Suriname - 27 oktober t/m 16 november 2005

Rondreis door Suriname

Onze reisbestemming in 2005 is Suriname geworden. We wilden eens een andere vakantie als anders. Niet te veel reisdagen, niet teveel in de bus. Veel in de natuur. Een anders dan andere vakantie is het zeker geworden. Onze verwachting van niet te veel in de bus is zeker de waarheid geworden en het veel verblijven in de natuur was ook geweldig.
Ook in een ander opzicht is dit een heel anders dan andere vakantie geworden. Namelijk door de slechte organisatie in Suriname. Dit heeft vrij veel invloed gehad op onze reis en daardoor ook op het reisverslag. Zoals altijd zal het reisverslag in dagboekvorm zijn. Deze reis hebben wij geboekt bij Djoser. straatje in Paramaribo

Donderdag 27 oktober Amsterdam - Paramaribo

Om iets over 7 zitten we in de trein die ons naar schiphol brengt waar we om kwart over 9 aankomen. We kunnen gelijk inchecken. Eerst gaan we snel naar de gate waar Addy en Addy (broer en schoonzus) zitten te wachten op hun vlucht naar Jamaica. Op de borden staat dat ze al aan het boorden zijn, we hopen dat we ze nog zien. Ze staan er nog en we kletsen tot ze naar binnen moeten.
Na het gebruikelijke winkeltjes kijken gaan wij ook naar onze gate. We proberen te raden wie er bij ons in de groep zouden kunnen zitten. Na 9 uur vliegen landen we in Paramaribo. De paspoortcontrole duurt vrij lang. De tassen hebben we snel. Rogier ziet al snel iemand van Djoser staan die ons de bus wijst. Daar maken we kennis met onze reisgenoten. We zijn wel bij de jongste schatten we zo in.
De rit naar de stad duurt iets meer dan een uur. We zitten in een ander hotel dan opgegeven. We logeren niet in het Eco resort maar in het Queens hotel. Dit is een goed hotel wat heel centraal ligt in het toeristencentrum van Paramaribo. Er zijn genoeg restaurantjes in de buurt en het centrum wordt bewaakt.
Na ons verkleed te hebben is de eerste groepsbijeenkomst. Er wordt morgen een stadsrondrit georganiseerd voor Euro 30,00. Wij gaan zelf de stad verkennen. Na de bijeenkomst gaan we geld wisselen. Dit kan in de Gambio naast het hotel en niet veel later zitten we aan onze eerste Parbo. Op het terras van 't vat kunnen we het goed volhouden. Er komt zelfs nog een dansgroep langs die traditionele dansen uitvoert. Om half 10 houden we het voor gezien.

Vrijdag 28 oktober Paramaribo

Om 7 uur lopen we al op straat op zoek naar een restaurantje om te ontbijten. Alles is nog dicht en na een half uurtje rondstruinen gaan we maar terug naar het hotel om te ontbijten. Anders weten we het wel dan lopen we uren rond zonder eten of drinken en worden we chagerijnig.
Dan beginnen we echt aan onze stadswandeling zoals beschreven in de wereldwijzer Suriname. We beginnen in de Palmentuin, die op nog geen 5 minuten lopen van het hotel ligt. Hierna komen we op het onafhankelijkheidsplein met het beeld van Pengel en het presidentieel paleis. We lopen verder naar de houten kathedraal. Je kan er alleen op bepaalde dagen in en vandaag is dat niet het geval. De oranjetuin valt tegen. Je ziet nog wel wat grafzerken staan maar het geheel heeft meer weg van een vuilnisbelt. Het is leuk om door de straten te lopen. Het is een stad, maar het doet meer dorps aan. Er is geen hoogbouw. Bijna alle huizen zijn van hout. De een mooi opgeknapt, terwijl de andere bijna van ellende uit elkaar valt.
Bij de overdekte markt onmoeten we de groep die meedoet aan de stadswandeling. Wij willen even uitpuffen en wat drinken. Het is erg warm en daar moeten we nog aan wennen. We vinden een plaatsje aan de waterkant op een terras met uitzicht op de Suriname rivier.
Als we weer zijn afgekoeld gaan we naar het museum in Fort Zeelandia. Als we er aankomen is het kwart voor 2 en het het museum sluit om 2 uur. We gaan niet meer naar binnen want in 15 minuten redden we het niet.
Om 5 uur begint de briefing over de jungletocht en de rest van de reis. Dit verloopt nogal chaotisch. We hebben in ieder geval alvast betaald voor alle ontbijten deze vakantie en voor de fietstocht als we terugkomen. We krijgen te horen wat we ongeveer mee moeten nemen en hoe laat we morgen vertrekken. Iedereen praat door elkaar. De een is alles al aan het afrekenen en een andere wil nog wat vragen. We denken het wel te weten en laten het verder maar zo het is.
We gaan weer bij 't Vat eten en de kipsate met patat is erg lekker. Terug op de hotelkamer pakken we om voor de jungletocht. We mogen max. 8 kilo meenemen en we denken dat dit wel gelukt is. We hebben allebei een kanozak waar we onze spullen in meenemen.

Zaterdag 29 oktober Boottocht naar Redi Doti

s Morgens nog wat wikken en wegen of we al het noodzakelijke bij hebben. De bus is 3 kwartier te laat. De rit naar de boot duurt een paar minuten. Alles in de boot en dan varen we onder de grote brug door. Onze eerste stop is het plaatsje Domburg. Domburg stelt niet heel veel voor. We stoppen ongeveer een half uur en als we weer terug in de boot zitten, krijgen we een broodje kip en een kop koffie of thee.
Het varen is wel lekker, maar de rivier is erg breed zodat je niet veel ziet. Er is bijna geen scheepvaart en ook langs de kant gebeurd niet zoveel. Na verloop van tijd wordt de tocht dan ook eentonig. De boot is niet van die afmeting dat je rond kunt lopen. Je moet op je houten bankje blijven zitten. Daar zijn onze billen nog niet aan gewend. We zijn dan ook blij aan te komen in Paranam waar we een medicijnman gaan bezoeken. De medicijnman is alleen niet thuis. We lopen nog wat door het dorpje en nemen wat foto's, wat achteraf helemaal niet mocht. Dit zal heel de vakantie een issue blijven het wel of niet mogen maken van foto's.
Ondertussen is op de boot de lunch klaargezet. Bakaljauw met ei, gekookte aardappels, cassave en gebakken banaan. De volgende stop zijn de ruines van Groot Chattilon. Deze zijn grotendeels overwoekerd door de jungle. We moesten goed deet opsmeren en dan op pad op onze slippers! Groot chattillon was vroeger een lepra kolonie. Er is niet heel veel meer van over, maar je krijgt wel een idee en je ziet goed hoe snel het oerwoud alles weer overwoekert. Soms volgen we een soort van pad en soms banen we ons een weg door de begroeiing. We zien de wateropslagtank, de vroegere keuken en badkamer. En we zien het riviertje wat de scheiding vormde tussen de leprapatienten en de verzorgers.
Weer terug op de boot volgt een tocht waar geen eind aan lijkt te komen. Het enige interessante waar we nog langs komen is de plantage van Clarence Seedorf en de houten Carolina brug.
Om 4 uur leggen we eindelijk aan en dan moeten we nog zo'n kwartiertje (bergopwaarts) lopen naar ons kampement. We slapen in het dorpje Redi Doti (=rode aarde) en dit is niet zoals verwacht een idylisch dorpje aan de rand van de rivier. Het dorpje ligt een kwartier lopen van de rivier aan een rode bauxietweg.
Ons bed vannacht is een hangmat. Er zijn twee 'hangplekken'. Een grote waar zo'n 15 man kunnen slapen en een kleinere voor de rest. Eerst willen ze de scheiding mannen/vrouwen maken, maar daar voelt niemand wat voor.
We krijgen hangmat-ophang-les. En bij de eerste poging zit ik op de grond, een nieuwe poging. Als de hangmatten dan eindelijk goed hangen, blijkt dat we klamboes vergeten zijn. Wat later hangt alles dan toch op en gaan we het dorp verkennen.
Redi doti heeft 2 wc's. Een die eruit ziet zoals we gewend zijn en een zogenaamde poepdoos. Een plank met een gat erin. De normale wc wordt doorgespoeld dmv een emmer gevuld met water. Is de emmer leeg dan moet je eerst water gaan halen. Er is een washok. Dit stinkt zo erg dat dit waarschijnlijk door de mannen als urinoir gebruikt wordt. De eerste avond is de stank erin niet te harden. Als je je wilt wassen moet je ook eerst water halen. Het water kun je dan met een bakje over je heen gooien. Omdat het hok zo stinkt wassen we ons provisorisch achter het hok. Je frist in ieder geval op. Hierna is het tijd voor een Parbo en om 8 uur wordt het eten opgediend. Rijst, Kip, spinazie en een soort bitter goedje. Om half 11 zoeken we onze hangmat op. Door de agregaat is er licht van 19:00 tot 23:00 uur. In het begin is het even zoeken hoe je moet liggen en is het wat benauwd in de hangmat. Als snel komt er gesnurk van alle kanten en als ik mijn oordoppen in heb gedaan val ik ook in slaap. hangmatten ophangen

Zondag 30 oktober Blaka Watra - Jodensavanne

Niet verwacht maar ... ik heb goed geslapen vannacht. Maar een keer wakker geweest. Om 8 uur is het ontbijt en om 9 uur op weg naar Blaka Watra. We hebben een oud busje waar we niet allemaal tegelijk in passen. De helft van de groep wordt eerst weggebracht en de andere helft begint alvast te wandelen richting Blaka Watra tot ze door het busje oppikt worden. In het busje staat een hele verzameling stoelen. De achterbank is nog oorspronkelijk. Verder staat er een keukenkruk, een fauteuil, een matras op de wielbak vormt ook een stoel en tenslotte een zelf gemaakt houten bankje voor 2 personen.
Blaka Watra is een kreek met zwart water. Vroeger stond hier een buitenverblijf van Pengel, daar is niets meer van over. Je kan er heerlijk zwemmen. Er komen in het weekend mensen uit Paramaribo naar toe om te relaxen. We gaan weer, in 2 etappes met de bus terug naar Redi doti voor de lunch. s Middags hebben we een wandeling naar Jodensavanne. Dat ligt op ong. 10 minuten loopafstand van Redi doti. Net als we daar aankomen krijgen we een regenbui op ons hoofd, we schuilen in het infocentrum tot de bui over is. We zien resten van de synagoge en de begraafplaatsen. Ook bezoeken we een medicinale bron. Deze bron geeft niet veel water. Hij druppelt maar wat, maar dit doet hij schijnbaar wel altijd. Je loopt een route door het bos, langs de begraafplaatsen en het laatste stuk over de weg terug naar Redi Doti.
Terug in Redi doti zijn we erg warm en bezweet. Een duik in Blaka Watra zou nu heel lekker zijn. We gaan weer een poging doen om ons te wassen. Het washok stinkt niet meer zo en we besluiten daar in te gaan. Na het spoelen voelen we ons in ieder geval een stuk frisser.
Als we terugkomen van het wassen is er bezoek van de kapitein (=dorpshoofd) van het dorp. Hij verteld over het dorp en de plannen die hij ermee heeft.
Tijdens de jungletocht hebben we 2 koks mee die het eten voor ons maken. Vanavond hebben we een typisch creools recept;bananensoep (gietbaanasoep). Weer om half 11 naar bed. Het uitgaan van het licht heb ik niet meer bewust meegemaakt.

Maandag 31 oktober Redi Doti naar Tukunari eiland

Midden in de nacht werd het wat fris, maar na me in mijn lakenzak gerold te hebben was het verder oke en kon ik nog lekker slapen. Om 8 uur zijn we op weg voor onze wandeling naar de Casipora begraafplaats. We lopen eerst langs verschillende ananasplantages en daarna het bos in wat al snel dichter en dichter wordt. Ik loop in mijn korte broek (zoals iedereen overigens) en heb daar toch spijt van. De takken krassen tegen je benen en er zitten steekvliegen. Het is zo'n 3 kwartier lopen. De begraafplaats is echt helemaal overwoekerd en het is dat ze een paar stenen vrij gemaakt hebben anders kon je er niets van zien. Maar het was een leuke wandeltocht. Om half 10 zijn we weer terug in het dorp waar iedereen bezweet op een stoel neerploft.
Dan begint het wachten op de bus die ons volgens planning om half 11 oppikt. Om half 11 wordt iedereen wat onrustig want er is geen bus te zien en dat duurt nog wel even. Het is 1 uur als de bus eindelijk aankomt.
Het lunchen schiet er bij in, terwijl we daar alle tijd voor hadden en het staat al klaar.
We hebben 2 extra passagiers in de bus. De kapitein en zijn moeder reizen mee. Ze nemen aan de hoofdweg de bus naar Paramaribo.
Na een kwartier rijden komen we bij de Carolinabrug. Dat is de langste houten brug in Suriname, maar hij is zo verwaarloosd dat er niet meer overheen gereden kan worden. Er gaat nu een pontje. Na ongeveer 2 uur rijden komen we aan bij de stuwdam van het Brokopondomeer. We maken daar een korte fotostop. Na nog zo'n 10 minuten rijden zijn we bij het punt waar we in de bootjes stappen.
Het Brokopondomeer is een stuwmeer. Wat het meer apart maakt is dat, na 30 jaar, nog steeds de boomstammen van het regenwoud boven het water uitsteken. Heel apart en erg mooi.
Het is ondertussen half 4 en we beginnen best trek te krijgen. Bij een eilandje stoppen de bootjes en wordt de lunch uitgedeeld. Het is een soort nasi. Als iedereen een portie heeft varen we weer verder.
Om half 6 zijn we op Tukunari eiland. Het ziet er superleuk uit. Er staan 8 houten hutjes. 3-vierpersoons en 4- tweepersoonshutjes. Wij delen ons hutje met Henk en Erna. De hutjes zijn van hout met een dak van palmbladeren. De vloer is aangestampte klei. Er staan 4 eenpersoonsbedden in. Een klein kastje en langs de wand zijn planken gespijkerd voor je spullen. Er is goed sanitair. 3 echte wc's (die je gewoon door kunt trekken) en 2 echte douches. De hutjes staan in een soort straatje. Aan het eind van het 'straatje' vindt je de bar, de eettafel en de keuken.
De lucht begint te betrekken en niet veel later giet het van de regen. We vluchten snel ons hutje in. Wat niet waterdicht blijkt te zijn. Het lekt aan een kant en voor de matrassen nat worden verhuizen we ze snel naar de droge zijde. Met zijn vieren zitten we te kletsen tot de bui over is. Het is ondertussen donker geworden en iemand van het eiland brengt ons een olielamp en meldt dat we om 8 uur gaan eten. aas vangen voor de Piranha's

Dinsdag 1 november Tukunari eiland -bezoek dorpjes en vissen

Om 9 uur vertrekken we met de boot naar het dorpje Ledi Doti. Ook dit betekent rode aarde. Je schrijft het met een "L" omdat ze in hun taal de "R" niet uit kunnen spreken. Het is een klein stukje varen. De school heeft net pauze en alle kinderen komen naar buiten. Dan begint het fotogedoe weer. De kinderen willen wel op de foto, maar sommige volwassenen niet. Je kunt je niet met je fototoestel omdraaien (zonder dat je een foto neemt) of er ontstaat al een trammelant. Volgens mij is het puur intimidatie en een manier om proberen geld af te troggelen. Ik heb geen foto genomen van ze dus van mij krijgen ze niets. Maar leuk is het niet. Ze spreken dan ineens ook geen Nederlands meer. Ik neem maar gewoon helemaal geen foto's meer.
Na het schooltje gaan we door het dorp lopen. Je mag foto's nemen, maar alleen van de huisjes en de straatjes. Er mag niemand op staan. Ook de heilige plekken mag je niet fotograferen en ook niet de huisjes van belangrijke personen. Erg verwarrend allemaal en natuurlijk nemen we weer per ongeluk een foto van een heilig huisje. Het dorpje doet Afrikaans aan. Er zijn veel Voodoo achtige invloeden. We zien eigenlijk heel weinig mensen rondlopen. Er komen wel een aantal vrouwen bewerkte kalabassen verkopen, maar verder is er weinig bedrijvigheid.
Na het bezoek aan dit dorp, stappen we weer in de boot voor een tochtje van 10 minuten naar een ander dorp, het dorp Baku. Het leek, voor ons in ieder geval, erg veel op het vorige dorpje. Hier zagen we wel wat bedrijvigheid in de vorm van een vrouw die casavebrood aan het bakken was. We mochten ook een stukje proeven. Ook hier bezochten we weer een schooltje. Na dit bezoek lopen we terug naar de boot en om een uur of 1 zijn we weer terug op ons eilandje.
Na de lunch wordt het tijd om te zwemmen. Het meer is zo warm dat het lijkt of je in een warm bad stapt. We dobberen een poos in het water. Het is wel oppassen met die boomstronken. Je zwemt er zo tegenop, onder water zie je ze bijna niet. Na een poosje in het water voel ik mijn gezicht behoorlijk gloeien en voor ik te erg ga verbranden stap ik het water uit. Ik ga een poging doen om mijn dagboek bij te houden maar Gilbert komt vrijwilligers zoeken om visjes te vangen die als aas moeten dienen voor de Piranha's vanavond. Dan volgt een ontzettend gezellige middag. Met z'n zessen gaan we op sardientjesjacht. Gewapend met gekookte rijst en een muskietennet. 2 gaan met het muskietennet een eindje het water in en een persoon gooit rijst. Dan lopen de 2 met het muskietennet langzaam naar de kant. En het is ongelooflijk de eerste keer hebben we direct al een stuk of 6 kleine visjes in het net zitten. Zo vullen we de rest van de middag tot we om 5 uur met ons aas aan het echte werk gaan beginnen. Gewapend met een bamboehengel stappen we in de korjaal op weg naar de piranha stek. Dit is zo'n 20 minuten varen. We leggen de boot aan. Krullen een sardine aan de haak en binnen een paar tellen is de eerste piranha al gevangen! Er worden er nog een paar gevangen maar dan keert ons geluk. De Piranha's eten wel ons aas op, maar laten zich niet meer vangen. We verkassen nog een keer naar een andere stek. We vangen er tenslotte in totaal zo'n 8. Wat een fantastische tocht! Midden op het meer, tussen de boomstronken, zonsondergang. Zo mooi in zo'n bijzondere omgeving heb ik nog niet vaak meegemaakt. En niemand die een fototoestel had meegenomen. Gewapend met onze vangst zijn we om een uur of 7 weer terug.
Het eten bestaat uit kippepoten met gebakken aardappelen en komkommer. Het is lekker maar weinig voor 20 man. We kaarten dit aan bij Gilbert. Tijdens het eten wordt er nog even gesproken over het foto's nemen in de dorpen. Na het eten gaat iedereen eigenlijk al vrij snel weg. Ik ben ook moe en vertrek ook al snel naar mijn bed.

Woensdag 2 november Tukunari eiland - bezoek goudzoekers

Om 8 ontbijt met worstjes. Tenminste als je snel genoeg was, want ook deze hoeveelheid was niet afgestemd op 20 man. Maar anders had je in ieder geval nog pindakaas of jam. Om 9 uur staat iedereen startklaar voor de jungletocht. We gaan naar het 'vaste land' kijken bij goudzoekers. Het is zeker zo'n 3 kwartier varen. Als je stilligt merk je hoe warm het is. Iedereen is gekleed in lange broek en de meeste hebben ook lange mouwen aan. Als we zo'n 30 minuten gelopen hebben horen we een motor ronken. En na nog een paar minuten staan we voor de put waarin de mijnwerkers bezig zijn. We hebben eigenlijk hun spoor gevolgd. Ze zijn begonnen aan de rand van het meer. Nadat ze die plek afgezocht hebben zijn ze steeds verder stroomopwaarts goud gaan zoeken. Dit traject hebben wij gelopen. Met de modder die ze opgraven dempen ze hun vorige afgraving. Wat een verschrikkelijk vies werk. Een stuk of 5 mannen staan in een enorme modderput. Een aantal spuiten met hoge druk de modder los die door een ander wordt opgezogen en over een kwikbed wordt gestuurd. De goudstofjes dalen daarop neer. We bezoeken ook het kamp waar ze verblijven. Ze werken zo'n 2 weken achter elkaar en worden dan afgelost. Veel manen die hier werken worden ziek en als je de omstandigheden ziet dan vind je dat echt niet gek. Het is vies, nat, en primitief werk midden in het regenwoud, ver van alle voorzieningen. Het is een heel geklim en geklauter over stenen om, langs de put, bij het kamp te komen. Je moet goed kijken waar je loopt, want er loopt ook een soort geul gevuld met modderwater langs. Daarin drijven boomstronken en het water heeft dezelfde kleur als de grond en staat stil. Iemand stapte er per ongeluk in (op) en toen hadden we pas door dat je niet overal kon staan. Hij kan zich nog herstellen en heeft maar een been nat. Maar een ander gaat helemaal kopje onder. We wandelen dezelfde weg terug. Het is niet echt een zware jungletocht. Je hoeft niet ver te lopen en het is een goed pad.
Terug op ons eilandje lunchen met rijst, kip en kouseband, tomaat en komkommer. En ook deze keer is er te weinig. Na het eten begint het te spetteren, maar het buitje duurt niet lang. Rogier en Wim willen weer gaan vissen. Ze gaan met z'n tweeen sardines vangen en huren 2 bamboehengels. En ze vangen nog een Tukunari (soort vis) ook.
Om 4 uur kun je zelf proberen in een uitgeholde boomstam (soort kano die ze hier gebruiken) te varen. Ik ga samen met Henk proberen te peddelen. Onze eerste kano is zo lek als een mandje en we zijn al bijna gezonken voor we 2 meter van de kant af zijn. Met een andere gaat het beter en we komen best aardig van de kant. We rammen een aantal keren frontaal een boom, klinkt heel raar eigenlijk, maar op het Brokopondo meer kun je echt een boom aanvaren. Het sturen met de kano valt niet mee en als je probeert niet te hard te peddelen gaat het het lekkerst. Na een uurtje te hebben gevaren gaan we terug naar de kant.
Het eten vanavond is vreselijk. Het lijkt wel gevangniseten. Rijst met een soort spinazieachtig soepje. We vullen in ieder geval ons maag en spoelen het weg met een Parbo. Na het eten gaan we op het strand een kampvuur maken. De sterrenhemel is werkelijk prachtig. Er is geen maan en er zijn geen wolken, de sterren kunnen onbelemmerd stralen. goudzoekers

Donderdag 3 november Tukunari eiland - Brownsberg

Om 10 uur gaan we het eilandje verlaten. Na anderhalf uur varen zijn we weer terug in het plaatsje waar we 3 dagen terug zijn opgestapt. De busjes zijn er nog niet. De wc mogen we ook niet meer gebruiken, de sleutel is zoek. Het grote wachten begint. Na een uur zijn er nog geen busjes en omdat we hem al voelen aankomen dat we weer om 16:00 uur gaan eten. Gaan we om de beurt aan Gilbert vragen of we niet hier kunnen eten. Na de zesde persoon gaat hij overstag en geeft de kokkies opdracht om het eten uit te pakken. Dit veroorzaakt een hoop gemopper, maar ze doen het tenslotte wel. En het moet gezegd, de lunch is erg lekker. Simpel nasi, maar goed van smaak.
Als we de lunch al lang en breed op hebben zijn de busjes er nog niet. We hebben ondertussen wel een plek gevonden om te plassen. Achter een oude verroeste boot. En dan eindelijk na ruim 2,5 uur zijn ze er. De bus waar we in moeten is oud en gammel en onze bagage gaat in een stoere 4-wheel drive pick up. Samen met Henk en Erna bezetten we de achterste stoelen in het busje, die we delen met een grote tas vol hangmatten. We krijgen dus al een vaag vermoeden waarin we gaan slapen vannacht. Over een onverharde, stoffige weg rijden we in zo'n 2 uur naar Brownsberg. Als we uitstappen zijn we rood van het stof.
Grote problemen in Brownsberg! Gilbert heeft geen reserveringsbewijs bij zich. (achteraf denken wij dat het nooit heeft bestaan trouwens). Maar het komt erop neer dat we niet in Brownsberg kunnen overnachten. Gilbert probeert het op te lossen. Dit sleept zich voort en voort. En we wachten en wachten en wachten. Terwijl we dus al een middag in dit prachtige park hadden kunnen wandelen. Dit missen we door de late aankomst van de busjes en de slechte organisatie van Mena Eng.
Steeds meer mensen gaan er zich mee bemoeien. Op dit moment missen we een Nederlandse reisbegeleider. Gilbert komt met een oplossing, door naar de volgende lokatie of terug naar Paramaribo. Het is al over vieren, door naar Jaw Jaw is geen optie 2 uur rijden, 2 uur varen zonder te weten of we daar wel terechtkunnen. Naar Paramaribo zou heel onze vakantieschema omgooien en wat gaan we dan allemaal missen. We gaan met geen van beiden akkoord. Na nog een meer wachten komt er nog een oplossing. We kunnen blijven als we zelf betalen. We krijgen dan geen groepslodge met bedden, maar mogen onze hangmatten ophangen. Goh! toevallig dat die in de bus staan. Er wordt door de groep voor de laatste oplossing gekozen en de fooienpot wordt geplunderd om dit te betalen.
Dan komt het volgende probleem. In paramaribo is door de directeur van Mena Eng duidelijk gezegd dat we maar 2 nachten in een hangmat zouden slapen (Redi doti). Bij een aantal is de hangmat zeer slecht bevallen. Deze weigeren om hier ook nog maar 1 nacht in door te brengen. Weer grote onderhandelingen. Na veel over en weer gepraat. Komt er ineens een lodge tevoorschijn waarin 8 personen kunnen slapen. Na nog meer bijbetaling uiteraard. Omdat er meer dan 8 mensen in een bed willen liggen wordt er onder de liefhebbers geloot. Wij loten niet mee, want wij liggen goed in de hangmatten. Als alles dan eindelijk is geregeld kunnen we nog even genieten van Brownsberg, want mooi is het hier. We hebben een lodge met een uitzichtpunt over het Brokopondomeer. Het loopt al tegen schemering en het oerwoud komt steeds meer tot leven.
Voor het eten douchen we eerst het stof van ons af. De wc's en douches zijn keurig. Alleen koud water, maar dat zijn we al gewend. We zitten op 1500 meter hoogte en dat merk je wel. Het koelt af 's avonds.
In alle watertanks zitten brulkikkers, die van zonsondergang tot zonsopgang gaan brullen. Laten wij daar nu net naast een watertank slapen. Maar deze optie was beter dan naast de snurkers, die hangen aan de andere kant. En de oordoppen doen weer wonderen.
Tijdens het eten komt het volgende probleem naar boven. We zijn niet bevoorraad. Er had eten uit Paramaribo mee moeten komen, maar er is niets gestuurd. We eten dus de restjes. En het is niet te eten. Weer het gaarkeuken/gevangeniseten nivo. Rijst met een ondefineerbaar sausje. In het grijsachtige sausje drijft af en toe een stuk banaan en een plakje knakworst en andere onduidelijke brokken. Dit over je rijst, niet lekker, maagvulling. het brokopondomeer

Vrijdag 4 november Brownsberg

Van de brulkikker geen last gehad. Ik heb zelfs zo goed geslapen dat ik de brulapen ook niet heb gehoord en dat wilde ik zo graag. Een keer wakker geweest omdat ik het koud had. Na mijn fleecetrui (toch niet voor niets meegenomen), lange broek en sokken aan te hebben gedaan ben ik weer als een blok in slaap gevallen. Om half 8 rolde ik mijn hangmat uit en ik was de laatste die op was stond.
Het ontbijt was niet riant. Oude droge broodjes met chocopasta of pindakaas.
Gilbert probeert de groep te mobiliseren om massaal te gaan wandelen. Wij gaan wel wandelen maar niet met de groep. Dit is nu net de plaats waar je er zelf op uit kunt en met de groep duurt dat allemaal veel te lang. We moeten kiezen tussen een aantal wandelingen, want we kunnen nu niet alles meer doen. Eigenlijk hadden we gisteren naar de Leo en Irene waterval gelopen en vandaag naar de Witikreek. Wij besluiten nu naar de watervallen te lopen en de kreek te laten voor wat hij is. Om half 9 zijn we op pad. In korte broek en we worden direct aangevallen door de horzels. Omdat we geen zin hebben om terug te gaan slaan we ze van ons af. We gebruiken sjaal en handdoek als paardestaart en geen horzel die ons nog wat durft te doen. Op weg zien we al snel een aantal loopvogels. We zijn er nog niet achter wat het zijn. Ze zijn zo groot als een kalkoen en zwart met rood onder de vleugels. Ook zien we 2 goudhazen. We lopen eerst naar de Leoval. Het is warm en vochtig in het bos. We druipen dan ook al snel van het zweet. Naar de Leoval lopen is goed te doen. Alleen het laatste stuk daal je vrij steil, wat je op de terugweg weer moet stijgen. Na leo op weg naar Irene. Deze ligt een stuk verder weg. Mooie route met een aantal klimmetjes. De Irene waterval is groter dan de leo, maar ook deze is niet echt spectaculair. We zitten dan ook aan het eind van de droge tijd. Het water is bijna op. We komen onderweg niemand tegen. Op de terugweg zien we nog wel een stel apen in de boom.
Om half 12 zijn we weer terug bij de receptie. Daar zitten op dat moment ook apen en dat blijft toch bijzonder. In het barretje gaan we eerst ons vocht aanvullen. Na een halve liter cola en 2 zakjes chips p.p zijn we weer mens. Er zijn ondertussen een aantal mensen van de groep bij ons aangeschoven.
Om half 2 krijgen we lunch. Voor de verandering rijst, kouseband en kip. Na het eten gaat Rogier even zijn hangmat in en ik ga bij het uitzichtpunt op een bankje zitten.
Als Rogier weer uit zijn hangmat is gaan we bij de mensen die in de beddenlodge slapen op bezoek. Ze hadden al gezegd dat het een eind lopen is en dat is het zeker, maar de lodge ligt erg mooi. Alleen als ik zie hoe hij eruit zit, dan lig ik eerlijk gezegd liever in mijn hangmat. Ook hebben we de lodge gezien die we eigenlijk hadden moeten hebben en dat zag er wel even anders uit. Affijn niet zeuren wij slapen lekker en de omgeving is prachtig en die beleef je best goed vanuit de openlucht. Als je het pad na de beddenlodge afloopt kom je bij weer een uitkijkpunt en daar lopen we verder naar toe.

Zaterdag 5 november Brownsberg - Jaw Jaw

Vanmorgen gaan we de rondwandeling doen. Dit is een korte wandeling zonder hoogteverschillen. Ergens missen we het pad, want we komen niet goed uit. Onderweg krijgt Rogier ineens buikkrampen. We vinden gelukkig snel een wc. Daarna gaan we maar terug naar de lodge. De bus is weer zo'n 3 uur te laat. De lunch krijgen we nog in Brownsberg (zou Gilbert dan toch wat geleerd hebben). Om half 2 zijn we eindelijk op weg en om half 4 zijn we bij het punt aan de Suriname rivier waar we in de bootjes stappen.
De rivier ziet er hier heel anders uit. Niet meer zo breed. De oevers zijn dicht begroeid met oerwoud. In de rivierbedding liggen grote, roodbruine, rotsen. We varen langs dorpjes waar de mensen op de rotsen hun ding aan hetdoen zijn. Wassen, afwassen, vissen, spelen en zwemmen. Een prachtig gezicht.
We logeren in het dorpje Jaw Jaw. Er zijn 3 hutjes met een bovenverdieping tegenover de eetlodge en 4 hutjes aan de rivier. We hebben eerst een hutje aan de rivier, maar daar stinkt het enorm in. We gaan verhuizen naar een bovenverdieping hutje. We verliezen dan wel ons uitzicht, maar we zitten daar liever dan in de stank. Het hutje is prima en de wc en douche dicht bij. Na ons geinstalleerd te hebben wandelen we samen met Henk en Erna door het dorpje. Daarna is het tijd om te zwemmen. Echt verfrissend is dit niet. We stappen weer in een warm bad, nog warmer dan het meer. Pas als je uit het water stapt lijkt het wat koeler, maar het is evengoed lekker om zweet en stof af te spoelen. Na het zwemmen verkleden we ons in het lang, want dit is malariagebied. We zijn gelijk weer door en door bezweet van de klamme hitte. Na het eten zijn we best moe en we liggen dan ook al vroeg in bed.
PS: Misschien zaten wij in de goede tijd, maar we hebben in Jaw Jaw achteraf geen mug gezien.

Zondag 6 november Jaw Jaw - bezoek rastafari's

Vannacht om 4 uur begon er muziek, die tot 6 uur doorging. De volgende morgen hoorden we dat de muziek van een begrafenis was. Vandaag gaan we de rastafari's bezoeken. Het vertrek staat geplanned om 9 uur, maar het is al bijna 11 uur als we dan eindelijk vertrekken.
Stroomopwaarts wordt het water wilder en liggen er nog meer rotsblokken in het water. Door de lage waterstand liggen we een paar keer vast. De bootsmannen sjorren ons los. We mogen niet helpen en ook de boot niet uit. Dit geeft ons een beetje een onprettig, koloniaal gevoel. Na zo'n 3 kwartier varen komen we aan bij een eilandje waar we de boot uitmoeten. Hier zijn zoveel rotsen en zo weinig water dat de boot hier volgeladen echt niet door kan. We moeten een paar minuten lopen naar het punt waar we weer in de boot kunnen. De boot doet er langer over dan wij. Na nog een uur varen komen we aan bij de rastafari's. Voor we ze bezoeken gaan we eerst lunchen.
Bij de rastafari's had ik me iets totaal anders voorgesteld. Een beetje het Jamaica idee. Reggea muziek, allemaal mensen met de geel/groen hoofdbreisels die nutteloos rondhangen en joints aan het roken zijn. Niets van dit alles. Het dorpje is weer een dorpje zoals we er nu al een aantal hebben gezien. We zien een (1) rastafari (zonder pet) die meubels maakt op een kunstzinnige manier. Leuk om te zien, maar speciaal??? Afijn de boottocht maakt wel veel goed en het is een leuke dag. We kopen nog wat te drinken in de dorpswinkel en varen weer terug naar Jaw Jaw.
Net op het eilandje (waar we even de boot uit moeten) krijgen we een gigantische regenbui over ons heen. Om 5 zijn we weer terug en na een biertje ga ik eerst even douchen. Daarna aan de rivier gaan zitten om te luisteren naar het kikkerconcert.

Maandag 8 november Jaw Jaw - Bezoek Pater James

Vandaag gaan we een evangelisch dorp bezoeken, waar pater James de scepter zwaait. Dit dorp lijkt weer op alle andere dorpjes die we hebben gezien. Alleen is dit dorp bekeerd en zie je daarom geen Voodoo dingen. We zien nu wat mensen aan het werk. Een aantal vrouwen zijn casave aan het schoonmaken en er zijn er ook weer casave brood aan het bakken. Een huisje wordt voorzien van een nieuw palmbladerendak. In de kerk zingt normaal een gospelkoor, alleen niet op maandagmorgen. (misschien had Gilbert zo slim moeten zijn om hier gisteren, zondag, naar toe te gaan en vandaag naar de rastafari's ????). Pater James doet een klein stukje mis voor ons en dan varen we weer terug naar ons dorp. Het volgende op het programma was een bezoek aan een 'echt' traditioneel dorp, maar dit gaat ineens niet meer door. Geen uitleg waarom. Eerlijk gezegd vind ik het niet zo erg. Het is erg heet vandaag en om een of andere reden kan ik er niet zo goed tegen. Ik ben eigenlijk wel blij dat we teruggaan naar Jaw Jaw.
Als lunch hebben we weer het bekende rijst met kouseband en ik ben dat helemaal zat gegeten. Daarna gaan we even liggen en ik val direct in slaap. Als ik wakker ben gaan we met een biertje aan de rivier zitten en vanaf daar kunnen we iedereen van de groep volgen bij hun bezigheden. Ze vallen op die witte mensen. Dan komt er nog een andere groep aan en Rogier en ik staan met verbazing naar de voorraden te kijken die ze aan wal brengen. Ze hebben zelfs chips bij!!! Een paar uit de groep hebben dit ook gezien en er wordt een plan beraamd om een paar zakken chips te krijgen (In Jaw Jaw is, op bier en cola na, niets te koop). Na wat heen en weer gepraat met die gids krijgen ze ze nog ook. Ze smaken heerlijk en dat is maar goed want ons avondeten is weer verschrikkelijk. Het zou Surinaamse BB&R (bruine bonen met rijst) moeten zijn. Het is weer een grauwig papje met af en toe een verdwaalde bruine boon. Na het eten gaan de mensen van het dorp voor ons dansen en speelt er een band.

Dinsdag 8 november Jaw Jaw - Paramaribo

De rivier is prachtig vanmorgen. Het is een beetje mistig en met de zon erbij krijg je een prachtig difuus licht. Weer terug in de realiteit begint het 'gevecht' om de broodjes. We moeten ook broodjes smeren om als lunch mee te nemen, maar er zijn niet eens genoeg broodjes voor het ontbijt. (terwijl we gisteren wel 4 keer aan Gilbert gevraagd hadden of het goed geregeld was en dat was zo volgens hem, niet dus!). En er is ook geen beleg, echt helemaal niets. We gaan dus nogmaals een beroep doen op de andere groep en ze zijn zo goed om ons kaas (zoveel hadden we nog niet eerder) pindakaas en jam te geven.
Hierna pakken we de spullen in en voor we vertrekken kunnen we nog even zwemmen. Daarna is het echt tijd om Jaw Jaw gedag te zeggen.
We vertrekken met de boot naar een volgend dorpje vanwaar we met het vliegtuig terug vliegen naar Paramaribo. Als we over het eilandje lopen (zelfde als naar de rastafaris) horen we het vliegtuig overkomen, daar hoeven we in ieder geval niet meer op te wachten. Eenmaal in het dorp gaat alles ineens onsurinaams razend snel. Van de boot lopen we naar het vliegtuig. Bagage wordt erin gepropt. Wij er ook in en we zijn opweg. Niets wegen of zo, gaan!. Het eerste stuk volgen we de rivier en we zien Jaw Jaw liggen. Dichterbij Paramaribo zien het vliegveld Zanderij waar we met de KLM geland zijn liggen. We landen nu op het vliegveldje zorg en hoop, het lijkt wel midden in de stad te liggen.
We logeren weer in het Queens hotel en niet in het ABC. Eerst gaan we douchen en we brengen wat was weg. En dan gaan wel lekker bij 't Vat eten, en dat smaakte Fantastisch. de Surinamerivier in Boven Suriname

Woensdag 9 november Fietstocht omgeving Paramaribo

Om 9 uur halen we de fietsen op. We fietsen eerst door de stad naar het haventje waar de fietsen in de boot geladen worden. Aan de overkant begint het serieuze fietswerk. Eerst allemaal achter elkaar, want het is te druk om naast elkaar te rijden. Na een kwartiertje fietsen stoppen we bij een supermarkt om drinken te kopen. Als we daarna afslaan wordt een stuk rustiger en kunnen we naast elkaar. Er komen steeds minder huizen te staan en op een gegeven moment rijden we pal langs de rivier. Onze eerste stop is een bezoek aan fort Amsterdam. Hierna rijden we naar de oude Marienburgfabriek. Er is niet meer veel van over, maar je krijgt een goede indruk van hoe het geweest is. Het is erg warm en net buiten de fabriek stoppen we bij een winkeltje om nog meer drinken te kopen. Het is al 2 uur, iedereen is warm, moe en hongerig. Maar we hoeven niet meer ver. Op 10 minuten fietsen van Marienburg gaan we weer aan boord van een bootje en varen we naar Frederiksdorp waar we gaan lunchen. Frederiksdorp is een opgeknapte plantage. De huizen zijn mooi en het complex wordt nu als hotel gebruikt.
Na de lunch gaan we weer op de boot. Deze tocht duurt veel langer dan gedacht en bijna iedereen sukkelt in slaap. Na de lunch zouden we gaan zwemmen, maar omdat het al bijna half 5 is stellen een aantal voor om direct terug naar de stad te fietsen. Gelukkig stemt niet iedereen daarmee in. Het hotel waar we zwemmen is vergane glorie, maar het zwembad is prima. We poedelen een uurtje voordat we terug fietsen naar Paramaribo. We komen door de ambassade buurt. Langs een drukke weg, dus allemaal in kolone zijn we na 3 kwartier weer op de plaats waar we onze fiets in moeten leveren. Een leuke dag en zeker een aanrader om te doen

Donderdag 10 november Naar Nickerie

Rogier is ziek. Flink aan de diarree en heeft totaal geen puf om ook maar iets te doen. We overwegen even om in Paramaribo te blijven, maar hij wil (vooral voor mij) toch naar Nickerie.
We krijgen de rekening van de was en worden gigantisch afgezet. Ineens zijn de prijzen veranderd in USD i.p.v. SRD. (3x zo duur dus). En het staat echt, echt helemaal nergens dat het USD is, zelf het teken geeft SRD aan. Gilbert doet niets. Wat kunnen we doen, we betalen tenslotte maar (we zijn niet de enige die dit overkomt). Later komt Jane van Mega Eng naar ons toe en zegt dat Gilbert in had moeten grijpen, maar omdat hij erbij stond en niets deed kon zij ons ook niet helpen. Ze adviseert ons om de rekening bij Djoser in te dienen. Dat gaan we zeker doen.
Iets meer dan een uur te laat vertrekken we naar Nickerie. De groep is gesplitst, 9 personen gaan naar Frans Gyana en 11 naar Nickerie, waaronder wij dus. Via de weg naar Groningen. Volgens het programma zouden we ook nog een stuk varen. In Groningen kijken we rond, hier staan momumenten van alle bevolkingsgroepen die in Suriname wonen. Het landschap veranderd langzaam van oerwoud in een open landschap. En op een gegeven moment lijkt het zelfs wel wat Nederlands te hebben.
Om 3 uur zijn we in Nickerie in hotel de Vesting. Het hotel is een typische Djoser hotelletje (prima maar zeer basic) en we zijn blij de lakenzakken te hebben ingepakt. Rogier gaat gelijk plat en ik ga samen met Carla de stad verkennen. Al komen we niet ver, want we zien een paar reisgenoten achter een Parbo zitten en die lusten wij ook wel. Om 5 uur gaan we met de bus naar de dierentuin en de Zeedijk. De dierentuin is piepklein, maar wel leuk. Alle dieren zijn goed verzorgd. De zeedijk is ook leuk. We zien de smokkelbootjes oversteken naar Brits Gyana. Ook staat er een hindoestaanse tempel, die we bezoeken. Gilbert is ondertussen zijn eigen zaakjes aan het regelen en bemoeit zich meer met een aantal duitse toeristen dan met ons.
Voor het avondeten gaan we Roti eten. Nickerie is de Roti plaats en we bezoeken een restaurantje uit het boek. Alleen onze groep zit er en het wordt erg gezellig. De roti is heerlijk. Roti mag je met je handen eten en we krijgen geen bestek. Eerst weet niemand hoe het naar binnen te krijgen. Na wat uitleg komt het helemaal goed.

Vrijdag 11 november Nickerie vogelreservaat - Paramaribo

Om 8 uur vertrekt de bus en er sluiten ineens nog 5 extra mensen bij ons aan. Geen toeval dat 3 daarvan de Duiters zijn waar Gilbert het gisteren zo druk mee had. Na 10 minuten rijden zijn we bij de plaats waar de bootjes liggen. Het is laag water en de bootjes liggen in een dikke laag modder. Over planken en door de andere bootjes stappend komen we schoon aan boord. Aan de overkant van de rivier stappen we weer uit en dan gaan de bootsmannen de bootjes door de modder naar het kanaal duwen. Dat is een zwaar en smerig karwei, ze staan echt tot hun liezen in de modder en moeten behoorlijk sjorren aan de bootjes.
We varen door een lang, recht kanaal en voor het eerste bootje vliegen steeds vogels op. We zien best veel. Vooral een uil die stoicijns op zijn tak blijft zitten maakt bij mij wel indruk. Na zo'n 3 kwartier varen komen we langs het moeras en na nog zo'n kwartiertje varen zijn we op het meer. We leggen nergens aan, want daar hebben we schijnbaar geen tijd voor. Gilbert heeft zonder ons medeweten de excursie 2 uur verkort. Het mooiste stuk door het moeras kunnen we daardoor niet doen. En we hebben dus ook geen pauze.
Als we net even op het meer varen zien we ineens een zwerm rode ibissen en wat is dat een mooi gezicht. Ze zijn echt vuurrood en dat tegen een blauwe hemel. Hierna varen we langs hetzelfde kanaal weer terug en zien we de uil nog een keer. We zijn om 11 uur weer al terug in Nickerie en hadden dus best langer kunnen blijven. We krijgen geen uitleg zoals gewoonlijk.
We lunchen in het restaurantje tegenover het hotel en om half 2 vertrekken we richting Paramaribo. Onderweg stoppen we in Wageningen bij het beeld van Miss Alina. We maken weer een plas- en drinkstop in Totness. Om 6 uur zijn we in het Queens hotel waar geen kamers meer voor ons zijn. We balen enorm want er is een feest in de stad en dat gaan we missen. Mena Eng heeft kamers voor ons kunnen ritselen heel ver van het centrum en de groep wordt ook nog eens gesplitst. Dit geeft een hoop onrust en consternatie en de de directeur van Mena Eng kan dit niet meer goed praten. In de hotels aangekomen blijkt dat we daar niet kunnen eten. We dwingen een bus bij Mena Eng af en na veel gepraat (en geregel van Jane) komt om half 9 een bus ons ophalen om ons naar het centrum te brengen en deze brengt ons later weer terug naar de hotels. Van Jane horen we later dat Mena Eng financiele problemen heeft en in bijna geen hotel meer welkom is. Wij zijn al de derde groep met problemen maar dit is de eerste keer dat het zo erg is (en er komt dit jaar nog een groep!!). de bootjes worden door de modder gesleurd in het vogelreservaat bij Nickerie

Zaterdag 12 novemberParamaribo - Galibi

Voor we naar Galibi gaan, gaan we eerst naar de supermarkt om proviand voor onszelf in te slaan. Daarna op weg, voor de eerste keer rijden we over de grote brug. Na een uurtje rijden stoppen we bij een wegrestaurant. De eigenaar is een Surinamer die 15 jaar in Nederland heeft gewoond en nu terug is samen met zijn Poolse vrouw. We krijgen 2 broodjes en thee of koffie. Om een uur of 12 zijn we in Albina. Dit is een vreemd stadje. Druk en rommelig. Onze boot ligt al klaar, maar door de slechte organisatie van Gilbert gaat alles weer heel chaotisch. We weten niet of wij hier op de andere groep wachten, of de bagage al in de boot kan enz enz. Op den duur zijn we dan toch achter dat wij en de bagage in de boot kunnen en dat wij de anderen in Frans Gyana op gaan halen.
Als we weer compleet zijn, zetten we koers richting Albina, zo'n anderhalf uur varen. Onderweg krijgen we nog een fikse regenbui in de boot. Albina ligt op het strand. We slapen weer in groepsaccomodatie en delen weer met Henk en Erna een kamer.
Om 5 uur krijgen we een dorpswandeling. Heel het dorp ligt op het zand wat zwaar loopt en je voeten worden er pikzwart van. Bij het vrouwencentrum kunnen we naar binnen. Ze verkopen zelfgemaakte sierraden. De opbrengst gaat deels naar de maakster en deels naar het vrouwencentrum waar de vrouwen gezamelijk iets van doen. Ik koop een paar kettinkjes voor mijn nichtjes.
Terug bij de lodge, blijkt dat we vanavond geen licht hebben. Ze hebben verkeerde benzine meegenomen! Wij denken dat er niet voor betaald is, want het is toch wel raar dat ze nergens de goede benzine in het dorp kunnen kopen. Wij zitten als enige zonder licht. Affijn dat gaat best hoor. Met de zaklampen komen we een heel eind. Bij het eten hebben we een heel piepklein lampje wat brand op een accu. Het eten is ook hier weer verschrikkelijk en heel weinig (gelukkig hebben we genoeg chips bij). Omdat er zonder licht weinig te doen is liggen we al vroeg in ons bed.

Zondag 13 november Galibi - bezoek Frans Gyana

Vandaag gaan we een dagje naar Frans Gyana. We gaan het schildpaddencentrum bezoeken. We zijn niet in het seizoen en zullen dan ook geen schildpadden zien. Trouwens ook het museum gaan we niet van binnen zien, want dat is gesloten op zondag. Weer zo'n handige actie, maar dat wisten we toen nog niet.
Met de boot varen we in ong. 40 minuten naar de overkant van de rivier. Het uitstappen valt niet zo mee, met de stroming en de branding. Als we allemaal aan wal zijn lopen we in ong. 15 minuten naar het winkeltje waar drinken gekocht kan worden (en in Euro's kan worden betaald, frans gebied). Nadat iedereen voorzien is lopen we over het strand naar het schildpaddencentrum. Dat is best nog een hele wandeling. Een half uur, dat is niet zo lang, maar ik had er eerlijk gezegd niet opgerekend. Het centrum is (buiten het seizon) dus dicht op zondag. We gluren door de ramen en lopen dan maar weer terug richting winkeltje waar in de rivier gezwommen kan worden. De stroming en golfslag zijn vrij sterk, maar leuk om in te zwemmen.
Weer terug in Galibi lunchen we en dan is iedereen vrij om te doen en laten wat hij/zij wil. Om 4 uur gaat het vrouwencentrum nog voor ons open en ik koop nog een aantal dingen. Ook kopen we nog bier en dan begint een hele gezellige namiddag met Jolanda, Diana en Bettina op de veranda van onze lodge. vieze voeten in Galibi

Maandag 14 november Galibi - Paramaribo

Het plan is om tussen 10 uur en half 11 te vertrekken, maar ook nu wordt ons geduld weer op de proef gesteld. We snappen niet dat we niet om 9 uur zijn vertrokken (ontbijt 8 uur). Op die manier zou je vrij vroeg in Paramaribo terug kunnen zijn en daar nog wat kunnen doen, maar ja zo gaat dat dus niet. Om half 11 heeft nog niemand aanstalten gemaakt om de boot te halen en we nemen zelf maar initiatief. De bagage ligt dan al aan het strand. Als de bagage aan boord is, zien we Sjors (bootsman) nog op zijn gemakje richting douche vertrekken. Als dat dan ook gebeurd is komt hij naar de boot met 2 palen en gaan ze nog even rustig een boeitje slaan, terwijl 20 man al een uur staan wachten. Affijn we vertrekken zo rond 12 uur. Er staat 1 busje waar alles in moet. Het lukt maar dan ook maar net. We hebben een gelukkig een goed plekje, want 3 uur hobbelen op een klapstoeltje is geen pretje. Normaal regelt de reisbegeleider dat de stoelen roleren, maar hier is het wie het eerst komt die het eerst maalt.
Lunch gebruiken we in het sportcomplex van Ronnie Brunswijk. De lunch is meegekomen uit Galibi. Dan is het nog een uurtje rijden voor we weer in Paramaribo zijn. We slapen in weer in het Queens hotel. Om half 8 is het afscheidsdiner aangeboden door Mena Eng. Wij gaan niet mee, Rogier heeft helemaal nog geen zin in eten en ten tweede hebben we ook helemaal geen zin om de mooie praatjes van Boike (directeur Mena Eng) aan te horen. Hij maakt de slechte organisatie niet goed met een etentje.

Dinsdag 15 november Paramaribo - Amsterdam

De ochtend besteden we aan het kopen van souvenirs. Om 12 uur gaan we nog wat eten bij het Vat en om half 3 worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. We checken in en gaan dan weer naar buiten, want daar is de wachthal. Gilbert is weer al gevlogen en het is best even verwarrend wat we moeten doen, had hij wel even kunnen uitleggen. We komen er acher dat we een formulier in moeten vullen. We mogen nog niet verder want de soldaten zijn er nog niet. We wachten geduldig en staan dan (achteraf gelukkig) vooraan als ze aankomen. Iedereen wordt apart gecontroleerd. Mannen en vrouwen moeten apart in de rij en worden dan een voor een in een kamertje geroepen en kort verhoord en gefouilleerd. Als je dikke zolen aan je schoenen hebt wordt gekeken of je daar niets in hebt gestopt. Je begrijpt dat dit best veel in tijdin beslag neemt en dat je als je laatst bent sta je uren in de rij. Wij hebben nu meer dan genoeg tijd op de winkeltjes te bekijken.
We zien het vliegtuig ook nog landen en vertrekken zelf netjes op tijd richting Nederland.

Woensdag 16 november Amsterdam

Op schiphol is er totale controle, want dit is een risicovlucht (bolletjesslikkers). Er is een slurf waar iedereen door moet. Ze komen met hashhonden door de passagiers lopen. Je krijgt tassencontrole en paspoortcontrole direct uit het vliegtuig. Het duurt 2 uur voor we bij onze bagage zijn en ook die wordt nog een keer gecontroleerd.

tenslotte:

Ondanks de slechte organisatie door Mena Eng/Djoser hebben we een hele mooie vakantie gehad. Toerisme in Suriname staat echt nog in de kinderschoenen. Het is een prachtig ongerept land, met veel Nederlandse geschiedenis. Ondanks alles hebben we geen spijt dat we deze reis gekozen hebben, want we hebben prachtige natuur gezien en leuke dingen beleefd. We weten ook wel dat er eens iets misgaat, maar niets van wat is misgegaan op deze reis was overmacht. Alles was te wijten aan slechte organisatie en geld besparing waar wij de dupe van zijn geworden. Je betaald toch veel voor zo'n reis en mag dan verwachten dan minstens het aangeboden programma wordt aangeboden. Dit is niet gebeurd. Ook denk ik dat veel voorkomen had kunnen worden als Djoser op deze reis ook een Nederlandse reisbegeleider zet. Een Surinaamse reisbegeleider denkt niet vanuit Nederlandse begrippen en is in dienst van Mena Eng, dit geeft tegenstrijdige belangen. Later hoorden we dat Gilbert speciaal door Mena Eng was ingehuurd om ons kalm te houden. De vorige zou ontslagen zijn omdat hij teveel voor de gasten deed. Onderweg spraken we een Nederlands reisbegeleider van een andere organisatie en hij zei dat te laat komen en te weinig eten bij hem niet voorkomt. Het hoeft dus niet! We hebben na thuiskomst een klachtenbrief aan Djoser gestuurd, maar 4 weken na het versturen van onze brief hebben we nog geen reactie. Wij zijn zelf erg benieuwd naar hun reactie.

De reactie van Djoser kwam uiteindelijk net een week voor de uiterlijke claimdatum bij het ANVR. Maar niet voordat ik er nog diverse malen voor heb moeten bellen en nog een boze fax heb moeten sturen. Djoser heeft gaf ons geen gelijk. Volgens hun was er genoeg eten. De koks hadden een dikke fooi gehad, dus schijnbaar hun best gedaan. (De hoogte van de fooi werd pas aan de groep doorgegeven toen de koks al uit de groep weg waren en toen vonden we het allemaal schandalig veel). Ze gaven alleen toe dat Gilbert niet zo'n zin had in de groep en had toegegeven dat hij snel geirriteerd was. Het eten was naar Djoser's zeggen afgekocht met het etentje aan de groep als afscheidsdiner en een extra nacht in het Queens hotel. Als je andere reisverhalen leest krijgen ze van Mena Eng dit diner altijd aangeboden. Kortom wij voelen ons behoorlijk bekocht door Djoser en hadden deze behandeling van zo'n organisatie totaal niet verwacht.

Wij weten echt waar we aan begonnen en zijn flexibele reizigers en de hele groep eigenlijk en dat is nog het geluk van Mena Eng geweest. Hoe deze reis is georganiseerd kon echt niet en alles was te wijten aan slechte organisatie en dat maakt ons zo boos. Als alles gekomen was door omstandigheden waar niemand iets aan kon doen, dan hadden we echt niet geklaagd. Door de slechte klachtenafhandeling van Djoser krijgt deze reis een onaangenaam bijtintje wat niet nodig was geweest als onze klacht normaal was afgehandeld en we het gevoel hadden gekregen dat Djoser onze klacht serieus had behandeld. Suriname is een bezoek absoluut zeker waard, maar wij zouden voor een andere reisorganisatie kiezen, want Djoser heeft in Suriname het niet goed voor elkaar en ze hebben een slechte klachtenafhandeling.

Benieuwd naar onze andere reizen? Kijk op de rest van onze website Reizen Rogier en Jeanine

Als je ons wilt mailen kun je dat doen naar: hug_the_world@hotmail.com


Van deze website mag niets zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen of gebruikt op welke manier dan ook.