Het Geslacht Goethals

De Historie

De naam Goethals komt in Nederland maar betrekkelijk weinig voor , terwijl in België daarentegen zij net zo gewoon is als hier bijv. de naam Jansen. Van het geslacht Goethals bestaat een bewezen en gedocumenteerde genealogie vanaf ca. 880 tot heden . Het betreft hier dan wel de "elitaire " tak ,waarin voorkwamen : ridders , overheidsdienaren , kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders , alsmede Graven en Baronnen . Naast deze tak zijn er talloze eenvoudige nazaten wier stamboom moeilijker is te achterhalen .

Om bij de oorsprong van het geslacht Goethals te komen , moeten we teruggaan tot de 9e eeuw . In deze tijd leefde er te Rome een zekere Honorius , senator onder het bewind van Paus Jean VIII ( 872 - 882 ) . Naast het senatorschap was hij hoofdman van een " cohorte " (= een tiende deel van een Romeins legioen ) ; de pausen van toen hadden n.l. een aanzienlijke wereldlijke macht en zelfs eigen legers .
In het jaar 880 deden de Saracenen een inval in Apulië en Honorius kreeg opdracht deze invasie te bestrijden . Bij een van de hierop volgende gevechten probeerde een van de aanvallers hem door middel van een zwaardslag het hoofd af te slaan ; deze aanval mislukte echter omdat Honorius onder zijn maliënkolder een ijzeren halsband had omgedaan waarop het zwaard afketste . Sindsdien kreeg hij de bijnaam Bonni Colli ( = goede hals ) wat al gauw werd tot de officiële achternaam Bonnicolli .

De Bonnicolli’s waren ridders die , wanneer zij niet in een of andere strijd verwikkeld waren , zich o.a. bezighielden met het deelnemen aan toernooien. Zo werd de kleinzoon van Honorius , Pietro Bonnicolli , zie stamboom , in het jaar 957 tijdens een steekspel te Milaan tot ridder geslagen . Hij valt op bij Graaf Arnoud de Jonge van Vlaanderen , die op dat moment in Italië vertoefde om er te huwen met Princes Roselle de Bérenger .
In 965 vertrekt Pietro Bonnicolli met nog 6 andere ridders naar Vlaanderen om aldaar in het hof van Graaf Arnoud opgenomen te worden . Als beloning voor zijn prestaties in de veldslagen van de Hainaut ( 973 - 977 ) krijgt hij van de graaf een stuk grond met landhuis , genaamd " De Mude " , bij Gent en mag hij de titel " Seigneur de Mude " gaan voeren . Vier generaties later ( zie stamboom ) werd de naam Bonnicolli vertaald in het Vlaams en komen we bij de eerste Goethals , n.l. Gerem I Goethals de Mude . ( 1078 - 1158 ).
Deze Gerem I wordt zelfs kruisridder . In 1096 verkoopt hij een stuk grond van " De Mude " aan Graaf Robert I van Vlaanderen om zijn kruistocht naar het Heilige Land te kunnen bekostigen . In 1099 staat hij voor de poorten van Jerusalem .

Uit deze tijd stamt ook het officiële wapen van de familie Goethals : drie gouden bustes ( van maagden ! ) op een rood veld .
Zie voor een beschrijving hiervan Het Familiewapen Goethals

In 1158 overleed Gerem I en werd bijgezet in het familiegraf in de kapel van de Heilige Languide in de Eglise des Récollets te Doornik .
Het geslacht had zich inmiddels voortgezet en produceerde onder meer : " dappere en onverschrokken krygshelden ; agtbare geestelyken ; eervolle magistraten , onderscheijden door hunne betrouwheyt en gehoorsaamheyt aen de Graven van Vlaanderen ".

De Goethals-Genealogie is samengesteld met gegevens uit de volgende bronnen :

1. La Belgique Héraldique van Ch. de Poplimont .
2. Dictionnaire Genealogique et Héraldique van Felix V. Goethals .
3. Goethals-Kronyksken van T.A.L Schellinck.

Zie hier voor de complete stamboom van de Hoofdtak Goethals

Het oude en uitgebreide geslacht Goethals heeft vele personen gekend die een vooraanstaande, dan wel een meer of minder belangrijke positie in de samenleving hebben bekleed .
Onder De Goethals´ " Hall of Fame " vindt men een korte beschrijving van hen .

De Nederlandse Goethals'en.

Verschillende Goethals’en zijn terechtgekomen in Nederland , voornamelijk in Zeeuws-Vlaanderen .
Van een van deze Nederlandse takken is Zeger Goethals de stamvader . Hij werd waarschijnlijk in Kortrijk rond 1648 geboren . Helaas is tot op heden geen aansluiting kunnen vinden met de hoofdstam .
Rond 1678 vestigt Zeger zich in Oostburg ( nu Zeeuws-Vlaanderen ) , alwaar hij in 1688 de burgerrechten verkrijgt . Zijn broer Joris volgt hem enige jaren later . Het betreft hier voornamelijk handwerkslieden en neringdoenden . Zo was er een Goethals stadsarchitect ; kruidenier ; tinnegieter , enz. Eind 19e eeuw treffen we in Middelburg vader en zoon C.A - en A.L.J Goethals aan , aannemer en architect , samen vormend de Fa. Goethals , wier werk toonaangevend is geweest voor de "Jugendstil " in verschillende Middelburgse bouwwerken .
Deze Nederlandse tak van de Goethals-familie is samengesteld door W.L.v.d.Putte .

Zie hier de stamboom van de Zeeuwse Goethals'en.

Zie ook het verhaal van de Amerikaanse Goethals´en

Zie ook een Vlaams/Zeeuws-Vlaamse Goethals genealogie met oorsprong Kluizen -België , ca. 1595 in Goethals-Kluizen

Gentse Perikelen


De stad Gent maakte in de 16e eeuw moeilijke tijden door.
De spanningen liepen door godsdiensttwisten hoog op. Er ontstond op een zeker moment een calvinistische dictatuur. Lieven Goethals moest in 1584 vluchten naar de Noordelijke Nederlanden ,waar een nazaat van hem hofpredikant werd van Prins Frederik Hendrik .
Lees meer hierover in de Gentse Perikelen

Terug naar de Homepage