WERENDIJKE IN DE OORLOGSJAREN

 

In Maart 1941 verhuisden we als familie Dingemanse van de ‘Kaasboer’ te Biggekerke naar de boerderij ‘Werendijke’ in Zoutelande. Dit bedrijf kwam vrij doordat de pachter hiervan sympathiseerde met de NSB, meer technicus was dan boer en naar Brabant vertrok en later in de Duitse oorlogsindustrie ging werken. De oude eigenaren bleven ook op de boerderij wonen, het was het echtpaar Maas - Mauer.

Het jaar 1941 was als oorlogsjaar nog betrekkelijk rustig. Op een zondag morgen net voor kerktijd gebeurde er wel een verkeersongeval met twee auto’s van de bezetters die elkaar tegen kwamen op de weg tussen de oprijbaan van Werendijke en de boerderij van de Fam. Wisse, schuin tegenover ons. Een van de auto’s kwam in de sloot terecht, sloeg over de kop en kwam op het fietspad naast de weg. De twee voorin gezeten officieren kwamen met de schrik vrij, de achter inzittende soldaat lag onder de wagen, en is aan zijn verwondingen overleden. Het tragische is, wat later bleek, dat de soldaat de chauffeur was en op verzoek het stuur had overgegeven aan één van de officieren, die het ongeluk had veroorzaakt.

In Juni 1942 is de bezetting zwaarder geworden en is een aanvang gemaakt met de verdedigings werken op het eiland, aan de kust was dit al eerder begonnen. Op ‘Werendijke’ werd gelegerd de 2e Batterij Veld Artillerie. Er werd gebivakkeerd op de boerderijen, in schuren en stallen voor het materieel en paarden, de manschappen werden ingekwartierd in het huis. In één van de kamers van ons huis de commandant en in de ‘bakkeet’ twee onderofficieren, de manschappen sliepen op een gedeelte van de zolder. Vrijdags mocht mijn moeder de bakoven gebruiken om brood te bakken met als tegen prestatie één tarwebrood voor de onderofficieren, dat smaakte waarschijnlijk beter dan het wat zure rogge ‘soldatenkuch’. Vrij snel werden barakken gebouwd, twee bij ons op het bedrijf en twee aan de overkant op het bedrijf van de buren. Bij ons zat de administratie, de officieren en de koks. De commandant bleef in ons huis. Aan de andere kant van de weg zaten de manschappen en stonden de paarden. In de weilanden daarachter werden stellingen gebouwd en de kanonnen opgesteld, later zijn de bunkers daar gebouwd, die als stille getuigen aan die tijd aan de Blauwpoortse weg staan.* Tijdens de barakken bouw, heeft een Duits militair muziekkorps op een zondagavond een concert gegeven ter ontspanning van de soldaten. ‘s Avonds zongen de soldaten dikwijls ‘Heimat’ liedjes en bij mooi weer lagen ze te zonnen in hun blootje in de wei, het was allemaal nog onschuldig!

In oktober van dat jaar is dit onderdeel vertrokken naar frontlinies elders in Europa. We kregen toen samengevoegde onderdelen die terug werden gehaald uit Rusland en die hier op ‘verhaal’ konden komen. Deze militairen zijn gebleven tot juni 1943, en van deze kan ik nog vele namen herinneren waaronder Erich Kistner uit Würtsberg met wie ik later vanaf 1980 correspondeerde en die ik in de zomer van 2002 heb ontmoet, na 60 jaar! Elke avond werd bij ons op het erf appél gehouden, de soldaten kwamen vanuit de stellingen en barakken al zingende aan gemarcheerd, en stelden zich op tussen de schuur en officieren barak. Post werd uitgedeeld, orders voor de volgende dag gegeven en ook wel straf uitgedeeld, daarna konden ze warm eten afhalen in de keukenbarak. In de barakken werkten vrouwen en meisjes uit de omliggende dorpen, dit was door de bezetter verplicht gesteld! Ze moesten deze schoon houden en in de keuken aardappels schillen, groente schoonmaken enz. Onder het paarden volk waren veel Duitse boeren die belangstelling toonden voor ons vee en gewassen. Één heeft er bij ons, met een span ‘Blauwschimmels’, geholpen met de voorjaars werkzaamheden. De troepen zijn op een zondag in juni 1943 vertrokken naar Zuid - Europa in de buurt van Rome, waar voornoemde Erich Kistner bij latere informatie gewond is geraakt.

Daarop kregen we troepen van de FLAK* die droegen blauw - grijze uniformen, ze hadden in Noord - Afrika gevochten, wat nog te zien was aan hun camouflage kleuren (woestijn geel op hun materiaal). Deze troepen waren gemotoriseerd en hadden veel buitgemaakt Frans oorlogsmateriaal, de vrachtwagens waren van het merk Renault. In die tijd werden ook al boeren ingeschakeld om met paard en wagen verplicht voor de Duitse Werhmacht te rijden. Aanvoer van de bunkerbouw vanuit Middelburg, en proviandering voor de bezetter. Dit werd betaald en geregeld vanuit de gemeente - secretarie, het verzamelpunt was in de Duinweg bij ‘Duinrust’ een huis dat ook gevorderd was en waarin de administratie was gevestigd. Binnen in het gebouw stond met grote letters geschilderd: "Auf der seconde kommt es an"!

In het voorjaar van 1944 zijn deze troepen ook weer vertrokken en is het een komen en gaan geweest van verschillende leger eenheden. In de zomer is er ook infanterie op de boerderij bij gekomen, eerst gebivakkeerd in de schuur, later in bunkertjes. Dit waren soldaten van de z.g. ‘Wittebrood – Divisie’, samengesteld uit oudere soldaten en maagpatiënten. De bunkertjes zijn gebouwd door Italiaanse krijgsgevangenen, aanhangers van Bagdolio, een tegenspeler van Mussolini, ze waren gehuisvest in ‘Huis ter Duin’ in de Duinweg. Er stonden er bij ons op de boerderij een drie tal, tevens werden er schuttersputten, loopgraven en een mitrailleur stelling ingericht.

Ik ging in die tijd op de Lagere Landbouwschool in Middelburg en wegens vordering van schoolruimte door de Duitsers, werd er les gegeven in de consistorie van de Gasthuiskerk, ingang Nieuwstraat. Tussen de middag speelden we als jongens op de puinhopen van verwoeste en verbrande huizen van deze stad. Ook ik moest regelmatig met paard en wagen voor de Werhmacht rijden, ook wel bomen slepen over de duinen naar het strand voor de opbouw van de kustverdediging. Velen werden in die tijd verplicht tewerk gesteld om boomstammen in het land te planten de z.g. "Rommelasperges" en om schuttersputten te graven.

Na de invasie op 6 juni 1944 werd het spannender, de Duitsers nerveuzer, de activiteiten in de lucht namen sterk toe. Luchtaanvallen en luchtgevechten en vooral in de nacht het ronken van overvliegende bommenwerpers naar doelen in Duitsland. Als de laatsten op de heenvlucht amper over waren, kwamen de eersten alweer terug! In augustus moesten veel boeren en knechten mee met troepen verplaatsingen naar België via de Westerschelde. Met paarden en wagens voor transport van materiaal en wapens. Ook mijn vader moest mee eind augustus. Hij is tot in Zelzate geweest, de geallieerden waren toen al in Gent. Ze zijn teruggekeerd naar Zeeuws Vlaanderen waar ze onder zware beschietingen zijn terechtgekomen. Toen wij in de avond op bed lagen hoorden we het kanon gebulder aan de ‘overkant’. Door toedoen van een Duitse luitenant is hij samen met een knecht van het bedrijf van mijn grootvader gecamoufleerd op een Duits kanon, met Duitse troepen mee terug gekomen over de Westerschelde. Enkele dagen na ‘Dolle Dinsdag’ was hij weer thuis, het paard is in Zeeuws Vlaanderen dood geschoten, de wagen hebben we in het voorjaar van 1946 weer teruggehaald. Rond die tijd waren alle militairen verdwenen de barakken stonden leeg, later zijn er weer kleinere eenheden teruggekomen.

De bombardementen op de Walcherse bunkers aan de kust namen in hevigheid toe en in oktober de bombardementen op de dijken, met het gevolg de inundatie van het eiland. Het leven ging op de boerderij toch gewoon door, aardappelen rooien, de kuilen zijn later allemaal door het zeewater weggespoeld. Voederbieten werden in de schuur verzameld, suikerbieten zijn niet meer gerooid en zijn later in het water vergaan.

Op 18 oktober moesten we de boerderij verlaten voor het opkomende water. De bevrijding hebben we meegemaakt op het dorp Zoutelande, Daar zou een verhaal apart over te schrijven zijn. Op 15 januari 1946 zijn we teruggekeerd naar ‘Werendijke’, dat in een desolate toestand verkeerde een deel van het huis was bewoonbaar, de schuur leek meer op een geraamte, de grond was zilt en nat.Een grote taak wachtte ons om alles weer op te bouwen, wat tijd geld en inspanning heeft gekost.

Maar we waren levend en gezond door de oorlogsjaren heen gekomen.

 

Bram Dingemanse

 

Noten*
Dit waren 2 geschutskazematten van het type 611, Batterij Werendijke, Stütspunkt 'von Seeckt'


De hoofd schootsrichting was het strand van Westduin tot aan de Boulevard Vlissingen, vuur uitbrengende op de stranden als de landing was ingezet.
Zo hadden alle inlandige batterijen op Walcheren hun schootsrichting dekkend over de stranden liggen en stond in de duinen bij dat strand een observatie bunker om dat vuur te leiden.
Voor Werendijke was dat een type 120 bij Westduin.

In de observatie bunker van het bunkermuseum in Zoutelande, is een kaart waar alle schootsvelden op staan.

Bron: Stichting Bunkerbehoud

FLAK = Flug(zeug) Abwehr Kanone (Luchtdoelgeschut)

Zoutelande 60 jaar bevrijd

Home