HUIZE "IRENE" IN OORLOGSTIJD 

Ons huis op Duinweg 8 in Zoutelande werd gebouwd in 1938-1939, en "Irene"genoemd naar Prinses Irene, die in Augustus 1939 werd geboren. Wat een ironie als we kijken naar de titel van dit verhaal: Irene betekent ‘de vredelievende’. Het huis was gemaakt voor de verhuur aan (bad)gasten die in die tijd al naar Zoutelande kwamen. Mijn vader en moeder hadden dit huis daarvoor gebouwd en 1939 was ook hun trouwjaar dus de toekomst lag voor hun open.


Huize "Irene" 1939

De eerste ‘gasten’ die in Mei 1940 kwamen waren niet welkom, en de Duitsers vorderden het gebouw, en op één kamer en slaapkamer na, hadden mijn ouders niet veel meer voor henzelf. Ook had mijn vader een garage die voor reparatie van militaire voertuigen ‘gebruikt’ werd. Dit duurde tot "Dolle Dinsdag", toen verlieten ze in grote haast het dorp en ook ons huis, een grote rotzooi achterlatend. De geallieerde opmars bleef uit, zodat het ‘Herrenvolk’ weer terugkwam. Toen de luchtbombardementen op de Westkappelse zeedijk losbarsten op 3 oktober 1944 en de slag om Walcheren begon, kregen we andere gasten in ons huis.

Mensen die hun huis kwijt zijn omdat het in het water stond of omdat het gebombardeerd was. In totaal met mijn ouders en mijn persoontje werd ons huis bewoond door 22 mensen. Daar had je de Fam. A.Janse uit ‘Snabbeldurp’, met 3 kinderen. Hun boerderij stond in het water en ze waren naar het dorp geëvacueerd. Ze sliepen bij ons op zolder, en hadden op de beneden verdieping de woonkamer en keuken tot hun beschikking. De woonkamer deelden ze met de families D.Stroo en K.Francke ( 4 personen), waarvan de vrouw zwanger was.

In de loop van Oktober, terwijl er meer dijkgaten bijkwamen, steeg het water op Walcheren en kwamen er meer mensen die hun huizen moesten verlaten. Ook een oom en tante van mij die in de Langendam 29 een tijdelijk onderdak hadden gevonden moesten daar weg. Er kwam een familie uit Meliskerke die met z’n vieren waren en de Fam. P.Verhage uit de Molenweg moest vluchten voor het steeds maar verder oprukkende water.

Zo was ons huis vol met mensen toen die verschrikkelijke nacht van 1 op 2 november aanbrak. Door de beschietingen vanuit zee door de Engelse landingsvloot waren we met z’n allen naar de bunker van de Duitsers gevlucht, die achter ons huis in de duinen stond. We mochten naar binnen en stonden en lagen daar dicht op elkaar. Voor de luchtverversing zorgden mannen die aan een handwiel moesten draaien die een ventilator in beweging bracht. Als kind van 4 jaar oud is dat een van de herinneringen die je altijd bijblijven!

Dan de ochtend van de 2e november gaat de deur van de bunker open en een Duitser schreeuwt: "Tommy kommt". De Duitsers geven zich over, en ik proef voor het eerst van m’n leven chocola wat door de Engelse Commando’s wordt uitgedeeld. Andere taal, andere uniformen maar wel vriendelijker. ‘sAvonds was het ‘feest’ in ons huis met al zijn gasten, wel bij kaarslicht en de ramen waren dicht gespijkerd met planken want er was geen ruit meer heel. Maar we waren er allemaal en hadden de oorlog overleefd. De dag na de bevrijding werd er een dankdienst gehouden in de Kerk, waarvan het dak was stukgeschoten, met alle gezindten en Engelse commando’s. En op 7 november wordt Piet Francke in ons huis geboren, het leven had zijn rechten weer opgeëist!

Het was voor mijn ouders een teleurstelling dat we niet in ons huis mochten blijven wonen. Het eiland stond onder water, de winter voor de deur en weinig of geen voorzieningen. Net als zoveel mensen op Walcheren die niet noodzakelijk moesten blijven voor de wederopbouw werden wij geëvacueerd naar Zuid-Beveland.

Een reis met veel omwegen en gevaar.

Januari 1945 was het zover, een tiental DUKW’s (amfibietanks) reden via het ‘Martgat’ in Zoutelande het strand op en de zee in. Buitenom naar Vlissingen, over de verwoeste boulevard en via het kanaal door Walcheren naar de ambachtschool in Middelburg. Een tocht van 4 uur en ik vond het prachtig. Dat voor het Nollegat een DUKW motorstoring kreeg en op sleeptouw genomen moest worden verhoogde de spanning! In de ambachtschool werden alle mensen geregistreerd en hoorden wij dat we naar Wolphaartsdijk moesten.

In dit dorp zijn we wel op drie verschillende adressen geweest, het een beter dan het andere want niet alle mensen daar zaten op ons te wachten!.

Mijn vader ging geregeld terug naar Zoutelande om te kijken hoe het in het dorp ging en in het bijzonder in ons huis. Boer Janse en Stroo woonden er nog, zij hoefden niet te evacueren daar zij koeien en klein vee te verzorgen hadden. "De garage stond vol met zakken graan, en het wemelde er van ratten en muizen", vertelde mijn vader bij thuiskomst.

Toen er een mogelijkheid zich voordeed dat we terug konden naar Zoutelande hebben we dit met beide handen aangegrepen, in november van 1945. Gelukkig dacht ik toen we onze straat inreden het huis staat er nog, nu komt alles weer goed. En het is goed gekomen, in februari 1946 werd het laatste dijkgat gedicht en kwam Walcheren weer boven water.

De wederopbouw gaat door en Huize "Irene" werd weer opgeknapt.


Huize "Irene" na de oorlog

De eerste toeristen kwamen weer naar ons dorp en het huis werd nu gebruikt waar het 7 jaar geleden voor gebouwd werd.

Ik heb er zelf 56 jaar gewoond en samen met mijn vrouw 30 jaar, zodat een  deel van mijn leven er zich heeft afgespeeld.

Dit verhaal kwam in het voorjaar 1994 tot stand na gesprekken met mijn moeder Mevr. J. A. Koppejan – van Zandwijk in het verzorgings tehuis "Ter Mantelinge", Domburg.

Rogier Koppejan

 

 

Zoutelande 60 jaar bevrijd

Home