Europa is een maatje te klein voor Computer 2000. De echte spelers
op de IT-markt denken mondiaal. De Duitse eigenaar Klockner, onderdeel
van VIAG, deed tachtig procent van de aandelen van Europa's grootste IT-distributeur
over aan Tech Data in ruil voor deelneming in deze Amerikaanse gigant en
een handvol obligatieleningen. De nieuwe combinatie is naar eigen zeggen
goed voor een jaaromzet van dertig miljard gulden. Ook de absolute nummer 1in de wereld, Ingram Micro, gelooft heilig
in verdere schaalvergroting. Volgens vice-president H. Maljaars zorgt de
korte levenscyclus van de produktplatformen voor prijsontwaarding en lagere
marges. Een doos op de plank laten liggen kost geld. Ingram zet dan ook
in op een nieuw distributie-systeem. In de voormalige Tulip-fabriek worden
binnenkort machines op bestelling in elkaar gezet. Van confectie naar maatpak.
Groot, groter, grootst
door Peter Lievense
Toch is niet de hele buit voor de zware jongens. Marktonderzoeker Gartner
onderkent dat de bovenkant van de markt tussen enkele grote spelers verdeeld
zal worden, maar analiste Beate Hohmann wijst erop dat de kleine reseller
en eindgebruiker liever in zee gaan met distributeur om de hoek. Een Italiaan
doet nu eenmaal niet graag zaken op zijn Amerikaans.
Het zijn vooral de middelgrote distributiebedrijven die de klappen
gaan krijgen. Te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet.
Computer 2000 had Europa in de zak. Maar de top van het VIAG-conglomeraat
wilde een voet aan de grond in Amerika volgens Ed Bindels, marketing manager
bij Computer 2000. "VIAG had eerder AmeriQuest overgenomen, maar dat draaide
op verlies uit, en uiteindelijk moest dit bedrijf weer worden verkocht.
Hun visie is duidelijk: een grote distributeur zal alleen overleven wanneer
die mondiaal opereert. Dus moest Computer 2000 maar naar Amerika. Weliswaar
zaten we al in Zuid-Amerika, maar het grote geld gaat om in de Verenigde
Staten."
De overname van Computer 2000 door Tech Data maakt het bedrijf tot
de op een na grootste distributeur in de wereld, al spreekt Bindels liever
over een ‘samengaan'. "Ons bedrijf is niet veel kleiner en VIAG neemt aandelen
in Tech Data en krijgt een zetel in het bestuur. Verder blijven de verschillende
vestigingen gewoon onder hun eigen naam bestaan. We opereren nauwelijks
op elkaars markten. Het grote voordeel van de schaalvergroting is het efficiënt
logistiek apparaat. Daardoor krijg je heel korte voorraden. Nu al liggen
de apparaten bij ons niet langer dan achttien dagen op de plank. En een
groot bedrijf als het onze moet de omzet toch halen uit de marges op de
doosjes."
Analiste Beate Hohmann van marktonderzoeksbureau Gartner Group voorziet
dat aan de top alleen enkele grote distributeurs overblijven. "Er ontstaat
een gespleten markt. De grote bedrijven consolideren hun positie door overnames.
Uiteindelijk blijven er maar een paar over. Maar er zijn heel veel kleine
ondernemingen. In de Europese Unie opereren momenteel 40.000 distributeurs
en resellers. Wanneer er een kleine verdwijnt, komen er drie voor terug."
Hohmann verklaart de sterke positie van de kleine ondernemingen vooral
uit de culturele verschillen. "Kleine dealers en hun klanten doen liever
zaken met een lokale distributeur. Ze kennen elkaar, hun gewoontes, ze
spreken dezelfde taal. Daardoor wordt het contact persoonlijker. De grote
distributeurs die door Amerikaanse bedrijven zijn overgenomen, nemen uiteindelijk
ook de Amerikaanse manier van zaken doen over. En een Italiaan wil nu eenmaal
op zijn Italiaans zaken doen."
Het midden-segment zal uit de markt verdwijnen, analyseert Hohmann.
"Zij wagen zich op de high-volume markt, maar zijn ze te klein om met de
mondiale bedrijven te kunnen concurreren. Tegelijkertijd zijn ze te groot
geworden om de persoonlijke relatie van de kleine distributeur in stand
te houden."
Datelcom in Houten is nog klein genoeg om op persoonlijke voet met de
klanten om te gaan. Volgens marketing manager Shanti Orie is voor haar
klanten de prijs niet het zwaarst wegende criterium. "Als het alleen om
de prijs ging, zou iedereen naar Computer 2000 gaan. Maar wij bieden meer.
Wij hebben een mens tot mens relatie met onze klanten en dat klikt. We
organiseren workshops voor kleine groepen en we hebben uitgebreide service.
Het gebeurt regelmatig dat resellers producten hebben betrokken bij grote
distributeurs en uiteindelijk bij ons aan de telefoon hangen met problemen
waar ze bij hun distributeur geen gehoor mee krijgen."
Toch denkt Orie dat ook Datelcom de horizon moet verbreden. "We zien
meer lokale distributeurs Europees gaan. Schaalvergroting vergroot het
inkoop volume en beperkt de risico's. Maar we kunnen daarin niet zelfstandig
opereren. We zijn een dochter van Getronics. Zij hebben recent distributeurs
overgenomen in Noorwegen en Spanje, maar tot dusverre is er nog geen samenwerking.
Dat moet vanuit Getronics gestuurd worden."
Landis is wel zelfstandig en gaat de sprong wagen. In april werd het
bedrijf op de beurs gelanceerd om geld te verwerven voor de Europese expansie.
Directeur marketing Berry Clemens noemt de beursgang een succes. "Het heeft
zeventig miljoen additioneel kapitaal opgeleverd. De grootste kopers waren
het Orange Fund en ABP, sterke partners voor onze plannen. We willen binnen
twee jaar een Europese dekking hebben van 85 procent. De Benelux is goed
voor acht procent, Duitsland voor 23 procent en Frankrijk en Engeland allebei
ongeveer twintig procent van de Europese markt. Met Scandinavië worden
die landen onze focus. We zitten hier uitstekend, want tenslotte is Nederland
de logistieke gateway naar Europa.."
Landis wil niet de zoveelste distributeur worden die de grote namen
levert. Clemens denkt de concurrentie een stap voor te zijn door nadrukkelijk
de C tussen de I en de T te voegen. "Telecommunicatie en datacommunicatie
groeien naar elkaar toe. Nu hebben we nog verschillende disciplines voor
netwerken, telecommunicatie en Internet, maar binnen enkele jaren moet
dat een afdeling worden. We hebben pas een contract afgesloten met Motorola
en we praten met Lucent. Wanneer de klanten ontdekken dat een telefooncentrale
draait op een server met Unix en dat ISDN eigenlijk gewoon een duur netwerk
is waarop voor tachtig procent datapakketjes wordt getransporteerd via
LAN-LAN koppelingen, hebben wij beide disciplines onder een dak. Wij bieden
straks de switch van de toekomst, op Intel en NT of op Unix. De partner
van de dealer wil straks gewoon de hardware, de software en de ondersteuning
en opleiding geïntegreerd zien."
Maar veelal heeft een distributeur weinig keus. Leveranciers zijn selectief,
volgens Gartner-analiste Hohmann. "De leveranciers kiezen steeds meer voor
een kanaal met enkele grote distributeurs, in plaats van levering aan de
resellers of aan veel kleine distributeurs. Dat bespaart enorm op overhead
voor training en support. Dat laten ze liever aan de partners over. Daarnaast
is de korte afzettijd van levensbelang."
Datelcom ondervond de trend van groot naar groter bij de leveranciers
aan den lijve, aldus Orie. "Wij zijn indertijd in Nederland begonnen met
Novell, maar uiteindelijk zijn we buiten de boot gevallen. We leveren het
nog wel, maar we zijn geen officieel distributeur meer. Maar we staan sterk
met een aantal andere merken. We zijn de enige in Nederland die zowel Compaq
als Digital voert. Na de overname geeft ons dat een voorsprong. Daarnaast
bieden we als enige het volledige pakket van HP voor zowel Unix als NT.
Wanneer we met HP om de tafel zitten presenteren we ons wel als Getronics-Datelcom,
dat maakt je toch betrouwbaarder als partner."
De boodschap van vice-president H. Maljaars van Ingram Micro klinkt
dreigend. "De lokale distributeur komt er niet door alleen maar op kleine
resellers te gokken. Een groot deel van onze klanten zijn nu juist die
kleine dealers. De lokale distributeur zal zich moeten specialiseren."
Maljaars spreekt niet alleen over schaalvergroting en internationalisering,
maar vooral van een herschikking van taken. "Alle key-spelers zijn global.
De leveranciers willen vooral snel afzetten. Elke drie maanden verandert
het produktplatform. De producten hebben dus een hele korte levenscyclus.
Dat jaagt het hele proces aan. Er kan dus niet meer op voorraad geproduceerd
worden. In de auto-industrie speelt hetzelfde, alleen daar kunnen de leveranciers
het zich permitteren om een levertijd van drie maanden aan te houden. Dat
kan niet in onze sector. Daarom gaan we in de Tulip-fabriek in Den Bosch
voor verschillende van onze leveranciers assembleren. Door elektronische
integratie gaan we het hele proces verkorten. Wanneer de reseller iets
verkoopt, bestelt hij dat via Internet en dan zetten wij de machine op
maat in elkaar."
Volgens Maljaars komt de schaalvergroting ook voort uit de vraag van
de partners. "De internationale resellers hebben internationale klanten
en die willen een transparante markt. Een klant als Philips wil van zijn
dealer in alle landen dezelfde producten en dezelfde dienstverlening."
Michel Meijerink, manager marketing van A-Line, ziet wel degelijk mogelijkheden
voor de lokale distributeur. "Ingram gaat pc's in elkaar zetten omdat de
marge op de doosjes minimaal is. De grote bedrijven mikken op de international-sales
en de marges die de high-volume opleveren. Maar wij halen een belangrijk
deel van onze omzet uit de ondersteuning van de marketing van onze partners.
Wij doen aan marktontwikkeling van segmenten die voor hen niet belangrijk
zijn. Veertig procent van onze zaken gaan via external-sales; account-managers
die op pad zijn om de klanten te bezoeken. In het Amerikaanse model is
daar geen ruimte voor. In onze visie is het persoonlijk contact belangrijk.
Wij leveren geen commodities."
A-Line laat de grote merken dan ook links liggen volgens Meijerink.
"We hebben nu al vier jaar lang elk jaar een groei van veertig procent.
En dat willen we doorzetten, maar niet met extra lijnen. We voeren geen
HP, IBM of Compaq; dat is te gecommoditeerd. Bij die bekende producten
waar al een markt voor is, gaat het vooral om de logistiek, dat laten we
aan anderen over. Maar we zijn bijvoorbeeld wel in zee gegaan met Xerox.
Tot voor kort leverden die direct aan de resellers. Nu kiezen ze voor een
distributie-kanaal omdat ze dan niet meer al die resellers hoeven te ondersteunen.
Maar om zo een kanaal op te zetten heb je een juist een lokaal sterke distributeur
nodig die de resellers overtuigd, die de markt opbouwt. Daarvoor is die
persoonlijke band met de dealers nodig."
Meijerink gelooft dus in de lokale distributeur, maar hij ziet wel
een voorwaarde. "Samen sta je sterker. Lokale bedrijven hebben een markt
maar ze moeten wel onder een paraplu zitten. Wij werken samen in het Distribution
Network Alliance (DNA) dat biedt inkoopvoordelen en de leveranciers zijn
eerder geneigd om bij te dragen in de marketingcampagnes. Ze komen eerder
over de brug wanneer ze omde tafel zitten met een partij die in vijf landen
is vertegenwoordig. Daarnaast delen de leden marketingactiviteiten. Een
list die in het ene land werkt, doet het vaak ook in een ander land. Vooralsnog
zijn de deelnemers in DNA financieel juridisch gescheiden, maar misschien
komt het nog weleens tot een uitwisseling van aandelen."
Ed Bindels van Computer 2000 ziet het meer zwart-wit. "Op de langere
termijn kunnen alleen de allergrootsten nog concurreren. Wij werken er
ook hard aan om de klant op maat te bedienen. Weliswaar kunnen we door
de schaalgrote iets minder aandacht bieden, maar ons dienstenpakket wordt
steeds flexibeler. Sinds kort bieden we bijvoorbeeld lease-mogelijkheden
waar de partner, anders dan bij de leasefaciliteiten van bijvoorbeeld HP,
ook wat aan verdiend. Uiteindelijk blijven alleen de allergrootsten over,
de global spelers, en de kleine aanbieders die zich specialiseren. Het
is gewoon: get big, get niche or get out."