(tweede deel) 

Kunsthistorica Jacqueline van Paaschen en bd-fruitteler Piet Korstanje stonden aan de wieg van de bijeenkomst "Op zoek naar de spirituele impuls op Walcheren", die in het laatste weekend van augustus werd gehouden op het erf van bd-bedrijf 'Ter Linde' in Oostkapelle en in de Sint Willibrordkapel in Domburg. Ze wilden een vinger krijgen achter die schijnbaar aanwezige 'spirituele impuls' op Walcheren, die creatieve en krachtdadige lieden van zo'n uiteenlopende aard als Piet Mondriaan en Marie Tak van Poortvliet aantrok en beïnvloedde in voor beiden essentiële episodes in hun levens. Mondriaan wendde in die periode definitief de steven richting abstractie en Marie Tak bewoog hemel en aarde om de biologisch-dynamische landbouw van de grond te krijgen in de Cultuurmaatschappij Loverendale. 
Maar een kleine tweeduizend jaar eerder al stichtten de Romeinen in dit gebied een belangrijke tempel voor de van oorsprong Germaanse maar ver-Romein-ste godin Nehalennia. De delta was ook in die tijd een belangrijk plaats voor overslag van de schepen uit de riviervaart en de zeeschepen die onder andere op Engeland voeren. Nehalennia waakte over de behouden vaart. Gewijde grond, dus. 
 

 Over de kunst van de landbouw 
   
 Op zoek naar de spirituele impuls op Walcheren 
 

door Peter Lievense. 

Op de kop af zestig jaar nadat Marie Tak van Poortvliet, Frederik Willem Zeylmans van Emmichoven en Ehrenfried Pfeiffer ten kantore van notaris Jan Loeff in Koudekerke de handtekening zetten onder de akte waarmee de nv. Cultuurmaatschappij Loverendale werd opgericht, oogt het bedrijf levensvatbaarder dan ooit.  
Een oorlog en een inundatie werden het hoofd geboden en een dreigende faillissement in meer recente jaren werd uiteindelijk met pragmatisme gepareerd. 
Als 'Ter Linde' (what's in a name) plooit het bedrijf zich naar de mores van deze tijd. Met de handen in de grond in plaats van het hoofd in de wolken blijkt het mogelijk een zakelijk gezond bedrijf te voeren zonder de beginselen van de biologisch dynamische landbouw geweld aan te doen. 
Zoveel wordt duidelijk tijdens de rondleiding door het bedrijf en over het erf en de landerijen op de tweede dag van de bijeenkomst. 

Ook op Ter Linde is plaats ingeruimd voor een mini-camping. De twaalf plaatsen die verstopt liggen achter de windsingels bij de tuinbouw, geven het bedrijf in de zomer wat ademruimte. 
Een wandeling over het erf geeft afwisselend een intieme blik in het verleden en ruim zicht op de toekomst. In de knusse kruidentuin achter het woonhuis van Hof Ter Linde gaan de gedachten onwillekeurig naar Marie Tak, voor wie in dit huis altijd enkele kamers waren ingericht. 
Achter op het erf wordt de laatste hand gelegd aan een enorme nieuwe potstal. Bij de bouw van deze diervriendelijke halfopen schuur is geen ruimte voor nostalgie: er wordt gebouwd met staal, beton en damwand-delen. 

Zakelijk gescheiden, maar in praktijk en ideologie verstrengeld is het fruitteeltbedrijf Ter Linde. De nog jonge boomgaarden liggen aan drie kanten rond het 'oude' Ter Linde. De verschillende appelrassen maken het leeuwendeel uit van de produktie, maar op het perceel aan de Oranjezonweg is ook ruimte voor ander fruit. Hoewel de pruimenbomen nog maar vier jaar oud zijn, hangt aan elke tak een kralensnoer van pruimen. 
De driehonderd ton appelen die de zilte grond achter de duinen dit jaar ongeveer opbrengt, vinden hun weg door het land in enorme blankhouten fruitkisten. 

Diezelfde appelcontainers vormen de coulissen voor het tweede deel van de lezingenserie biografiën van de hoofdrolspelers in het verhaal Loverendale. De blauwe banieren die de avond ervoor de relieken van de Sint Willibrordkapel aan het oog onttrokken, zorgen voor enige continuïteit in het verder zo verschillende decor. In de opslagloods van het fruitbedrijf 
vertelt Christine Hebert over het leven van Willem Zeylmans van Emmichoven. 

 Zeylmans 

Zeylmans (1893-1961) was psychiater en jarenlang voorzitter van de Antroposofische Vereniging, en één van de belangrijkste figuren in de ontwikkeling van de antroposofie in ons land. 
Zijn levensloop leek echter nog een heel andere richting uit te gaan, toen hij in 1916 de dames Tak en Van Heemskerk ontmoette tijdens -hoe kan het in dit verhaal ook anders- een kunsttentoonstelling. 
Volgens Hebert is het een opmerking van Steiner die hem later in doet zien hoe groot de invloed van beide dames op zijn leven is geweest. Steiner spoorde hem aan zijn karma te leren kennen door na te gaan wie hem had gestuurd bij het nemen van beslissingen in zijn leven. 
Op een aantal cruciale momenten was het vooral Marie Tak van Poortvliet die hem welbewust in de richting van de psychiatrie en de antroposofie had gestuurd. Sterker nog, nadat de twee dames de nog jonge student medicijnen slechts enkele keren hadden ontmoet, wisten zij al dat ze de toekomstig leider van de Antroposofische Vereniging voor zich hadden. 
Zeylmans kon zich de studie permitteren omdat hij een verplichting was aangegaan om na zijn studie als gouvernementsarts in het toenmalig Nederlands-Indië te gaan werken. Marie Tak zag haar visioen doorkruist en kocht hem vrij. 
Hierna kon hij zich aan een studie psychiatrie wijden en aan wat hem mateloos boeide: kleuren. 
In feite trad Tak van Poortvliet op als mecenas, zoals zij dat deed voor Jacoba van Heemskerk. 
Zeylmans onderzocht de werking van kleuren op het menselijk functioneren en promoveerde uiteindelijk ook op dit onderwerp. 
In de Rudolf Steinerkliniek, die hij oprichtte en waarvan hij lange tijd geneesheer-directeur was, was een deel van de kamers ook in een bepaalde kleur geschilderd om een heilzaam effect op de patiënten te bewerkstelligen. 
Voordat deze kliniek werd geopend, functioneerde zijn eigen woning in Den Haag als verpleeginrichting. De enige patiënt in die tijd was de zuster van Marie Tak, die overigens in de stellige overtuiging verkeerde dat ze in een pension verbleef. 
Zijn studies brachten hem naar Duitsland en naar het Goetheanum in Dornach. In de inleiding die Steiner schreef bij een natuurkundig werk van Goethe las hij een zin die bij hem het licht door deed breken. ,,Het concrete wereldbeeld is de som van zich veranderende waarnemingen zonder een daar aan ten grondslag liggende materie''. 'Kleur', dacht Zeylmans onmiddellijk. ('Kunst', ben ik geneigd er in dit kader op te laten volgen) 

Gedurende de jaren twintig was er een regelmatig en hecht contact tussen Zeylmans en Marie Tak van Poortvliet. Zeylmans 
werd in 1923 voorzitter van de Antroposofische Vereniging, daartoe aangemoedigd door Steiner en gesteund door Marie Tak. Bij de oprichting van de cultuurmaatschappij Loverendale werd hij commissaris naast Tak van Poortvliet. In zijn verdere leven zou hij over de hele wereld enkele duizenden lezingen houden over de antroposofie en aanverwante onderwerpen. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zette hij zich in om de schismas in de mondiale antroposofische gemeenschap tegen te gaan. Zijn laatste jaren bracht hij door in Zuid-Afrika, waar hij volgens Christine Hebert probeerde 'natuurwezens te bevrijden via imaginair bewustzijn'.  Een zin die herinneringen oproept aan de door Jelle van der Meulen beschreven pogingen van Rilke en Proust om de aarde te redden door haar in het hart op te nemen. 

 Kristalbeelden 

Tijdens één van de vijf workshops die in de namiddag worden gehouden wordt proefondervindelijk vastgesteld dat respectievelijk bd-melk, bd-appels en bd-sla beter smaakt dan gelijksoortige produkten uit de reguliere landbouw. Maar wat maakt nu dat kwaliteitsverschil, terwijl de chemische samenstelling nagenoeg identiek is. De antroposofische wetenschap ontwikkelde de kristalbeelden-methode om de etherische krachten die de verschillen mede bepalen, maar moeilijk aantoonbaar zijn, in levende organismes aan te tonen. 
Een hoeveelheid te beoordelen materiaal (bijvoorbeeld graan) wordt opgelost in vloeistof met koperchloride (CuCl2H2O) en te drogen gelegd. Dan vormt zich een kristalbeeld dat door krachtige patronen en symmetrie etherische kwaliteit toont. Tijdens de testen zien de kristalbeelden van de bespoten bintjes en met kunstmest uit de grond gejaagd graan er heel wat minder wilskrachtig uit dan de kunstzinnige abstracties van de bd-produkten. 

Deze methode is mede ontwikkelt door Ehrenfried Pfeiffer. Joop van Dam, oud-voorzitter van de Antroposofische Vereniging en zelf arts, probeerde een beeld te geven van het produktieve leven van deze wetenschapper die werd opgeleid door Steiner en de bd-landbouw op Loverendale vorm heeft gegeven. 
Pfeiffer (1899-1961) zag het levenslicht in München. Zijn stiefvader, de boekhouder Theodor Binder, werd door Steiner betrokken bij de bouw van het Goetheanum in Dornach. Pfeiffer 
zelf experimenteerde er op jonge leeftijd met de podiumverlichting. Enkele jaren later nam Pfeiffer er zijn intrek. Hij studeerde er zoveel uiteenlopende vakken als biologie, scheikunde en natuurkunde. Maar er werd ook aandacht besteed aan vakken als sociologie en psychologie. 
Pfeiffer werd geboeid door het belang dat Steiner hechtte aan juiste voeding. Kort gezegd kwam het hierop neer dat de scheppende levensenergie (de etherische energie) pas ten volle ter beschikking zou staan voor de mens als deze ook moreel voldoende ontwikkeld was. Echter, voor de geestelijke ontwikkeling was de kwaliteit van het voedsel van doorslaggevend belang. Pfeiffer besloot zich te wijden aan het uitwerken van de methodiek de bd-landbouw. 
In 1924 gaf Steiner een landbouwcursus aan boeren in Koberwitz bij Breslau in Silezië, die door uitputting van de grond, achteruitgang van kiemkracht en ziektes aan gewassen en vee 
in hun voortbestaan werden bedreigd. Dit geldt als het begin van de biologisch-dynamische landbouw. 

 Vruchtbare aarde 

Marie Tak van Poortvliet, die op cultureel gebied het vizier al een decennium eerder op Duitsland had gericht, verruilde na de dood van haar vriendin Jacoba van Heemskerk Domburg en Den Haag steeds vaker voor een verblijf in het Goetheanum. Zij was gegrepen door de antroposofie en de ideeën van Steiner over voeding en bd-landbouw vielen bij haar in vruchtbare aarde. 
Zij ontmoette de nog jonge bioloog Pfeiffer en voerde vele geestdriftige gesprekken met hem. 
Uiteindelijk besloot zij het land dat ze geërfd had te gebruiken voor de biologisch-dynamische landbouw. Twee jaar na de eerste cursus van Steiner in Breslau, zaten Marie Tak, Pfeiffer en Willem Zeylmans bij de notaris en was de oprichting van Nederlands eerste bd-bedrijf een feit. 
De dagelijkse leiding kwam in handen van Pfeiffer. Bij de villa Loverendale experimenteerde hij in een klein laboratorium met nieuwe methodes en aanpassingen om de voor midden-Europese bodem ontwikkelde methodes aan te passen aan de Zeeuwse klei. Pfeiffer zou als directeur bij Loverendale werkzaam blijven tot hij zich in 1939 definitief in de Verenigde Staten vestigde. Ook daar stond hij aan de wieg van verschillende bd-bedrijven. Ehrenfried Pfeiffer heeft daadwerkelijk de biologisch-dynamische praktijk voor een groot deel ontwikkeld. 

's Zondags zwerft een groep deelnemers op zoek naar sporen en sferen van het verleden door Domburg. Het hoofd is nog zwaar van alle opgedane kennis: een bijpassend beeld zou één en ander misschien verluchtigen. Domburg kijkt niet op van die wat excentrieke groep zoekenden. Zo gaat dat al eeuwen. 
Zoekend blijven ze ook, want het geheim van de 'spirituele impuls' is niet ontrafeld. Misschien is een eerste stap gezet door het vertellen van verhalen en het weer bijeenbrengen -zij het wat onwennig- van kunst en landbouw. En misschien is het wel belangrijker om je te laten inspireren door die spirituele impuls dan hem te ontrafelen. 
 
 

 
 
 
  terug naar de index-pagina