home

 

 



De zeven juwelen van wijsheid

U zult deze zeven juwelen aantreffen in alle heilige geschriften, verspreid weliswaar, maar u zult ze vinden als u er naar zoekt. Misschien niet allemaal bijeen in één enkel geschrift, maar twee of drie in één geschrift, misschien één hier, één daar en een derde ergens anders. Misschien worden ze met andere namen aangeduid, en verklaard op een oudere manier, toch zijn ze verkrijgbaar. Alleen in de theosofische boeken vindt u ze opgesomd of ingedeeld.

Gezamenlijk omvatten ze de volledige schat aan wijsheid en kennis die voor de mens mogelijk is. Alle inwijdingen in de geheime school zijn niets anders dan uitbreidingen van het inzicht in deze zeven fundamentele beginselen van kennis die nadrukkelijk verwijzen naar de structuur en bouw van het heelal.

De hele Geheime Leer van H.P. Blavatsky, werd bij wijze van spreken geschreven rond deze zeven schatten van wijsheid, deze zeven mysteriesleutels, ‘juwelen’ zoals ze terecht zijn genoemd. Verder zijn alle religieuze en filosofische boeken van de Ouden, vooral die over de mysteriën, rond deze juwelen geschreven. Deze juwelen zijn inderdaad vol diepe betekenis en hoe meer men ze bestudeert, hoe meer men gaat beseffen dat het esoterische sleutels zijn die alle poorten van begrip van het eigen innerlijke, ja innerlijkste zelf openen.

Tenslotte, er is geen interessant probleem dat zich bij de studie van de theosofie kan voordoen dat niet kan worden opgelost door een diepgaande studie van deze sapta-ratnâni of zeven juwelen van wijsheid.

1. Het eerste is wedergeboorte, of wederbelichaming, misschien nog beter regeneratie. In het Sanskriet wordt het punarjanman genoemd, en in het Grieks palingenesis, en beide woorden geven praktisch dezelfde gedachte weer: het eerste element in elk woord betekent ‘weer’ of ‘opnieuw’, het tweede ‘voortbrenging’ of ‘geboorte’, ‘tot aanzijn komen’.

2. Het tweede juweel, is de leer of het feit in de natuur dat ‘karma’ wordt genoemd, de leer van de gevolgen.

3. Het derde juweel is de leer van de hiërarchieën, waarvan de Sanskrietterm loka’s is.

4. Het vierde is de leer van svabhâva, dit Sanskrietwoord heeft twee algemeen filosofische betekenissen: ten eerste zelfvoortbrenging of zelfwording; daarbij is de gedachte dat de natuur ons niet doet ontstaan door puur mechanisch of zielloos te werk te gaan, want wij brachten onszelf voort in en door middel van de natuur; wij zijn een deel van haar bewuste krachten en zijn onze eigen kinderen. De tweede betekenis is dat elke bestaande entiteit het resultaat is van wat ze in haar eigen hogere natuur werkelijk is; ze brengt tot uitdrukking wat ze innerlijk is, niets anders. Een bepaald ras bijvoorbeeld is en blijft dat ras zolang de bijzondere rassvabhâva in het zaad van het ras voortbestaat en zich aldus manifesteert, enz. Hetzelfde geldt voor een mens, een boom, een ster, een god – en wat niet!

5. Het vijfde juweel, is de leer van de evolutie. Deze esoterische leer is niet die van het transformisme, wat goed beschouwd de juiste naam is voor de materialistische leer van Darwin en van de Fransman Lamarck aan wie hij ongetwijfeld het denkbeeld ontleende. Het is eerder de theosofische gedachte van ontvouwing of ontwikkeling, een leer – met involutie als logisch gevolg – die door twee Sanskrietwoorden wordt weergegeven, waarvan het eerst pravritti is, dat de ‘ontplooiing’ betekent van de geestelijke entiteit in de stof, of van de andere kant gezien, van stoffelijke levens in geestelijke entiteiten; en het tweede is nivritti, dat de ‘inwikkeling’ van geestelijke entiteiten in de stof betekent, of van stoffelijke levens in geestelijke entiteiten.

6. Het zesde juweel is de leer die door twee samengestelde woorden met een tegengestelde betekenis tot uitdrukking wordt gebracht: het eerste is amritayâna, een Sanskriet woord dat ‘onsterfelijkheidsvoertuig’ of ‘wagen of drager, of beter, pad van onsterfelijkheid’ betekent en betrekking heeft op de individuele mens; het andere is pratyekayâna, een Sanskrietwoord met de betekenis van het ‘pad van ieder voor zich’. Het kan misschien worden benaderd door de theosofische gedachte die in het woord persoonlijkheid ligt besloten. Het mysterieuze verband tussen individualiteit en persoonlijkheid komt in deze beide samengestelde woorden of technische termen tot uitdrukking, en daarop berust een hele leer of onderdeel van de prachtige filosofie van het occultisme, de esoterische leer.

7. Het zevende juweel, wordt âtma vidyâ genoemd, dat letterlijk ‘kennis van het zelf’ betekent. Deze samenstelling is slechts een woord zoals de andere, maar ze belichaamt en verhult een leer die inderdaad verheven is.

- geciteerd uit de werken van G.de. Purucker.

terug