Mausoleum van Halicarnassus
Dit was de graftombe van Mausollos, een Perzische stadvorst van Halicarnassus
uit de 4e eeuw voor Christus. Hij stond in Bodrum in Turkije Na zijn dood in 353 v. Chr. werd het gebouwd door zijn
zuster en vrouw Artemisia II. De omtrek is 125 meter. Het had een rechthoekige vorm en bovenop het bouwsel stond een
strijdwagen, getrokken door paarden die leken op te stijgen. In de Middeleeuwen is het verwoest door een aardbeving.
Geschiedenis
Toen de Perzen hun oude koninkrijk gingen uitbreiden met Mesopotamië, Noord-India, Syrië, Egypte en Klein Azië,
kon koning Mausollos zijn koninkrijk niet blijven beheersen zonder de hulp van gouverneurs en heersers,
de zogenaamde satrapen, die heel veel macht hadden in hun eigen regio. Van 377 tot 353 v.Chr. regeerde koning
Mausollos en verhuisde hij de hoofdstad naar Halicarnassus. Niets is interessant in zijn leven behalve de graftombe
die hij heeft laten maken. Het bouwwerk was een idee van zijn vrouw en zuster Artemisia II en de bouw zou kunnen
zijn begonnen tijdens zijn leven. Het kwam gereed in 350 v.Chr., dit was drie jaar na zijn dood en één jaar na de
dood van zijn vrouw. 16 eeuwen lang bleef het mausoleum in goede conditie, totdat een aardbeving enige schade toebracht
aan het dak en de zuilenrij.
In de vroege 15e eeuw vielen de ridders van Malta de streek binnen en bouwden een gigantisch kruistochtkasteel.
Toen ze in 1494 besloten dit verder te versterken, gebruikten ze daarvoor stenen van het mausoleum.
In 1522 waren zo ongeveer alle stenen opgebruikt. Vandaag de dag staat dat kasteel nog steeds in Bodrum en
zijn de marmeren stenen van het mausoleum daar te zien.
De bouw van het mausoleum
Het mausoleum was bijna vierkant van vorm. De oost- en westzijde waren iets langer dan de noord- en zuidzijde.
Het rustte op een grote voet van 38 bij 32 m, waarop rondom een Ionische zuilengang stond.
Een piramide van 24 lagen bekroonde het geheel. De buitenkant werd gemaakt van blauw kalksteen en blokken van wit marmer,
terwijl van binnen groene vulkanisch steen was gebruikt. Het bouwwerk werd ondersteund en droog gehouden door afvoerbuizen
en onder aardse gangen. Dit prachtige monument kreeg een al even schitterende plek op een ommuurd terrein,
van ongeveer 2,5 ha groot. Een monumentale poort aan de oostzijde diende als ingang.
Tijdens opgravingen in de negentiende eeuw en in de jaren zestig en zeventig van de twintigste is de indeling van
het mausoleum blootgelegd en werd duidelijk hoe het is gebouwd. Er stond al een Necropolis, zodat de grond eerst
moest worden geëgaliseerd en de gangen en kamers moesten worden bewerkt en opgevuld.
Op die manier ontstond er een stevige ondergrond. De fundering en de onderkant bestonden uit brokken
plaatselijk gevonden lava van wel een meter lang. Aangrenzende brokken werden met metalen banden vastgezet,
zodat er steunmuren ontstonden. Waarschijnlijk werden de blokken op verschillende lagen met metalen pluggen
aan elkaar gezet om de constructie te verstevigen. De zuilengang en de piramide werden nauwkeurig uitgemeten.
Elke zuil staat precies 3 m van de volgende, in totaal waren er dus 36 Ionische zuilen. De architraven werden
eveneens met metalen klemmen aan de zuilen vastgezet.
Naar verluidt versierden vijf van de beste beeldhouwers uit de Griekse wereld het mausoleum: Scopas,
Bryaxis, Leochares, Timotheos en Praxiteles. Vier van hen waren elk verantwoordelijk voor de decoratie van
de zijkanten, terwijl de vijfde de enorme strijdwagen met vierspan maakte die boven op het bouwwerk stond.
Dankzij de prachtige ornamenten, en dan met name de vrijstaande beeldengroep, kreeg het mausoleum een plaatsje
bij de zeven wereldwonderen. Er zijn verschillende resten gevonden, soms nog met sporen van verf erop: haren en
baarden waren roodbruin, en mantels en gewaden waren rood, blauw en paars. De leeuwen rond de dakrand waren okergeel
geschilderd. Waar de vrijstaande beeldengroep precies stond, blijft een punt van discussie.
Langs de vier zijden van de tombe liepen twee doorlopende friezen, waarvan er een de slag tussen de Lapithen
en de Centaurs afbeeldde en de ander de strijd tussen de Grieken en de Amazones. Vrijstaande beelden van mensen en
leeuwen, levens groot of groter, stonden op sokkels van blauw kalksteen.
Wanneer de tombe precies instortte door een aardbeving, weten we niet precies, al beweren sommigen zelfs
dat hij nooit is voltooid.
Over de grafkamer zelf is meer bekend. Dit rechthoekige vertrek is aangelegd in de onderkant
van het gebouw het is toegankelijk via een trap naar beneden. De kamer werd afgesloten met zware
marmeren deuren. Net na de ingang staat een massieve vierkante steen met gaten en gleuven die waren
bedoeld voor de drevels waarmee hij op zijn plaats is gezet. In dit vertrek troffen de Johannieters
in 1522 een marmeren urn of grafkist aan. Toen ze de volgende dag terugkeerden, was de kist opengebroken en
lagen er alleen nog een paar gouden medaillons en stukjes goudlaken. Bij recente opgravingen werden ook nog
een paar van zulke medaillons gevonden. Meer is er over het oorspronkelijke graf niet bekend. De fundamenten
zijn nog te zien in de badplaats Bodrum in zuidwest Turkije.