Vrijheid, blijheid, en een uurloon waar een stratenmaker een dag voor op de knieën moet. Steeds meer IT-talenten kiezen voor een bestaan als zelfstandig ondernemer. De branche groeit nog steeds dat het kraakt en het tekort aan programmeurs en technici loopt alleen maar verder op. Het lijkt alsof de bomen tot in de hemel groeien. Maar de recente geschiedenis leert dat de wind in de conjunctuur gevoelige IT-sector onverwacht uit een andere hoek kan waaien. Hoe houdt de kleine zelfstandige zich overeind bij tegenwind?

Kleine zelfstandige bij tegenwind

door Peter Lievense 

De recent verschenen Marktmonitor van de Federatie van ondernemingen in de Nederlandse Informatietechnologie (FENIT) laat er geen twijfel over bestaan: de IT-sector heeft een uitstekend jaar achter de rug en de verwachting voor dit jaar is eveneens lyrisch.
De IT-bestedingen groeiden in 1998 met 12,5 procent tot 21,5 miljard gulden en verwacht wordt dat de afnemers dit jaar 24,2 miljard uitgeven aan de automatisering.

Eerder bleek uit een onderzoek dat diezelfde FENIT met Berenschot Informatica uitvoerde dat het tekort aan IT-ers wel eens zou kunnen oplopen van 11.300 nu tot 18.000 in 2002.
Gouden tijden dus voor de zelfstandige programmeur of systeembeheerder.
In een verklaring bij de Marktmonitor wordt de sector de motor van de Nederlandse economie genoemd. Maar dat is maar de vraag. Het lijkt eerder dat de IT-sector meelift op de vaart van de economie.

Ruud Alaerts, marktonderzoeker bij het bureau Heliview dat de feiten aandroeg voor de Marktmonitor, is wat dat betreft duidelijk. ,,Ervaring leert dat voor een groot deel van de zakelijke markt geldt dat de IT-investeringen conjunctuur gevoelig zijn. De invoering van de Euro en het millennium-probleem hebben nogal wat ad-hoc bestedingen met zich mee gebracht en dat zal nog wel even doorgaan. Maar ik verwacht dat de groei in 2001 zal afnemen. De economische indicatoren wijzen op een neergang na de eeuwwisseling. Ik verwacht dat de IT-sector daarin volgt.'‘

Hoewel Alaerts toegeeft dat het koffiedik kijken is, zou hij wel eens gelijk kunnen hebben. Tenslotte kwam de dip eind jaren tachtig, begin jaren negentig ook voor veel IT-ers onverwacht. De prognoses van de verschillende zelfstandigen zijn net zo divers als hun pluimage.
 

Op straat

Gerrit Arp kwam na een loopbaan van dertig jaar bij IBM, waar hij zich bezighield met  het ontwerp en de implementatie van veranderingsprocessen in de bedrijfs-kantoorautomatisering, op straat te staan. Arp maakte van de nood een deugd, en richt zich nu als arbeidsbemiddelaar en talent-agent op de oudere bedrijfsverlaters die veelal als kleine zelfstandigen verder gaan.

Arp verwacht een forse terugval voor de zelfstandige IT-ers binnen een jaar of vijf. ,,Je ziet steeds meer bedrijven die niet meer uitbesteden, maar hun eigen mensen opleiden en het werk in eigen huis aanbesteden. Het inhuren van externe mensen wordt te duur.'‘
Arp, die naast zijn activiteiten als bemiddelaar ook nog regelmatig zijn oude professie oppakt, meent dat de kleine zelfstandige flexibel moet zijn om zich te wapenen tegen de onvermijdelijke neergang van de markt. ,,Ik ben de ene keer werkgever, de andere keer werknemer. Je moet tegelijkertijd solliciteren en aquireren. Al het nodig is moet je kunnen switchen. Wanneer je jezelf bij een bedrijf detacheert, breng je jezelf voor die klus onder bij de vaste dienstenleverancier van dat bedrijf en ben je even zelfstandige af. Voorwaarde is wel dat je goede afspraken maakt met de fiscus, zodat die op de hoogte is van wat je aan het doen bent. Als je er een goede relatie mee hebt, blijkt de fiscus ineens een dienstbaar adviesorgaan.'‘

Arp wijst op het belang de acquisitie in eigen hand te houden. ,,Veel zelfstandigen laten dat over aan het detacheringsbedrijf. Dat gaat goed zo lang als de zaken goed gaan. Maar als het minder gaat en er meer mensen op de markt komen, heb je absoluut een achterstand wanneer je daarvoor afhankelijk bent van het detacheringsbedrijf.'‘
 

Aan den lijve.

Peter Jannesen ondervond aan den lijve wat het betekent om niet over de juiste contacten te beschikken. De programmeur, die eind jaren tachtig onder andere de kern van het ABN/AMRO telebankierpakket en de host van Videotext ontwikkelde, kwam in 1990 in een moeilijke positie. ,,In een jaar tijd was het bedrijfje dat ik met een compagnon was gestart, uitgegroeid tot tien man. Dat ging me allemaal te snel. De mensen lieten steken vallen, die ik   kon opruimen. Daar had ik helemaal geen zin in. Bovendien liepen de opdrachten terug. Onze vaste opdrachtgevers als Philips, Unisys en ICL rolden van de ene reorganisatie in de andere. In die tijd was software nog bijzaak. De winst kwam voor die bedrijven uit de hardware. Je zag dan ook dat de software poot werd afgestoten.'‘

Jannesen trok zich terug uit het bedrijf en besloot alleen verder te gaan. Maar dat viel tegen. ,,Ik was de technische man binnen het bedrijf en had alleen contacten met de technici bij de opdrachtgevers. Die waren opeens allemaal verdwenen. Ik kwam dan ook tijdelijk zonder opdrachten te zitten.'‘
Jannesen pakte aan wat hij kon. Daarbij werkte hij ook via tussenpersonen. ,,Ik doe dat liever niet. Je bent tenslotte zelfstandig vanwege de vrijheid. Maar je moet toch wel wat omzet draaien. In het slechtste jaar maakte ik nog altijd 80.000 gulden. Maar dat is niets in vergelijking met wat ik nu omzet. Vorig jaar heb ik twee ton gedraaid.'‘

Hoewel de zaken weer floreren, is het ook volgens Jannesen onvermijdelijk dat er een teruggang komt. ,,Ik heb geleerd dat je verder moet kijken dan vandaag. Nu is the sky the limit en kan iedereen wel tachtig uur in de week werken. Maar de automatiseringsmarkt is afhankelijk van de economische golfbeweging. Gaat het minder dan zeggen de bedrijven: ‘we vervangen dit stukje software volgend jaar wel'. Er is nu nog geen tendens naar beneden, maar er zijn wel al grote bedrijven die waarschuwen voor tegenvallende resultaten.'‘

Jannesen weet hoe hij zich moet indekken tegen een recessie. Hij is penningmeester van de belangenvereniging Vonit die haar leden met een keurmerk wil aanbieden bij de opdrachtgevers. ,,Als kleine zelfstandige red je het niet alleen tegen de grote jongens als het minder gaat. IBM en Getronics hebben verkopers rondlopen die zich overal naar binnen praten. Wanneer je alleen werkt, moet je het hebben van mond op mondreclame. Als groep kun je een grote mailing opzetten en eventueel samen opdrachten aannemen.'‘

Jannesen wil  wel zaken doen met detacheringsbedrijven, maar alleen als die zelf bij de opdrachtgevers binnen zitten. ,,Een gezond detacheringsbedrijf zit zelf bij de KPN of de Amro aan tafel. Het moet de commerciële activiteiten verzorgen. Ik ben huiverig om met tussenpersonen in zee te gaan die op bestelling leveren aan de softwarehuizen als Getronics. Als de markt inzakt, lig je er het eerst uit. Want die bedrijven hebben zelf ook volop personeel rondlopen.'‘

Jannesen kan het zich permitteren om kieskeurig te zijn. Hij heeft de afgelopen jaren een flinke buffer opgebouwd. ,,Niemand kan mij vertellen wat ik moet doen, want ik heb een bedrag van bijna een jaaromzet op de bank staan. Nu is de markt erg goed. Daarvan moet je gebruik maken om een buffer op te bouwen.'‘ 
 

Appeltje voor de dorst

Een buffer kan een appeltje voor de dorst blijken in moeilijker tijden. De meeste zelfstandige IT-ers hebben een eenmanszaak of runnen als groot aandeelhouder een eigen bv.
Volgens jurist mr. Pierre Sarton, werkzaam bij en partner van FSV Accountants & Belastingadviseurs B.V,. die een aantal zelfstandige automatiseerders onder zijn clientèle weet, biedt een bv meer mogelijkheden om een buffer op te bouwen. ,,In geval van een eenmanszaak valt de hele omzet onder de inkomstenbelasting. Bij een bv valt alleen dat bedrag dat de eigenaar zichzelf als salaris toekent onder de inkomstenbelasting. Over het geld dat in de bv blijft, moet alleen vennootschapsbelasting worden afgedragen.'‘

Vanzelfsprekend heeft de oprichting van een bv meer voeten in de aarde dan een de start van eenmanszaak. Bovendien zijn de kosten hoger. Het voordeel van de bv betaalt zich uit bij een jaaromzet vanaf ongeveer 150.000 gulden.
Ook Sarton wijst vanuit zijn praktijk op de voordelen van samenwerking voor de kleine zelfstandigen. ,,Mocht de markt teruglopen, dan zijn het de kleintjes die het eerst omvallen. Het is zaak om zoveel mogelijk opdrachtgevers te hebben en de risico's te spreiden. Het lijkt erop alsof de zelfstandige IT-ers allemaal op zichzelf willen opereren. Maar door samen te werken, bijvoorbeeld in een maatschap, kun je elkaar de bal toespelen. Er zijn altijd mensen die twee of drie opdrachten krijgen die ze niet alleen kunnen uitvoeren.'‘

Overigens kan de vorming van een maatschap wel consequenties hebben voor de bedrijfsvorm van de deelnemers, volgens Sarton. ,,Wanneer je als maatschap onder een naam naar buiten treedt, ben je volgens de jurisprudentie een vennootschap onder firma. Dat betekent dat de deelnemers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de hele maatschap. Om dat te vermijden kun je de samenwerking beperken tot een kostenmaatschap, waarin iedere deelnemer zelfstandig opereert en waarin alleen de secretaresse en de postbus gemeenschappelijk zijn.'‘ 
 

Einzelganger

Abe Kornelis is een typisch voorbeeld van de IT-einzelgänger. Hij voelt niet veel voor samenwerking in de vorm van een maatschap. ,,Ik heb ooit een compagnon gehad en dat is zeer slecht bevallen. Dat heeft goudgeld gekost, dus ik werk liever alleen.'‘
Kornelis is op dit moment wel erg solistisch bezig: hij richt zich thuis volledig op de ontwikkeling van een software-pakket. ,,Ik kan me dat permitteren omdat ik een buffer heb opgebouwd. Ik ben nu bezig met een prototype. Mocht dat niet lukken dan kan ik alsnog opdrachten aannemen. Maar dan heb ik het in ieder geval geprobeerd.'‘

Kornelis begon in 1987 voor zichzelf. Als assembler-programmeur kwam hij vooral in de mainframes terecht bij overheden en bijvoorbeeld banken. Na een aantal voorspoedige jaren kwam begin jaren negentig de klad erin. ,,Doordat de tarieven zo hoog lagen, kwam er een instroom van mensen die meer affiniteit hadden met geld verdienen dan met goed werk leveren. De markt raakte oververzadigd en de tarieven kwamen onder druk te staan. Het werd moeilijker om opdrachten binnen te halen. Als zelfstandige moet je er altijd rekening mee houden met dat het slechter kan gaan. Soms zat ik twee of drie maanden thuis, dan zijn reserves belangrijk.'‘

Kornelis kwam de magere jaren door, mede dankzij bemiddeling van detacheringsbedrijven. ,,Mijn netwerk was in die tijd nog niet groot genoeg om het allemaal alleen te kunnen rooien. Ik vond het een goede deal. Je betaalt natuurlijk wel voor die bemiddeling, maar zij nemen dan ook het hele commerciële deel voor hun rekening.'‘

Specialisatie kan zowel een voor-als een nadeel zijn volgens Kornelis. ,, Ik ben in die tijd ook weleens iemand tegen gekomen die tien maanden zonder opdracht zat. Hij was gespecialiseerd in het maken van documentatie. Het kan dus ook tegen je werken wanneer je in een heel klein segment gespecialiseerd bent. Anderzijds: als er in dat segment een opdracht te vergeven is, komt hij waarschijnlijk bij jou terecht. Ik had het geluk dat ik mijn werk kon verleggen van het mainframe naar de AS/400 omgeving. Ik beschouwde dat niet echt als een achteruitgang. Is het een stap terug wanneer een vrachtwagenmonteur personenauto's gaat repareren?'‘ 

 terug naar het menu.. 
 
 
ziet u geen menubalk links?
 klik dan hier!