Maria Pieternella Begars, geboren te Middelburg op 4 augustus 1829, overleden te Vlissingen op 8 augustus 1857, natuurlijke dochter van Onbekend en Maria Pieternella Begars.
Zij is getrouwd op 23 mei 1855 met
Johannes Louwerse, geboren te Middelburg op 9 juni 1833, overleden aldaar op 13 maart 1872, zoon van Johannes Louwerse en Leuntje Marijs.
De overleveringen schetsen Christiaan de Vlieger af als een wat minder vrolijk man ; misschien hebben de omstandigheden van die tijd hem wel zo gemaakt. Op 37-jarige leeftijd komt zijn vrouw in het kraambed te overlijden ; het kind, een dochtertje wordt dood geboren. De oudste dochter, Betsie (Elisabeth Cornelia , mijn grootmoeder ) moet nu eigenlijk voor het hele gezin zorgen.
Het was bovendien hard werken geblazen ; vader Christiaan werkte destijds als timmerman bij de bouw van het Badhotel te Domburg .s'Maandags voor dag en dauw ging hij dan lopend naar Domburg naar zijn werk tot woensdagavonds . Hij kwam dan weer lopend terug om te kunnen repeteren met de muziekvereeniging en ging dan de volgende ochtend weer opnieuw op pad tot zaterdagmiddag.De kinderen en vooral Betsie konden niet met hun vader's tweede vrouw opschieten .Betsie verliet na enige tijd het huis en ging toen met nog een zuster en twee broers samenwonen op een bovenverdieping aan de Beddewijkstraat. Betsie kon toen zelf al de kost verdienen door voor een paar families in Middelburg (o.a. de familie Boasson) te naaien en te verstellen.
Uiteindelijk zijn de zusters Betsie en Leentje getrouwd met twee broers , n.l. Jan en Frans van de Putte . Vader Christiaan is tenslotte met zijn zoon Christiaan (ook timmerman) naar Den Haag vertrokken.