Nlnet IP-telefonie experiment.



Een kind kan de was doen



door Peter Lievense



De ongeveer negentig deelnemers aan het Internet-telefonie experiment van Nlnet hebben gedurende de maand augustus de vingers blauw getikt op hun telefoontoestel. Maar liefst vijftig cijfers waren er gemiddeld nodig om bijvoorbeeld een verbinding met een telefoon in de Verenigde Staten tot stand te brengen. Maar daarna konden de proefkonijnen wel praten zonder de hinderlijke vertraging die zo kenmerkend is voor internet-telefonie via de pc, en dat tegen een tarief dat aanzienlijk lager lag dan dat van de PTT.

De kleinschalige proef van 's lands grootste provider Nlnet maakt eens te meer duidelijk dat de schoenmaker tegenwoordig niet meer bij zijn leest blijft. Al eerder begaven de grote telecom bedrijven zich op de Internetmarkt. Hier in Nederland doet bijvoorbeeld de PTT serieuze pogingen om een aanzienlijk deel van de digitale buit binnen te halen met belangen in landelijk opererende providers en de aanstaande introductie van het Net.

De telefoonbedrijven vormen op termijn een serieuze bedreiging voor de providers: ze hebben tenslotte de infrastructuur in eigen hand.

Nlnet bijt van zich af en begeeft zich met kleine stapjes op dat deel van de telefoniemarkt waarop Internet concurrerend kan zijn; de internationale telefonie. Het experiment van Nlnet was misschien slechts een speldenprik, maar op termijn zou de kersverse dochter van telecom gigant WorldCom weleens een forse hap uit die taart van 2,9 miljard gulden kunnen nemen.



Vorige maand werd de overname bekend gemaakt van Nlnet door 's werelds grootste zakelijke Internetaanbieder UUNET Technologies Inc., een volle dochter van WorldCom. Deze Amerikaanse telefoonmaatschappij timmert hard aan de weg. Vrijwel tegelijkertijd werd WorldCom voor 1,2 miljard dollar eigenaar van CompuServe. In ruil voor het abonneebestand van CompuServe en 175 miljoen dollar verkreeg WorldCom ook de Internetafdeling van America Online. Daarnaast verzorgt het bedrijf ook de verbindingen van Microsoft Network. Microsoft is overigens een van de aandeelhouders van WorldCom.

Dat het WorldCom ernst is om zijn naam eer aan te doen, blijkt wel uit de plannen om nog dit jaar een nieuwe kabel aan te leggen tussen Amerika en Europa met een capaciteit van maar liefst twintig Gigabits per seconde. Zo bezien komt de proef met Internet-telefonie van dochter Nlnet in een heel ander daglicht te staan.



Aris Doelman, zakelijk directeur van Nlnet, geeft toe dat de overname door UUNET zijn bedrijf de benodigde ruggensteun moet geven die nodig is om de concurrentie met de giganten aan te kunnen gaan. ,,We waren een onafhankelijk bedrijf zonder eigen infrastructuur. Ons netwerk in Nederland bestaat uit bandbreedte die we huren van bijvoorbeeld EnerTel en Telfort. De telecom bedrijven hebben met hun eigen netwerk natuurlijk een enorme voorsprong. Bandbreedte is van levensbelang in de komende ontwikkelingen op het gebied van de telecommunicatie, en dan denk ik niet alleen aan het reguliere Internetverkeer of internationale telefonie, maar ook aan videoconferencing en broadcast-tv. Die toepassing gaan nogal wat bandbreedte gebruiken. WorldCom heeft een uitstekende backbone over de hele wereld en een netwerk in Europa via Londen, Parijs, Frankfurt en Amsterdam. Eind van het jaar worden er twee nieuwe lijnen onafhankelijk van elkaar op de bodem van de oceaan gelegd. Voorlopig handelen we ons buitenlands verkeer nog grotendeels af via EUnet en British Telecom, maar

op korte termijn kunnen we direct aansluiten op het netwerk van WorldCom.''



De liberalisering van de telecom markt en de hooggespannen verwachtingen hebben de markt, die tot voor enkele jaren nog werd bepaald door onaantastbaar geachte monopolisten, behoorlijk in beroering gebracht. Ook op de Nederlandse markt verschenen nieuwe aanbieders ten tonele. Al voordat nieuwkomer EnerTel het 0016-nummer voor internationale telefonie introduceerde, richten Telfort en buitenlandse ondernemers als Esprit en Versatel hun peilen op de zakelijke markt. Zij kochten bandbreedte in bij de grote internationale telecom bedrijven en boden de grootverbruikers internationale telefonie tegen sterk concurrerende tarieven.

Volgens de ijzeren logica van de vrije markt plukt de klant de vruchten van de concurrentie. PTT verlaagde per 3 oktober de tarieven voor buitenlandse gesprekken met ongeveer 26 procent.



Overigens heeft Nlnet geen enkele ambitie om zich als telefoonaanbieder te profileren, maar in de bedrijfsfilosofie moet Internet zich ontwikkelen tot het platform voor alle elektronische communicatie. IP-telefonie past in dat plaatje. Door de alliantie met UUNET en WorldCom plaatst Nlnet zich in een keer ver boven de andere providers.

Nlnet is eigenlijk van meet af aan de 'eerste onder de gelijken' geweest sinds het bedrijf Internet in 1982 in Nederland introduceerde.

Behalve dat het enkele tienduizenden zakelijke gebruikers en ongeveer vierduizend bedrijven, die veelal een vaste lijn verbinding hebben met Nlnet, tot de klantenkring mag rekenen, verzorgt het bedrijf ook de interconnectie met de internationale backbone voor verschillende andere Nederlandse acces providers. Zonder dat zij zich daarvan misschien bewust zijn, wordt het Internetverkeer van naar schatting 400.000 particuliere gebruikers afgehandeld via het netwerk van Nlnet.



Van die vele duizenden gebruikers hadden ruim tweehonderd zich aangemeld voor het IP-telefonie experiment. Uiteindelijk namen ongeveer negentig abonnees zo een negenhonderd internationale gesprekken voor hun rekening. Hun bevindingen worden nog verwerkt, maar Doelman wil wel op de evaluatie vooruit lopen. ,,Het is duidelijk dat het systeem goed heeft gewerkt. Ik heb zelf ook aan de proef deelgenomen en ik had een goede verbinding. Van vertraging was geen sprake, hooguit was er af en toe wat echo op de lijn. Maar dat komt op het reguliere telefoonnet ook wel eens voor.''

De enige oneffenheid in het experiment was een probleem met de voeding van de gateway waardoor de verbinding enige tijd onbereikbaar was. Een gevolg van het experimentele karakter van de proef, volgens Doelman. ,,Omdat dit een eenmalige opstelling was, hadden we geen managementsysteem aangebracht. De storing werd daarom pas opgemerkt toen we klachten kregen.''

De zakelijk directeur verwacht deze service in de loop van het volgend jaar aan te kunnen bieden aan de zakelijke klanten. ,,Dit was voor ons een eerste kennismaking. Het is duidelijk dat er nog verschillende problemen moeten worden opgelost, vooral op het gebied van de schaalbaarheid. Ik weet niet zeker of we met dit systeem in zee zullen gaan, of met een van de andere systemen die ontwikkeld worden. Om IP-telefonie op grote schaal aan te kunnen bieden, moet er een billing-systeem zijn dat een groot volume aan gesprekken kan vastleggen en software waarmee we de service kunnen monitoren om de performance te kunnen garanderen. ''

De abonnee die straks gebruik gaat maken van de nieuwe service belt in op een van de POP's die overal in het land verspreid staan. Voor de bedrijven heeft Doelman wat extra's in gedachten. ,,We bieden ondernemingen de mogelijkheid om hun telefooncentrale direct aan Internet te koppelen. Ze kunnen dan per gesprek kiezen of ze goedkoop via het Net willen bellen of via het gewone telefoonnet.''



Nlnet werd benaderd voor de proef door de producent van de gateways, Global Exchange, dat ook in een aantal andere landen soortgelijke experimenten uitvoert. Het systeem is eenvoudig. De gebruiker belt met zijn telefoon over het reguliere telefoonnet naar de provider die het signaal doorprikt in de gateway op Internet. Van daaruit zoekt het signaal via het Net zijn weg naar een gateway in de regio van de ontvanger. Daar wordt vervolgens de verbinding met het regionale telefoonnet gemaakt.

Volgens Doelman ligt het geheim in de compressie. ,,Normaal gebruikt gedigitaliseerde spraak tussen de 12 en 15 kilobit per seconde. Bij dit systeem wordt gecomprimeerd tot 1,2 kilobit. We waren er niet zeker van of het transport hinder zou ondervinden van langzame verbindingen, maar daar is voor zover ik weet geen sprake van geweest. En ik heb er alle vertrouwen in dat met de nieuwe, krachtige infrastructuur die nu wordt aangelegd, deze snelheid ook bij intensiever gebruik kan worden gehandhaafd.''



Hoewel de tarieven die Nlnet berekende lager lagen dan de gangbare kosten voor een buitenlands gesprek, waren ze aanmerkelijk hoger dan het gebruik van Internet zou doen vermoeden. De Internetgebruiker is tenslotte gewend om niet meer dan het regionale tarief te betalen voor toegang tot het wereldwijde netwerk. Maar een gesprek met een collega in bijvoorbeeld de Verenigde Staten kostte de gebruiker toch nog altijd 89 cent.

Doelman legt uit dat om tot een tarief te komen is gemiddeld. ,,De prijs is samengesteld uit de lokale kosten aan de kant van de beller, de kosten voor het Internetverkeer en de lokale kosten aan de kant van de ontvanger. Als er eenmaal een dicht netwerk van gateways is zal het tarief zeker fors omlaag kunnen. Maar nu stonden er bijvoorbeeld in de Verenigde Staten maar drie gateways, waarvan een in New York. Voor gesprekken buiten die drie regio's moesten dan ook interlokale prijzen worden betaald. Omdat het nog niet mogelijk was om de kosten per gesprek om te slaan, hebben we een gemiddelde prijs vastgesteld.''

Het beperkte aantal gateways dat Global Exchange heeft afgezet verklaart ook de ogenschijnlijk vreemde lijst van landen waarmee gebeld kon worden. Zo was het geen probleem om een verbinding te maken met Maleisie, Bahrein of de Verenigde Arabische Emiraten, maar een telefoontje via Internet met Engeland of Duitsland was niet mogelijk.



Vanzelfsprekend wil Doelman de klanten op termijn zoveel mogelijk een wereldwijde dekking aanbieden, maar dat lijkt nog toekomstmuziek. ,,Voorlopig staat er natuurlijk niet in elke regio van alle landen een gateway. Wanneer we deze service gaan aanbieden zijn twee factoren van belang als het gaat om de keuze van de landen die bereikbaar zijn. Ten eerste natuurlijk het volume van het telefoonverkeer naar dat land en ten tweede de prijzen van de andere aanbieders. Wij kunnen ons profileren door lage tarieven te voeren voor landen die bijvoorbeeld bij de PTT juist duur zijn. Daarbij denk ik dan aan bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Canada en Australië, maar vooral ook aan de landen om ons heen. Het grootste deel van de buitenlandse gesprekken wordt nog altijd gevoerd met landen als België, Duitsland en bijvoorbeeld Italië. Terwijl de tarieven van de PTT naar die landen bijna net zo hoog zijn als die voor Amerika.''

Marktonderzoeker IDC voorspelt dat het aantal gebruikers van IP-telefonie binnen twee jaar wereldwijd ergens tussen de 16 en 60 miljoen zal liggen. Andere onderzoekers voorzien een markt van bijna twee miljard dollar in 2001.

De positie van marktleider PTT, die op dit moment 2,9 miljard gulden per jaar beurt voor het buitenlandse telefoonverkeer, zal door de plannen van Nlnet niet in gevaar komen erkent Doelman. ,,Maar we kunnen wel een substantieel deel van de markt overnemen, en dat is ook de moeite waard. Ik vergelijk het maar met de nieuwe service van UUNET. Zij komen binnenkort met IP-fax. Het faxverkeer wordt dan via Internet verstuurd. Ze zullen misschien maar een paar procent van de markt overnemen. Maar wereldwijd wordt er nu 175 miljard dollar per jaar omgezet met de fax. Een paar procent daarvan is toch al gauw een hele hoop geld.''