home

 

 

De leer van de cyclussen

N. L. Vas

De leer van de cyclussen geeft ons een wetenschappelijk, filosofische en religieuze basis voor een alomvattende levensfilosofie. Waarom deed Jezus de uitspraak, "keer hem ook de andere wang toe"? Matteus 5:38-41. Hier kom ik straks op terug. Wij zien veel onenigheid om ons heen en weinig woorden van verzoening. Het is alsof wij de weg kwijt zijn. Als wij onze geestelijke erfenis niet onderzoeken, dan zullen we een generatie achterlaten die veel meer in de war is dan dat wij zijn. Zij zullen veel minder geloven in de Bijbelverhalen.

Ik zal in deze lezing proberen te laten zien dat de mens een onderdeel van het heelal is. Dat onze daden en gedachten terug keren naar ons in een cyclische vorm. Willen we leven in harmonie met de natuur dan zullen we ons gezond verstand moeten gebruiken. Ook wil ik het met u nog hebben over het ontstaan van de kosmos.

Cyclussen zijn zo gewoon en vanzelfsprekend. We kunnen ons niet voorstellen hoe de wereld er uit zou zien, zonder dag en nacht, slaap en waakritme en alle andere cyclussen, te veel om op te noemen. De leer van de cyclussen is de belangrijkste in de theosofie, omdat deze aan de basis van alles staat.

Waar komt het woord cyclus vandaan? Het komt uit het Grieks, kuklos (kring, cirkel of wiel). In het Sanskriet is er een woord dat daar erg veel op lijkt. Dat is het woord kalpa. Een kalpa is een enorme lange tijdseenheid, 432.000.000 jaren of één dag van Brahmâ. Hoe kunnen we deze eenheid beschrijven? Wij kunnen door de volgende gelijkenis het woord kalpa illustreren: "wrijven we ééns in de honderd jaar met een zijden doek over een vaste rots van een kubieke kilometer, de rots zal eerder verdwenen zijn dan een kalpa verstreken is".

In de oudheid begreep men de wet van de cyclussen. Men wist dat zij een onderdeel waren van het kosmische plan van eenheid. Men leerde, "Zo boven, zo beneden". Nu kunnen we naar de maan vliegen, daar rondlopen en terugkomen. Wij zijn zo overtuigd van onze kennis en ons kunnen, dat wij denken dat we zonder de oude leringen kunnen leven.

Madame Blavatsky was de boodschapper van de Meesters van wijsheid en mededogen. In 1875 is het Theosofische Genootschap opgericht door haar en anderen. Zij heeft erop gewezen dat er een zeer oud boek is, dat de Wijsheids-Religie heet. Het is een werk van generaties van Adepten en is de erfenis van de mensheid. Dit werk is geschreven in symbolische taal en wordt geheim gehouden door de huidige Adepten. Haar meesterwerk De Geheime Leer geeft enkele verklaringen uit dit boek. De Geheime Leer heeft drie grondstellingen.

1. Er is een onnoemelijke, ondenkbare aanwezigheid in alles en is ook alles. Het gaat boven het menselijke verstand. Men noemt het, Het Absolute, overal en in alles aanwezig.
2. De eeuwigheid van het heelal, dat is de speeltuin van oneindige heelallen die komen en weer verdwijnen. Het komen en gaan van de
heelallen gebeurt met de regelmaat van cyclussen net als de eb en vloed van de zeeën.
3. De eenheid van alles. Wij zijn allemaal gelijk in onze kern, diep in ons hart zijn wij kinderen of vonken van Het Absolute.

De cyclussen komen uit de tweede grondstelling van de Geheime Leer. De oude wijsheidstraditie zegt dat de wereld een emanatie is, een uitvloeiing van het Absolute en niet een creatie van God. Het is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Het wordt zichtbaar, heeft een leven, dan verdwijnt het voor een rustperiode. Dit komen en gaan houdt nooit op. Wanneer een heelal te voorschijn komt dan begint de wet van Karma. Karma is een Sanskriet woord en betekent de wet van oorzaak en gevolg. Deze wet is universeel in de natuur.

Wat betekent dit voor de mens? Als de werelden komen en gaan, dan geldt dat ook voor ons mensen, "zo boven, zo beneden". Wij worden geboren, leven hier, dan sterven we en komen over een tijd opnieuw in een andere geboorte. De wet van Karma, oorzaak en gevolg, is niets anders dan wat in de Bijbel staat. "Wat je zaait, dat zul je oogsten". Oogsten kun je in dit leven of in een toekomstig leven, wanneer de zaden wortel schieten dan zal je oogsten.

Evolutie is een cyclische wet. Wanneer wij terug komen, of nieuwe lichamen nemen, evolueren wij. We krijgen een nieuwe kans, iets wat wonderbaarlijk is. Elke nieuwe dag is iets wonderbaarlijks. We krijgen steeds een nieuwe kans. Het mensenras is zijn kinderjaren ontgroeid. Wij zijn wel degelijk verantwoordelijk voor onze daden. Er is geen reddende entiteit die de harmonie herstelt, wanneer wij de wetten van de natuur niet gehoorzamen. Er is ook geen plaatsvervangend lijden. Zoals ik in het begin al zei, kom ik nu op Jezus terug. Hij was een ingewijde. Hij wist waar hij het over had toen hij zei, "keer hem ook de andere wang toe". Hij wijst op de wet van Karma en cyclussen. Wijselijk heeft hij dit aangeraden, om strijd in een toekomstig leven te voorkomen. Ik zeg niet dat we de andere wang moeten geven, maar probeer de weg van verzoening op te gaan. Wanneer we slechte daden zaaien, dan zullen we slechte gevolgen oogsten.

In onze huidige samenleving zien we dat de mens de weg kwijt is. Overal is er onenigheid en weinig mensen spreken van verzoening. Mensen hebben het steeds over normen en waarden, en toch zien we dat de mens radicaler aan het
worden is. We kunnen beter de woorden van Jezus in de praktijk brengen en onze naasten lief hebben.

Het is tijd dat wij ons verstand gaan gebruiken. Wij zijn moreel verantwoordelijk voor onze gedachten en daden. Willen we een betere toekomst voor ons zelf verwachten, dan moeten we nu het zaad zaaien. Toeval speelt geen rol. Onze huidige toestand is tot stand gekomen uit vroegere levens. En onze toekomst is afhankelijk van wat we nu doen.

Het lijkt alsof het ons nu aan geestelijke groei ontbreekt. Wij hebben heimwee, en zeggen dat vroeger alles beter was en mooier. We zien niet meer het wonder van elke nieuwe dag. We leven nu! Onze huidige gedachten en daden hebben we zelf in de hand. Gehechtheid aan het verleden houdt ons tegen, en we genieten niet meer van elke nieuwe dag. Onze kennis is erg beperkt. Een stratenmaker gebruikt nog steeds de stelling van Pythagoras om een rechthoek uit te zetten. Wij hebben de oude wijsheidsreligie nodig om moreel verantwoordelijk te leven.

De cyclussen van aardbevingen, en andere natuurrampen zijn nu actueel, maar zijn van iedere tijd. Ziekten zoals AIDS en andere besmettelijk virussen steken de kop op. Maar de natuur is ons goed gezind. Wij krijgen telkens een nieuwe kans om te verbeteren. Als een boer te veel jaren boert op een stuk land, dan zal het land op den duur niet veel meer opleveren. Het heeft rust nodig. Zo is het ook met het water van de oceaan. Het heeft rust nodig na zo veel duizenden jaren. Een goed voorbeeld is regenwater. Het valt op de aarde, wordt gebruikt door planten en bomen, verdampt en vormt wolken. Later valt het weer op de aarde als regen of sneeuw. Dit gaat steeds door tot het niet veel meer oplevert. Als het water rust nodig heeft, dan gaan we door een ijstijd.
De cyclussen beginnen opnieuw.

De zon is het hart van ons zonnestelsel. Wij kennen allemaal dat beeld van het atoom. Dit is een voorbeeld van "zo boven zo beneden". Het beeld van ons zonnestelsel is niet veel anders. Over de zon weten we dat de
zonnevlekken terugkomen in een cyclus van 11 jaar. Dit stellen we voor als de
hartslag van de zon. We kunnen het vergelijken met ons eigen hart, want onze hartslag is ook een cyclus.

Onze hartslag werkt in een cyclus van 4320 maal per uur. Wij ademen in en uit 25.920 maal per vierentwintig uur. De zon heeft een cyclus van 25920 jaar nodig om door de dierenriem te bewegen. Er is een sleutelgetal van 4 3 2. Dit vinden we terug in de pythagorische Tetraktys, (zie beeld). Hier komt de vorm van 4 3 2 van onderaf gezien. Steeds weer is er een vast getal dat terugkeert in een cyclische regelmaat.

Cyclussen moeten de belangstelling trekken van alle intelligente mensen. Zij zijn de werking van de natuur zelf. Zij worden niet opgelegd van buiten het heelal. Zij zijn de ware uitdrukking van de interne, onzichtbaar goddelijke kracht. Het heelal en zijn evolutionaire veranderingen zijn eeuwig. Het menselijke lichaam kopieert de Natuur, het kan niet anders doen. Hemellichamen volgen de natuur ook, zij kunnen ook niet anders doen. Het is voor hen niet mogelijk. De keten van de natuur en de keten van het lot kunnen niet gebroken worden. Alles wat is, is cyclisch. Er is één fundamentele wet, één kosmisch plan. Cyclussen zijn herhalingen van het Goddelijke plan. Wij spreken dan van de leer van de cyclussen, deze zijn niet nieuw.

Voor ons lijken ze nieuw, omdat de Moderne Wetenschap en onze huidige
godsdiensten onderwijzen systemen die tegen de natuurwetten zijn. Wij zijn natuur producten en moeten deze wetten volgen. "Bij ieder volk was de cirkel het symbool van het onbekende - 'grenzeloze Ruimte' - de onkenbare godheid. Hij stelt de grenzeloze tijd in de eeuwigheid voor. Uit deze cirkel komt het stralende licht voort - de universele ZON. Er zou geen beter natuurlijke symbool kunnen worden gegeven, waarvan de omtrek en middelpunt overal is, in elke punt van het Heelal". De Geheime Leer., deel I., blz. 114.

Hier wil ik een abstracte beeldvorming van de geboorte van een heelal weergeven. Er ontspringt eerst een punt uit het niets ( zie beeld 1), zoals een wolk uit een blauwe hemel. Die punt komt uit het Absolute. Dit is boven het menselijke begripsvermogen. Vanaf dit punt komt het volgende, beeld 2;

 

 

Beeld 2 geeft het begin van leven aan. Hier begint karma. Er is een oorzaak en vanaf hier zal er een cyclisch gevolg beginnen. Licht ontspringt uit het punt. Dit wil zeggen dat bewustzijn en materie actief worden. Geest en materie, dat zijn plus- en min polen. Deze aspecten van het absolute ontwikkelen
afzonderlijk, maar met elkaar. Een goed voorbeeld van dit proces is de bloedsomloop van de mens. Schoon bloed wordt uit het hart gepompt, en verwerkt bloed komt terug naar het hart en niet anders om.

Een constante cyclus van doorstromingen. Vanaf dit punt worden de verschillende melkweg- en zonnestelsels gevormd. Tegenwoordig is men in staat een gedeelte van het heelal in kaart te brengen, zie beeld. Dit voort komen en teruggaan van werelden gebeurt met de regelmaat van eb en vloed. Het lot van de mens is verbonden met de loop van de hemellichamen. Een voorbeeld hiervan: onze lichamen worden onderhouden door de levenskracht van de zon. Wij hebben de zon nodig voor ons welzijn. Wij zijn kinderen van de geestelijke Zon. Onze erfenis is Goden te worden in de verre toekomst. Wij hebben een oneindig verleden en ons toekomst is ook oneindig. We kunnen nooit echt dood gaan. Ik bedoel dat alleen onze lichamen de strijd opgeven en gaan rusten. Voor de ziel is er geen dood. Alles is in voortdurende voort beweging, teruggaan kan niet. We kunnen wel groeien en ontwikkelen.

De menselijke fase is een overgangstijd. We zullen niet altijd mensen blijven. Maar de cyclus van de mens is niet compleet tot hij het aardse leven is gepasseerd. Van oudsher werd geleerd dat de mens betrokken was bij, en deel had aan alle natuurlijke processen. Hij is een onafscheidelijk deel van het heelal. Het is deze kennis van "de dingen zoals ze zijn" die de mens bevrijdde van de angst voor de dood.

In de theosofie kennen wij de vier heilige jaargetijden. De winter- en zomerzonnestilstand, en de lente- en herfst nachtevening. Dit zijn vier jaargetijden waar inwijdingen plaatsvinden op de aarde. Deze inwijding gebeurt als een mens zijn lagere begeerte heeft overwonnen en klaar is om het ware zelf te ontdekken.

Ik heb getracht te laten zien dat de mens een vonk is van het Absolute. Dat onze daden en gedachten terugkeren naar ons in een cyclische vorm van zaaien en oogsten. Willen we leven in geluk en vrede dan zullen we ons gezond
verstand moeten gebruiken. De geestelijke en morele wetten gehoorzamen.

Tot slot een klein voorval. De meester vroeg zijn leerling, "Wat ziet u als u naar boven kijkt op de nachtelijke hemel? Ziet u één licht of verschillende lichtjes"?
"Ik zie één vlam met talloze niet-afgescheiden vonken", antwoordde de leerling.
"Goed gesproken", zei de meester, "en als u naar uzelf kijkt? Dat licht dat in u schijnt, is het anders dan het licht dat schijnt in uw medemensen"?
"Het is op geen enkele manier anders", zei de leerling, "hoewel de gevangene vastgeketend is door karma. En hoewel zijn uiterlijk kleed de onwetende misleidt en laat zeggen, ‘uw ziel en mijn ziel’".

terug