gepubliceerd in PC-Magazine 
 
 
 
De psychologie van de iMac: het marketing-mirakel 

Door Peter Lievense 

Maar liefst vijftien  procent van de iMac-kopers in Amerika bestaat uit overlopers van het Windows-kamp. Wat bezielt die mensen? De kloof die deze twee partijen gescheiden hield, leek altijd onoverbrugbaar. Aangezien  de iMac  geen wezenlijk nieuwe toepassingen kent en gewoon is uitgerust met het  Mac Os besturingssysteem, moet het vooral het uiterlijk zijn dat pc-gebruikers er toe aanzet om hun Windows-machine de deur uit te doen en diep in de buidel te tasten voor dit fraaie bolletje met bijpassende randapparatuur. 

Of geeft dit eigenwijze product handen en voeten aan de in het onderbewustzijn verankerde afkeer van de strapatsen van Bill Gates en de Windows-hegemonie? 
Apple stelde een vroeggeboren iMac ter beschikking zodat PCMagazine dit marketing-mirakel kon onderzoeken. 

Het pre-release testexemplaar was eerder in Engeland en op persbijeenkomsten in de Benelux door verschillende meedogenloze  testers en cynische collega's onder handen genomen. Blijkbaar wilde Apple een goede indruk maken en waren er wat extra pk's onder de motorkap gemoffeld.  Aangezien de ontwerpers hebben geprobeerd om zoveel mogelijk componenten in een zo krap mogelijke behuizing  te bouwen, is het voor de gebruiker nauwelijks verantwoord om zelf geheugen bij te prikken of, in dit geval, te verwijderen.  

Drijfveren 

Noodgedwongen moest ik de iMac dan ook uitproberen met 96 MB intern geheugen in plaats van de standaard 32 MB. Aangezien  het er vooral om ging de psychologische drijfveren van de nieuwe iMac-adepten  te fileren, was het extra vermogen geen halszaak en volstaat het erop te wijzen dat de extra 64 MB volgens Apple ongeveer tweehonderd gulden, exclusief BTW, moet kosten. 
Het opmerkelijke uiterlijk van de iMac is al in alle toonaarden bezongen. En ik geef het maar toe; ook ik ben gevallen voor het robuuste onderdeurtje.  Het transparante kunststof, de kitscherige kleuren en de anatomische afgeronde vormen geven de iMac een identiteit: 'Hi Mac'.  
Na diep nadenken  kwam ik tot de conclusie dat het vooral de lichte welving van de monitor is die maakt dat het apparaat  zich voordoet als een aandoenlijke underdog die met de borst fier vooruit de vijandige Windows-wereld intrekt. Wie wil zich daar nu niet mee identificeren?  Tot zover het hoofdstukje huis, tuin en keukenpsychologie. 

De collega's die zich eerder op dit exemplaar  mochten uitleven, hadden een chaos achtergelaten  op de harde schijf.  Maar dat is met het besturingsprogramma Mac OS 8.1 geen enkel probleem.  De eerste kennismaking  van de doorwinterde Windows-gebruiker met Mac Os moet wel een verademing zijn.  

Microsoft heeft bij de ontwikkeling van Windows nadrukkelijk naar het besturingsprogramma van Apple gekeken, maar is er nooit in geslaagd de eenvoud te evenaren.  Het beheer van de harde schijf bijvoorbeeld  geeft de Mac-gebruiker het gevoel dat hij  het apparaat werkelijk  de baas is.  Wie op een Windows-machine een programma installeert geeft  het beheer uit handen aan het besturingsprogramma. Allerlei  .dll en .ini files worden nauwelijks traceerbaar als angels in verschillende directory's gestoken. Een blik met de verkenner in bijvoorbeeld de Windows-map of de root, toont een eindeloze rij niet te identificeren  losse bestanden. Knappe jongen die daar nog controle over uit kan oefenen. 
  

 
Mac OS
 

Mac OS laat geinstalleerde applicaties in principe keurig in een enkel bestand zitten.  Eventuele  speciale tools of bibliotheken die de Mac nodig heeft om (onderdelen) van een programma te laten functioneren vinden we in de map Extensions. Die extensies kunnen aan en uit worden geschakeld  om het intern  geheugen optimaal te benutten, zonder dat ze uit het systeem verwijderd worden.  
Door dit overzichtelijk  beheer is het zelfs mogelijk om een reeds geïnstalleerd programma  eenvoudig te kopiëren. Baas in eigen buik, zogezegd. 

Op de iMac draait Mac OS 8.1 Extended Format wat betekent dat een bestandje van pakweg vijf kb ook maar vijf kb inneemt op de harde schijf, in plaats van de gebruikelijke 64 kb. 
Wie Windows gewend is kan zonder handleiding met Mac OS aan de slag. Het systeem is eenvoudig en intuïtief. 

Apple presenteert de iMac  als de kortste weg naar Internet. Zowel Netscape als Internet  Explorer zijn al geïnstalleerd  en voor een aantal grote providers zijn zelfs de instellingen  al geconfigureerd.  Wie zoals ik met een regionale aanbieder zaken  doet, hoeft alleen  de bekende gegevens als inlognaam en het IP-adres van de server in te voeren in de set-up assistant. 
Het installeren van nieuwe programma's op de iMac is een openbaring.  Cd-rom in de la en het icoontje dat vervolgens op het bureaublad verschijnt, naar de harde schijf slepen en je kunt koffie gaan zetten.   

Overigens is de cd-romspeler een verhaal apart.  Na een druk op de knop, komt het laatje half uit de behuizing en moet het verder met de hand naar voren worden gehaald. De cd-rom moet met kracht op  de middenstip worden geklikt waarbij de fragiele  slede vervaarlijk doorbuigt. Het lijkt de Achillespees van het gespierde apparaat. Na het opstarten  ratelt de speler enkele minuten als een  voor-oorlogse koffiemolen. Een verschijnsel waar overigens meer   24-speed cd-rom's last van hebben. 
Wie de cd-rom weer wil verwijderen, drukt tevergeefs opnieuw op de knop. Hij moet namelijk het icoontje van het programma  naar de prullenbak  slepen. 
  

Hoogmoed 

De ontwerpers hebben in hun overmoed nog meer knopjes weggelaten.  Hinderlijk is het feit  dat het volume van de ingebouwde luidsprekertjes  alleen  softwarematig  is in te stellen.  Wie dus midden in een spel zit en het geluid wil aanpassen , moet eerst het spel verlaten.  Nu zal de echte spelletjes-fanaat  toch wel een extra set boxen aansluiten want de kleine speakertjes voldoen alleen voor de systeemgeluiden. 

Het transparante, kleurige design is doorgetrokken naar het toetsenbord en de muis. Het keyboard is iets kleiner  dan gebruikelijk, maar voldoet uitstekend. De muis, door velen geprezen, mag wat mij betreft als versiering in het zeepbakje.  Door de revolutionaire ronde vorm, een appeltje, was ik voortdurend de richting en de muisknop kwijt. Geef mij maar een peer, Apple! 

De 15-inch monitor is werkelijk een plaatje. De helderheid, het contrast en de rust van het beeld bij de lagere resoluties, 800 x 600 en 640 x 480, bezorgen de bibberige monitor van de pc ernaast een grauwsluier.  Zonder herstart  kan worden geschakeld tussen de verschillende resoluties en het gewenste aantal kleuren.  In de hoogste resolutie,  1024 x 768, die favoriet is bij grafisch ontwerpers, zijn de lopen de beeldpuntjes niet in elkaar over en zijn zelfs de kleinste letters goed leesbaar.   

De eerste dag ontdekte ik tot mijn verbazing wazige plekken op het scherm, alsof er condens op was neergeslagen. Via het control panel bleek het mogelijk  het beeld te kalibreren, waarmee het probleem was opgelost. 
Zwak punt van alle Apple-machines  blijft overigens de brokkelige weergave van de letters op het scherm.  
  
 
 

Hoge ogen 
 

Tot zover is het duidelijk dat de iMac bij mensen die hun eerste computer  gaan aanschaffen, hoge ogen gooit. De machine is eenvoudiger in gebruik  en, zoals uit de technische test blijkt, een stuk sneller dan gelijk geprijsde Windows-pc's.  En door zijn gepersonifieerde uiterlijk roept hij kandidaatkopers van tussen de grijze pc-massa als het ware al toe: 'neem mij'. 
Maar  dat een pc-gebruiker  zijn Windows-machine de deur uit doet voor de iMac, lijkt minder vanzelfsprekend. 

Niet alleen blijft  3300 gulden voor het apparaat een hoop geld,  hij moet ook op zoek naar bijvoorbeeld een nieuwe printer en een nieuwe scanner.  De iMac is ontworpen met het oog op de toekomst en niet op het heden en beschikt derhalve alleen over USB-aansluitingen. Die U (Universial) maakt het voor het eerst mogelijk dat randapparatuur  zowel op een Windows-pc als op een Mac kan worden aangesloten. Maar  voor de weinige randapparatuur  die al met een USB-plug is uitgerust, moet diep in de buidel worden getast.  

Vanuit de voorbarige gedachte  dat alle uitwisseling van bestanden voortaan via Internet  zou gaan, is de floppydisk-drive weggelaten. Maar dat betekent ook dat je niet eens de simpelste back-up van bijvoorbeeld je tekst-bestanden  kunt maken. 
Ergo, moet er nog een USB-zipdrive of -superflop worden aangeschaft. Daarnaast moet  de iMac-fan  nieuwe software kopen. Weliswaar levert  Apple aardig wat mee, maar het vervangt zeker niet de collectie  van de gemiddelde pc-enthousiasteling. 
  

Windows 

Apple schermt  dan wel met Virtual PC, een Windows-emulator, maar je koopt toch geen iMac  om je ouwe Windows-applicaties met de snelheid van een 486 te draaien. 
Mijn zakrekenmachine stopt ergens rond de  vijfduizend gulden en ik weet zeker dat ik mijn Pentium met bijbehoren niet kan inruilen bij de Primafoon.   
Nee, de pc-gebruiker die  zijn verstand gebruikt stapt niet zomaar over op de iMac.  Maar  zoals gezegd lijkt  de overstap vooral een psychologisch  fenomeen. De iMac is een vriendelijk maatje met een heldere oogopslag, en heerlijk tegendraads. 
Ik vrees dat ik er ook geen afstand van kan doen. 

 terug naar het menu.. 
 
 
ziet u geen menubalk links?
 klik dan hier!