de brandy en de cognac aan de kook en laat ca. 5 minuten sudderen.
Blancheer de abrikozen voor de garnering, ontvel en halveer ze en verwijder de pitten. Neem de vormpjes met de panna cotta uit de koelkast, ga met een mes langs de randen, dompel ze even in heet water en stort de puddinkjes dan op dessertborden. Leg op ieder bord naast het puddinkje een gehalveerde abrikoos. Schenk er daarna wat van de abrikozensaus over, maar mors geen saus over de pudding. Garneer het geheel met een chocoladeblaadje en dien op.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Risi e bisi (rijstsoep)

Voor 4 personen:
1 kg verse doperwten of 1 blik of 450 g erwten uit de diepvries - 50 g boter - 1 grote, zeer fijngesnipperde ui - 100 g bacon of rauwe ham - 250 g in blokjes gesneden schouderham - 3 liter bouillon (van tablet mag) - 200 g zachtkokende rijst - 1/2 bosje zeer fijngehakte selderij - 5 eetlepels aardappelmeel - 6 eetlepels fijngehakte peterselie - aroma - peper uit de molen, zout - 6 eetlepels parmezaanse kaas

Dop de erwten en was ze. Laat de erwten uit blik uitlekken of diepvrieserwten ontdooien. Smelt de boter in de soeppan. Snijd de bacon in heel kleine stukken en bak ze langzaam uit in de hete boter; fruit de ui even mee. Voeg de verse doperwten of erwten uit de diepvries en een deel van de bouillon toe. Doe de blokjes ham en de rest van de bouillon in de pan. Voeg, als de bouillon kookt, de rijst toe met het selderijgroen of, als dat niet verkrijgbaar is, 2 fijngesneden stengels bleekselderij. Laat de rijst gaar, maar niet te zacht worden.
Maak het aardappelmeel aan met wat water en bind de soep met dit papje. Laat de soep nog even doorkoken en doe de erwten uit blik erbij. Roer de peterselie door de soep en voeg aroma, peper en zout naar smaak toe. Strooi de kaas in de soep of geef de kaas er apart bij.

Tip: deze rijstsoep wordt nog smakelijker wanneer het aardappelmeel vervangen wordt door puree van doperwten.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Risotto met scampi en vis uit Milaan

Een overheerlijk Italiaans rijstgerecht met scampi en visfilet dat te vergelijken is met de bekende Spaanse paella.

Voor 4 personen:
250 g snelkookrijst - 4 sliertsjalotten - 2-3 teentjes knoflook - 300 g visfilet (kabeljauw, schelvis) - 200 g gepelde scampi - 4 eetlepels olijf- of zonnebloemolie - 1 eetlepel boter - 1/2 liter kippen- of vleesbouillon (van tablet mag) - 2 dunne preien - 150 g kleine champignons - 2 tomaten - zout en versgemalen zwarte peper - 2-3 eetlepels tomatenpuree - bieslook - dille

Kook de rijst volgens de aanwijzingen op het pak en houd hem warm. Snijd het groen van elke sliertsjalot in 3 stukken van ca. 8 cm (het holle gedeelte). Leg ze apart. Snijd het wit in schuine stukjes. Pel de knoflook en pers de teentjes boven het sjalottenwit uit.
Verdeel de vis in stukjes, maar snijd ook enkele reepjes van 10 cm lang. Vul de 'holle' sliertsjalotten met deze reepjes en leg ze op een bord. Spoel de scampi onder koud water af en laat ze in een zeef uitlekken.
Verhit de olie en de boter in een braadpan met dikke bodem en bak het wit van de sliertsjalot met knoflook in 3 minuten op laag vuur zacht goudgeel. Bak de stukjes vis om en om tot ze verkleuren. Schep ze uit de pan en leg ze op een bord. Bak de met vis gevulde sjalottenpijpjes en de scampi ca. 2 minuten al omscheppend even mee. Neem ze dan uit de pan en leg ze bij de reeds gebakken vis.
Verwarm de bouillon apart en schenk deze in de braadpan. Breng hem langzaam en onder af en toe roeren aan de kook. Maak intussen de preien schoon en snijd lelijk blad en worteldeel eraf. Halveer de preien in de lengte en snijd ze in reepjes. Borstel de champignons af of maak ze met vochtig keukenpapier schoon. Snijd de champignons in dikke schijfjes of snijd de kleine middendoor. Voeg ze met de prei aan de bouillon toe. Was de tomaten en snijd ze ongeschild in partjes. Voeg ze eveneens toe. Breng het geheel op smaak met zout, peper en tomatenpuree. Voeg de rijst toe. Leg de gevulde groene sjalotten, de stukjes vis en de scampi op de rijst en dek de pan af. Laat in ca. 6 minuten op laag vuur door en door warm worden.
Doe de risotto over in een voorverwarmde schaal en bestrooi tot slot met fijngeknipt bieslook en garneer met wat dille.

Tip: als de rijst te vochtig blijft, kunt u de rijst zonder deksel ca. 3 minuten zachtjes stoven. Wordt de rijst echter te droog, dan bestaat er kans op aanbranden. Voeg in dat geval iets water of bouillon toe en schep alles voorzichtig om. Dek de pan af en laat nog even verder op laag vuur doorstoven.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Spaghetti Ğmarinarağ

Voor 2 personen:
150 g kabeljauw - 1 prei - 200 g spaghetti - 2 eetlepels olijfolie - 3 dl kant-en-klare tomatensaus - 1 theelepel Italiaanse keukenkruiden - 1/2 visbouillonblokje - 1/2 dl slagroom - 100 g schoongemaakte calamares (inktvis), in ringen of stukjes - 50 g gekookte mosselen - 50 g Noorse garnalen - peper en zout

Snijd de kabeljauw in stukjes. Snijd de prei in smalle ringen. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking. Afgieten en laten uitlekken.
Bak de preiringen in ca. 5 minuten zachtjes gaar in de olijfolie. Voeg de tomatensaus, de Italiaanse kruiden, het visbouillonblokje en de slagroom toe. Kook de saus 10 minuten op hoog vuur. Voeg de kabeljauw toe en laat deze op laag vuur in 3 minuten gaar worden. Voeg de calamares, de mosselen en de garnalen toe en warm alles goed door.
Meng de saus door de spaghetti en voeg peper en zout naar smaak toe.
Lekker met een gemengde salade.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Venetiaanse kalfsleverschotel

Voor 4 personen:
400 g in dunne plakken gesneden kalfslever - bloem - 40 g boter - 2 grote, in dunne plakken gesneden uien - 300-400 g mie - 1 struik bleekselderij - aroma, peper en zout - 1 bosje zeer fijngehakte peterselie

Was de lever en wentel ze even door de bloem. Laat de boter smelten en fruit daarin de uien, onder geregeld omscheppen, glazig. Leg dan de lever in de pan, laat de lever aan de ene zijde 4 minuten zeer langzaam bruin worden; draai de plakken dan om en laat de andere zijde 3 minuten bakken. Draai dan de warmtebron uit.
Maak intussen de mie gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd het wortelgedeelte en de bladeren van de bleekselderij. Snijd de selderij in smalle repen, kook deze met weinig water en zout bijna gaar.
Bestrooi de lever (die niet langer dan 8 minuten moet worden verwarmd) met peper en zout. Neem de ui uit de pan met de lever en schep de ui en de peterselie door de gekookte mie. Breng de mie over in een schaal, leg de plakken lever daarop of geef de lever er apart bij.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


verse eierpasta

Voor 6 personen:
500 g bloem - 6 eieren - 1 theelepel olie - 1 mespuntje zout

Meng de bloem met het zout en maak een bergje op uw werkblad. Maak een kuiltje in de bloem en breek daar de eieren in. Voeg de olie en 1 eetlepel lauw water toe. Kneed het deeg met de hand, eerst alleen met de vingers en naarmate het deeg steviger wordt met de gehele hand totdat het deeg elastisch is. Maak van het deeg een bal, leg de bal in een kom en dek af met een in vieren gevouwen doek. Laat 1 uur rusten op het aanrecht.
Rol het deeg met de deegroller op een met bloem bestoven werkblad uit. Strooi wat bloem op de bovenkant van het uitgerolde deeg en rol de lap deeg vervolgens voorzichtig met beide handen op zonder het teveel aan te drukken. Snijd deze rol in reepjes van ongeveer 5 mm. Rol de reepjes uit - u heeft nu tagliatelle gemaakt - en laat ze drogen op een doek of hangend over een met bloem bestoven bezemsteel die u op de rugleuningen van twee stoelen laat rusten in afwachting van het koken.

Met dit deeg kunt u ook cannelloni, ravioli of nog andere vormen van pasta maken, geheel volgens uw eigen fantasie. Om lasagne te maken snijdt u rechthoekige lappen uit het deeg in het formaat van uw ovenschaal.
Gekleurde pasta maakt u op dezelfde manier, maar u dient er gesneden, gekookte groente aan toe te voegen (spinazie voor groene pasta, tomaten voor rode pasta).
Er bestaat ook een recept voor verse pasta met kaas: reken 250 g geraspte parmezaanse kaas en 250 g bloem voor 5 eieren en ga vervolgens te werk zoals hierboven beschreven is.

Terug naar de bovenkant van deze pagina


Terug naar Koken met Floor