De melding
Rond kwart voor
8 kreeg de brandweer
de melding binnen
dat er tijdens een
politieachtervolging
een ongeval zou zijn
gebeurd waarbij
meerdere voertuigen
betrokken waren en
waarbij meerdere
gewonden waren
gevallen. Hierop
alarmeerde de
centralist de
tankautospuit van
post Torenweg (4533)
en het
hulpverleningsvoertuig
van post Stromenweg
(4570). Ook de OvD
werd in kennis
gesteld. Nadat de
tankautospuit bemand
was vroeg de
bevelvoerder om
nadere informatie.
Hij had alleen te
horen gekregen dat
er sprake zou zijn
van een ongeval met
beknelling. Toen hij
te horen kreeg dat
er meerdere
voertuigen bij het
ongeval betrokken
waren schaalde hij
op naar
middel-hulpverlening,
hetgeen normaal
gesproken betekent
dat er een tweede
tankautospuit wordt
gealarmeerd. In dit
geval gebeurde dat
niet, omdat het een
oefening betrof. De
ambulance was
inmiddels ook
gearriveerd toen de
4533 het terrein
waar de oefening in
elkaar was gezet op
draaide.
Verkenning
De bevelvoerder
nam twee manschappen
mee op verkenning.
Er werd snel gekeken
wat er was gebeurd
en hoeveel
slachtoffers er bij
het ongeval
betrokken waren. Uit
de verkenning bleek
dat één auto onder
een trailer met
daarop een container
met vooralsnog
onbekende inhoud
terecht was gekomen.
Een andere auto was
op zijn kant voor
een vrachtauto
terecht gekomen. Ook
werd gekeken of er
sprake was van
uitstromende
vloeistoffen die
voor mogelijk
brandgevaar konden
zorgen. Deze werden
afgedekt met een
schuimlaag.
Vervolgens konden de
voertuigen worden
veilig gesteld,
hetgeen inhoudt dat
de voertuigen worden
gestabiliseerd met
behulp van
stootblokken.
Vervolgens kon men
aan de slag met de
slachtoffers. Omdat
er sprake was van
twee auto’s waarbij
in beide auto’s
slachtoffer(s)
bekneld zaten werd
het incident in twee
stukken gehakt. De
4570 was inmiddels
ook gearriveerd.
Besloten werd om de
4533 in te zetten op
het voertuig dat
onder de trailer was
geschoten. De
hulpverleningsploeg
kon zich met de 4570
uitleven op het
voertuig dat was
gekanteld.
Auto onder
trailer
Tijdens het
stabiliseren van de
auto die onder de
trailer was
geschoten bleek dat
zich in deze auto
een radioactieve
bron bevond.
Zodoende werd er
overgeschakeld op
een ongeval met
gevaarlijke stoffen,
en werd de adviseur
gevaarlijke stoffen
(AGS) ook (fictief)
gealarmeerd. Er werd
direct een afzetting
gemaakt en twee
brandweermannen
voorzien van
ademlucht gingen op
onderzoek uit. Met
behulp van een
stralingsmeter werd
gekeken of er al dan
niet sprake was van
een lekkage van
radioactieve
stoffen. Dit bleek
niet het geval zodat
de radioactieve bron
verwijderd kon
worden en kon worden
veiliggesteld.
Vervolgens kon men
overgaan tot het
bevrijden van de
slachtoffers.
Hiertoe werd de
trailer omhoog
gedraaid zodat de
auto vanonder de
trailer getrokken
kon worden. Zodoende
waren de
slachtoffers beter
bereikbaar en kon
men beginnen om de
auto te strippen.
Allereerst werd het dak eraf geknipt met behulp van een hydraulische schaar. Vervolgens kon het slachtoffer dat op de achterbank zat worden bevrijd. Toen dit slachtoffer bevrijd was bleek dat zich op de achterbank nog een radioactieve bron bevond, dus werd er weer overgeschakeld op een ongeval met gevaarlijke stoffen en hesen twee brandweermannen hun ademluchttoestel weer om hun schouders om vervolgens wederom met de stralingsmeter op onderzoek uit te gaan. Als snel bleek dat er van een lekkage geen sprake was, zodat nu ook de bestuurder kon worden bevrijd. Over de toestand van beide slachtoffers is mij niets bekend.
Auto op zijn
kant
In de auto die
op zijn kant voor de
vrachtauto lag zat
één persoon bekneld.
Dit incident was
lastig bereikbaar.
De auto stond als
het ware ingeklemd
tussen de vrachtauto
en een container.
Nadat de vooruit met
behulp van een
speciale glaszaag
was verwijderd kon
de auto worden
opengeknipt en kon
ook dit slachtoffer
worden bevrijd.