Uit LINK nr





Internet, groei en grenzen.



Door Peter Lievense.



''We have a lift-off.'' De Internetraket lijkt dan toch eindelijk gelanceerd, als we de buitenlandse onderzoekers mogen geloven. Het aantal gebruikers steeg volgens de koppentellers met ruim zeventig procent ten opzichte van vorig jaar. En het bedrag dat met de handel via het net was gemoeid, lag duizend procent hoger dan in 1996. Niet onbelangrijk want iemand moet die reis naar de toekomst toch financieren.

Maar er wordt geklaagd. De groei en de mogelijkheden van het net worden gehinderd door tekort aan bandbreedte en door de bijbehorende traagheid. Informatieproppen verstoppen de nauwe vaten van het systeem. Een fataal infarct dreigt. Web-tv en video toepassingen lijken te hoog gegrepen gezien de toestand van de patiënt.

De zwarte piet in dit spel ligt bij de telecom-bedrijven. Ze kunnen de gewenste bandbreedte niet leveren en hun tarieven zijn een factor tien te hoog. Tevreden achteroverleunend in het fauteuil van het monopolie hebben de telefoonmaatschappijen de evolutionaire drang om te vernieuwen verloren. De groei van het dataverkeer heeft hen overrompeld. En de dikke kabels die recent op de zeebodem zijn neergelaten om de ergste nood te verlichten, blijken maar twintig procent van het beoogde rendement op te leveren, omdat internet- en dataverkeer zo onregelmatig is.

Kiene jongens die het wachten bui zijn, zoeken andere oplossingen. Het internetverkeer, nu nog letterlijk een ongeleid projectiel, moet met meer intelligentie gestuurd worden. Ondertussen bouwt de Amerikaanse universitaire wereld aan een nieuw, eigen Internet-2.

Nederland laat de toekomst nog even voor wat het is. Het aantal gebruikers groeit nauwelijks. En de deelname van het bedrijfsleven is de laatste drie maanden zelfs helemaal niet gegroeid.

Ons nationaal telefoonbedrijf wordt hier niet alleen zoals elders verweten de groei te frustreren; de gezamenlijk accesproviders beschuldigen de PTT er zelfs van hun toekomst om zeep te helpen met het Net. De PTT zou met onheus gebruik van subsidiegelden verkapt internet toegang bieden met het zogenaamd afgeschermde Nederlands deel van de digitale snelweg.







De voornamenlijk Amerikaanse onderzoeksbureau laten er geen twijfel over bestaan. Het is nu echt begonnen. Ze publiceren nu eens niet alleen fantastische voorspellingen voor de komende jaren, maar ook indrukwekkende aantallen over het afgelopen jaar.

Zo meldt Dataquest dat eind van dit jaar 82 miljoen pc's toegang hebben tot Internet. Een groei ten opzichte van vorig jaar met 71 procent. Dataquest zou zichzelf natuurlijk tekort doen, als er niet ook een voorspelling uit de bus kwam. Over vier jaar verwacht deze dochter van marktgigant Gartner 268 miljoen aangekoppelde computers.

Forrester Research, toch altijd een van de meer voorzichtige marketeers, deelt in het enthousiasme. Het bedrag dat volgens deze onderzoeker in 1997 omgaat met handel via internet bedraagt ruim acht miljard dollar. Een jaar geleden was dat 800 miljoen. Een groei van duizend procent. Forrester heeft goede hoop dat e-commerce in 2002 goed zal zijn voor een omzet van 327 miljard dollar.



De grootste hap, ongeveer drie miljard, komt voor rekening van de grote elektronica-producenten en vliegtuigbouwers als Boeing. Kantoorbenodigdheden en computerapparatuur zijn samen goed voor 2 miljard.

Volgens de onderzoeker met de minder vertrouwenwekkend klinkende naam Network Wizards is het aantal domeinnamen over het eerste helft van dit jaar met 43 procent gestegen ten opzichte van het laatste half jaar van '96, tot 1,3 miljoen. Dus niet alleen het internetverkeer maar ook het aantal sites nam toe.

En zo kunnen we nog wel even doorgaan: het bedrag dat aan advertenties op het Web werd uitgegeven steeg met 330 procent. Het aantal hosts groeide met 21 procent in de laatste zes maanden. Het bedrag dat betaald werd voor internetservices, waartoe ook de activiteiten van de accesproviders horen, en internetsoftware steeg van 7,5 miljard vorig jaar naar ruim 12,2 miljard dollar over het afgelopen jaar.

Het lijkt duidelijk: in Amerika is de toekomst begonnen. Maar ook Europa doet het volgens onderzoeker IDC niet slecht. De consumentenmarkt voor de accesproviders groeit naar verwachting dit jaar met 187 procent. De bedrijvenmarkt met 114 procent.



Nog een laatste cijfer.. Van de twintig miljard dollar die in 1996 werd uitgegeven aan internetverbindingen, werd 17 miljard betaald aan telefoontikken.

Dat bedrag, dat inmiddels ook wel zal zijn verveelvoudigd, vloeide in de zakken van de telefoonmaatschappijen. Dezelfde telefoonmaatschappijen die er volgens mensen die het weten kunnen, verantwoordelijk voor zijn dat de infrastructuur achterblijft bij de ontwikkelingen.

De prijzen van het dataverkeer werden tot voor kort kunstmatig hoog gehouden door gebrek aan concurrentie. Weliswaar is er nu mondiaal een liberalisering in gang gezet, maar zeker in Europa is het grootste deel van het telefoonverkeer nog gewoon in handen van de voormalige monopolisten. Volgens Bob Metcalfe van International Data Corporation (IDC) is het ongelooflijk dat de capaciteit van een modem na al die jaren nog steeds in kilobites wordt uitgedrukt, terwijl de snelheid van de pc meer dan verhonderdvoudigd is.

De groei van de capaciteit van de computer en die van de verbindingen zou aan elkaar gelijk moeten zijn. Maar blijkbaar werd die behoefte aan ontwikkeling volgens Metcalfe in wat hij noemt het 'telopolie' niet onderkend. De kunstmatig hoog gehouden telecom prijzen zouden met de factor tien omlaag moeten om de achterstand in te halen.

Professor Jaap van Til, -- , kan zich vinden in de redenering van Metcalfe. ,, Een sneller modem zou overigens niets veranderen. Dat is ook wat steeds meer mensen ontdekken die ISDN hebben aangeschaft. Het blijft traag. Kern van het probleem is dat de telecom bedrijven de groei van het data- en internetverkeer hebben onderschat. Om een voorbeeld te noemen; vorig jaar zomer was de hoeveelheid voice-verkeer op de kabel tussen Zweden en de VS nog twee keer zo groot als de hoeveelheid dataverkeer. Nu is dat net anders om, terwijl het voiceverkeer zeker niet minder is geworden. Dat betekent dat de hoeveelheid dataverkeer in een jaar tijd meer dan vier keer zo groot is geworden.''

Ook de kabels met een capaciteit van meer dan twintig gigabit per seconde, zoals Nlnet-eigenaar Worldcom die momenteel aanlegt tussen Europa en de Amerika, bieden geen oplossing voor de langere termijn. Probleem is volgens Van Til dat die capaciteit niet benut kan worden. ,,Recente ervaringen hebben geleerd dat Internetverkeer zo schokkerig en onregelmatig van omvang is, dat hooguit twintig procent van de capaciteit van de lijn benut wordt. Dat in tegenstelling tot het reguliere telecom verkeer dat tot tachtig of negentig procent komt. Hetzelfde geldt voor de huurlijnen die de acces providers bij de telecom-bedrijven betrekken. Daardoor is een verkeerde inschatting van de benodigde bandbreedte gemaakt.''



Er wordt hard gewerkt aan opwaardering van de infrastructuur , zo weet ook professor Van Til. Maar het dataverkeer groeit zoals gezegd minstens zo hard. Tijd om wat intelligentie in de strijd te werpen. ,,Nu is het verkeer nog zeer chaotisch. Pakketjes met informatie vliegen alle kanten op voordat ze daar komen waar ze naar toegestuurd werden. Zo gaat er bijvoorbeeld nog heel wat verkeer heen en weer naar de VS voordat het hier in eigen land wordt afgeleverd. Er wordt ook geen onderscheidt gemaakt tussen de pakketjes. Bijvoorbeeld multimedia-bestanden worden in een heleboel aparte pakketjes verpakt en los van elkaar verzonden. Dat kost allemaal bandbreedte. Er komt een nieuwe generatie switches aan die de pakketjes intelligent over het net stuurt en de grote bestanden bijeen houdt en bandruimte reserveert om het als een geheel te verzenden. Daarnaast zal er veel meer gebruik worden gemaakt van mirrors en cache-servers, die kunnen voorkomen dat dezelfde informatie ontelbare keren wordt getransporteerd.''



Nederlanders lijken niet zo veel problemen te hebben met de drukte op het net, zo blijkt uit een tevredenheidsonderzoek van de NLIP.

Sterker nog, de hele internet euforie lijkt een beetje aan ons land voor bij te gaan.

De groeipercentages vanr de buitenlandse marktonderzoekers worden bij lange na niet gehaald, weet NLIP voorzitter Fred Eisner. ,,Wij gaan er vanuit dat er op dit moment tussen de 750.000 en 800.000 regelmatige internet gebruikers in Nederland zijn. Dat aantal is gebaseerd op cijfers van verschillende marktonderzoekers en inside-informatie zoals wij die nu eenmaal tot onze beschikking hebben. Dat getal is dus behoorlijk betrouwbaar.''

Eisner wil op persoonlijke titel best een uitspraak doen over de groei van het aantal gebruikers. ,,Ik denk dat dat getal rond de eeuwwisseling verdubbeld is. Bepaalde ontwikkelingen, zoals telefonie via het net en een goed geregeld betalingsverkeer, zouden voor een extra boost kunnen zorgen.''

De NLIP vertegenwoordigt 65 procent van de consumenten markt en 85 procent van de bedrijvenmarkt. Volgens Eisner zijn alle aangesloten providers voortdurend bezig om de infrastructuur te verbeteren. ,,Dat betekent meer lijnen, snellere routers, meer modems. Maar het grootste deel van de providers huurt bandbreedte bij de telco's en die lopen enorm achter. De PTT was gewend aan drie procent groei, maar nu wordt er dertig of veertig procent gevraagd.''



Die groei zal niet direct vanuit het bedrijfsleven komen, als we de meest recente cijfers van het NIPO mogen geloven. Het aantal bedrijven dat van internet gebruik maakt is in het derde kwartaal niet verder gegroeid en op ongeveer zestien procent blijven staan.

Marktonderzoeker Heliview meet alleen bedrijven met meer dan vijf werknemers en komt op een percentage van 27. Dertien procent van de bedrijven op het net koopt of verkoopt wel eens iets via internet, volgens Ruud Alaerts van Heliview. ,,Dan hebben we het over handel tussen bedrijven onderling. Meestal gaat het om kleine bedragen. Eerder om duizend dan tien- of honderdduizend gulden. Het meest vermeld zijn financieel en zakelijke dienstverlening.''

Heliview telde ook websites en kwam tot de conclusie dat acht procent van de Nederlandse bedrijven een of meerdere pagina's op het Web heeft.



Het moge duidelijk zijn. Nederland doet niet mee aan de mondiale internet business-boom.

En als we Nlnet-directeur, Ted Lindgreen mogen geloven, zou het allemaal nog wel eens veel slechter kunnen worden. En het gaat weer over de telefoonmaatschappij. ,,Het Net van de PTT is anders dan zij hebben gezegd geen afgesloten netwerk. Het Net is volledig gekoppeld en heeft een autonoom systeemnummer bij Unisource, 1136 om precies te zijn. Dat betekent dat er wereldwijde routering en uitwisseling van plaats vindt. Een kwestie van de juiste instelling voor de proxy server en iedereen kan via het Net op internet. Gisteren hebben we het zelf geprobeerd en de slagboom staat wijdt open.''

Lindgreen spreekt van oneerlijke concurrentie. ,,De PTT krijgt subsidie voor de exploitatie van het telefoonnet. Het is niet de bedoeling dat zij daarmee de internet acces providers gaan beconcurreren. Zodra de mensen door hebben dat je via het Net op internet kunt en het ook nog eens bijna gratis is, gaan ze geen drie tientjes in de maand aan een provider betalen. In het slechtste geval zie ik providers failliet gaan. En dat heeft invloed op de ontwikkeling van internet omdat een deel van het geld dat naar de accesproviders gaat gebruikt wordt voor ontwikkeling van nieuwe toepassingen. De enige ontwikkeling die de PTT in tachtig jaar heeft doorgemaakt is die van de draaischijf naar de drukknop.''

Maar ook voor het bedrijfsleven ziet Lindgreen zwaar weer als het Net inderdaad een groot deel van de markt zou overnemen. ,,De prijzen die de PTT vraagt aan content providers zijn enorm. Een van onze klanten is nu op internet 4500 gulden per jaar kwijt om aanwezig te zijn met een professionele website. Op het Net zou dat hem 84.000 per jaar gaan kosten. Voor veel ondernemers wordt de drempel veel te hoog. Daarom hoop ik ook dat juist ook de grote aanbieders als KLM, de Volkskrant en Albert Heijn gaan protesteren tegen de gang van zaken.''

Lindgreen zegt de zet van de PTT wel te begrijpen. ,,Het is natuurlijk een verstandige zet vanuit hun standpunt gezien. Ze gaan voor de hele digitale snelweg. Van al het geld dat een internetgebruiker uitgeeft gaat 85 procent op aan telefoontikken. Dat willen ze niet kwijt raken. Sterker nog, ze willen die andere vijftien procent ook binnenhalen.''