Samen sta je sterk. Maar in de IT-wereld is het blijkbaar moeilijk
om de gelederen gesloten te houden. De met blijdschap aangekondigde geboorte
van de overkoepelende belangenvereniging ICT Nederland werd een halve miskraam,
doordat FENIT afhaakte. Daarnaast zag enkele maanden geleden een splinterpartij
voor kleine IT-ondernemingen, VONIT, het licht. Samen vertegenwoordigen
ze slechts tweehonderd van de 4200 bij de Kamers van Koophandel geregistreerde
IT-bedrijven. Toch zijn alle drie de belangenverenigingen er van overtuigd
dat het lidmaatschap de contributie, die tot vele tienduizenden guldens
per jaar kan oplopen, waard is.
Samen sta je sterk
door Peter Lievense
Anderhalf jaar praten ging er vooraf aan de inschrijving van de
Vereniging ICT Nederland bij de Kamer van Koophandel in juli vorig jaar.
De beoogde deelnemers waren VIFKA Telecom, VIFKA OPS (Office Products,
Systems & Services) en FENIT, Federatie Nederlandse IT. Om het verhaal
nog wat ingewikkelder te maken: FENIT ontstond enkele jaren geleden uit
het samengaan van VIFKA Informatica en Cosso, de vereniging van software-bedrijven.
De gesprekspartners aan de ronde tafel waren het er over eens dat de
convergentie van de verschillende bedrijfstakken samenwerking noodzakelijk
maakte. Alleen over de manier waarop konden de onderhandelaars van de vereniging
VIFKA en FENIT het niet eens worden.
Na nog een jaar vruchteloos overleg trok FENIT deze zomer de deur achter
zich dicht.
De FENIT-leden wilden volgens woordvoerder Machiel de Rooij in de samenwerking
de identiteit van de branchevereniging behouden. "Dat was voor ons belangrijker
dan de koepel, terwijl VIFKA de koepel belangrijker vond. Zij wilden een
integrale organisatie waarbij alle leden direct lid van de ICT zouden worden
met daar binnen secretariaten voor de branches. Dan krijg je weer dezelfde
structuur als indertijd bij de VIFKA en die structuur was nu juist de reden
voor de leden van VIFKA Informatica om in de FENIT op te gaan en voor Cosso
om niet tot VIFKA toe te treden."
De Rooij weet nog een tweede argument. "Binnen ICT zouden tegengestelde
belangen denkbaar zijn. Neem de aansprakelijkheid bij het millennium probleem.
De FENIT-leden zijn leverancier en de Telecom-bedrijven afnemers. Wanneer
die in een organisatie zitten is een krachtige besluitvorming onmogelijk,
dan moet je conflicten binnen de achterban verzwijgen."
ICT secretaris Telecom Mark Hoevers ziet dat anders. "Dat is een cultuurverschil.
FENIT maakt zich alleen maar zorgen over de aansprakelijkheid, terwijl
de Telecom-bedrijven zeggen: ‘het is ons aller probleem dat alles blijft
functioneren.' We staan met zijn allen voor hetzelfde probleem, laten we
van elkaar leren. Dat is meer een ketenbenadering"
Hoevers denkt dat het vooral de oud-Cosso leden zijn die de samenwerking
hebben afgeblazen. "Zij hebben vorig jaar ingestemd met de statutenwijziging
en beloofd lid te worden van de ICT. Maar ze handelden niet naar de statuten,
ze werken niet samen en ze hebben zich niet opgegeven als lid. Dan hebben
we het over de grote software-huizen."
Hoe het ook zij, ICT Nederland moet het nu stellen zonder de inbreng
van FENIT. Toch is de IT-sector met ruim honderd (voornamenlijk hardware-)
bedrijven in ICT vertegenwoordigd. Zij staan namelijk bij beide clubs ingeschreven.
Volgens Hoevers hebben die bedrijven daar bewust voor gekozen.
"Toen VIFKA Informatica opging in FENIT zijn zij lid gebleven van de overkoepelende
vereniging VIFKA omdat wij in tegenstelling tot FENIT ook de werkgeversbelangen
behartigen. Ook voor ICT Nederland blijft die sociale belangenbehartiging
belangrijk. Wij onderhandelen namens de leden over de arbeidsvoorwaarden,
de CAO en bijvoorbeeld de flexie-vut."
Praktisch gezien zijn de deelnemende hardware bedrijven voor de behartiging
van hun economische belangen grotendeels afhankelijk van FENIT. Weliswaar
kent ICT Nederland een uitgebreide dienstverlening met helpdesks, commissies
en werkgroepen op uiteenlopende gebieden als het millennium-probleem, de
Euro en bijvoorbeeld de milieuwetgeving, maar die richt zich met name op
de deelnemers uit de telecom- en de kantoorautomatiseringshoek.
Het is nog onduidelijk of ICT Nederland de dienstverlening ook op maat
gaat snijden voor de leden uit de IT-sector. Dat is aan de deelnemende
bedrijven, aldus Hoevers. "In augustus zullen we de leden vragen of ze
daar behoefte aan hebben. In principe kunnen ze daarvoor terecht bij FENIT,
maar wanneer de leden dat willen, gaan we de concurrentie aan."
Al is de IT-branche misschien nu nog wat stiefmoederlijk bedeeld binnen
ICT Nederland, de vereniging ziet graag nieuwe leden uit de sector toetreden
volgens Hoevers. "De grenzen van de doelgroep moet je periodiek heroverwegen.
Van oudsher was de VIFKA een vereniging voor leveranciers, producenten,
en de handel en distributie. De grens is voor ons de business to business
markt. Dat hele segment willen we coveren. Alle IT-bedrijven die daar in
werken zijn welkom."
Hoevers ziet duidelijke voordelen voor de deelnemende bedrijven. "Naast
de sociale belangenbehartiging profiteren de leden ook van onze kennis
en onze netwerken en liften ze mee met de invloed die we uitoefenen op
bijvoorbeeld de ministerieel departementen."
FENIT stelt zich als hoofdoel het behartigen van de belangen van de
leden en het versterken van de goede reputatie van de branche. De vereniging
is dus geen werkgeversorganisatie, aldus woordvoerder Machiel de Rooij.
"De leden kunnen bij onze helpdesks terecht voor bijvoorbeeld juridisch
en fiscaal advies. Dat zijn vaak concrete vragen zoals: ‘ik heb van een
buitenlandse partner een contract gekregen, maar ik weet niet hoe ik dat
moet beoordelen.' . Daarnaast houden we bijeenkomsten over onderwerpen
op het gebied van bijvoorbeeld marketing of trends als Java."
Net als ICT Nederland hangt FENIT geregeld bij de overheid aan de bel,
volgens De Rooij. "We hebben regelmatig contact met Kamerleden en we praten
op ministerieel niveau. Het millennium probleem hebben we al in een vroeg
stadium aangekaart, en recent hebben we de kabinetsinformateurs een brief
gestuurd waarin we vragen om maatregelen die de krapte op de arbeidsmarkt
moeten tegengaan."
De Rooij is niet onder de indruk van het feit dat slechts tweehonderd
van de 4200 IT-bedrijven in het land lid zijn van FENIT. "Dat getal zegt
me niet zoveel, daar zitten ook mensen onder met een baan die in hun vrije
tijd software-pakketjes maken. Wij vertegenwoordigen tachtig procent van
de negentien of twintig miljard gulden die er per jaar in de IT in Nederland
omgaat. Zo gezien hebben we de top-200 in huis."
System Integrator Syntegra met 1300 werknemers betaalt jaarlijks enkele
tienduizenden guldens aan contributie bij FENIT en een flinke bijdrage
aan de millenniumpot. Dat bedrag is goed besteed vindt bedrijfsjurist mr.
Marc Voskuil. "Ik kan me niet voorstellen dat andere bedrijven zeggen dat
ze hun zaakjes zelf wel kunnen regelen. Het is dom als een bedrijf louter
op zichzelf vertrouwt dat leidt immers vroeg of laat tot gezichtsvernauwing.Ook
op juridisch gebied vind ik nog regelmatig informatie bij de FENIT bijvoorbeeld
over aanbestedingsrecht of het millennium probleem."
Voskuil somt moeiteloos de voordelen van het FENIT-lidmaatschap op.
"Er is een juridische en beleidsmatige uitwisseling van ideeën, we
blijven op de hoogte van issues in de branche, FENIT doet lobby-werk en
draagt bij aan het imago van de branche en we plukken de vruchten van de
branchebrede kwaliteitszorg. Net zo goed als dat we onze medewerkers in
de gelegenheid stellen om zich aan te sluiten bij bijvoorbeeld het NGI,
of bijvoorbeeld PMI, is Syntegra lid van FENIT. "
De opmerking van mr. Voskuil is aan Henny van Hoeien, directie-assistente
van AMCO-computers niet besteed. "Wij zijn van geen enkele branchevereniging
lid. AMCO is een klein bedrijf met tien personeelsleden, maar we zijn zelfstandig
genoeg en het bedrijf draait uitstekend.." Hoeien ziet weinig voordelen
in een lidmaatschap. "Voor die tweeduizend gulden contributie krijg je
weinig terug. Een CAO hebben we niet nodig en voor juridische problemen
hebben we een rechtsbijstandsverzekering. Daarnaast zijn er informele contacten
met collega's. En solidariteit, daar geloof ik niet zo in. Dat is omgekeerd
ook niet het geval."
Er zijn meer kleine IT-bedrijfjes die zich niet thuis voelen bij FENIT
of ICT. Een aantal daarvan stond eerder dit jaar aan de wieg van VONIT,
de Vereniging van Onafhankelijke IT-specialisten. Voorzitter André
Dippell, van Dippell Automatisering en Consultancy, schets het profiel
van de doelgroep. "Wij zijn er voor de kleine IT-ondernemingen waarvan
de directeur zelf in IT-technische zin werkzaam is en niet alleen leiding
geeft en directeur speelt."
Voorlopig heeft VONIT, die de leden 1885 gulden per jaar berekent,
drie speerpunten in het beleid. Punten die bij FENIT niet uit de verf komen
volgens Dippell. "VONIT moet zorgen voor een stukje aquisitieverrichting.
Grote opdrachtgevers stappen altijd naar grote automatiseringsondernemers.
Door samenwerking moeten onze leden daar tegen op kunnen boksen. Binnen
FENIT is dat niet mogelijk omdat een samenwerking van kleine bedrijven
zou concurreren met de grote leden. Het lidmaatschap van VONIT moet een
kwaliteitskeurmerk worden. Daarom stellen we ook eisen aan aspirant-leden.
Wij bieden visitekaartjes en briefpapier met het VONIT-logo en we bemiddelen
bij geschillen tussen opdrachtgevers en leden. Daarnaast hebben we een
inspanningsverplichting om vervanging te zoeken voor een opdrachtgever
wanneer een lid in gebreke blijft."
Voor individuele hulpverlening heeft VONIT geen ruimte, maar de nieuwe
vereniging zet zich wel in voor de belangen van de hele doelgroep. Gebeten
hond is de bedrijfsvereniging.
De premieafdracht vormt op dit moment het grootste probleem van de
doelgroep van VONIT, aldus Dippell. "Wanneer een freelancer via een detacheringsbureau
bij een opdrachtgever werkt, beslist de bedrijfsvereniging dat er sprake
is van een fictief dienstverband. Dan moeten er premies worden afgedragen.
Dit is het gevolg van het Koninklijk Besluit uit 1984 waarmee de wetgever
een sociaal vangnet wilde maken voor bijvoorbeeld thuiswerkers en uitzendkrachten.
Maar de bedrijfsvereniging schaart de kleine onderneming en zeker de eenmanszaak
daar ook onder, terwijl die meestal geen uitkeringsrechten hebben."
VONIT bestrijdt dit onrecht met een handtekeningenactie en een zwartboek
met schrijnende gevallen. Ook worden er contacten gelegd met de landelijke
politiek. Maar die neemt VONIT nog niet serieus volgens Dippell. "Ons draagvlak
is nog te klein. We hebben op dit moment acht leden. Aan het eind van het
jaar moeten dat er 25 zijn. Dat is bescheiden, maar ten eerste zijn IT-ers
behoorlijke individualisten en ten tweede sluiten we ook mensen uit door
de eisen die we stellen voor het kwaliteitskeurmerk."
Altronic Automatisering heeft zich bij VONIT aangesloten. Directeur
Gert de Jong heeft er alle vertrouwen in dat VONIT aan invloed zal winnen.
"Ik schrik er niet voor terug dat VONIT nog klein is, ze beginnen net.
Ik denk dat er meer kleine bedrijven zullen zijn bij wie de VONIT-benadering
zal aanspreken. Het idee om kleine organisaties te koppelen em daarmee
naar buiten te komen. Samen een vuist maken en je door kwaliteit onderscheiden,
dat ben ik bij de andere verenigingen niet tegen gekomen."
Woordvoerder De Rooij wijst erop dat FENIT wel degelijk aandacht besteedt
aan de kleine bedrijven. "Wij hebben een speciale starterszone waarbij
kleine bedrijven, vaak een of twee persoonsbedrijven, drie jaar meedraaien.
Een groot bedrijf levert dan bijvoorbeeld een directeur die als mentor
optreedt en de starter begeleidt met branche-specifieke issues. Het eerste
jaar betaalt het beginnende bedrijf maar vijfentwintig procent van de contributie.
Een groot deel van onze leden is klein. Juist de helpdesk wordt vaak geraadpleegd
door kleine bedrijven, de grote hebben vaak zelf een fiscalist of een jurist
in huis. Maar we kunnen ons het verwijt dat we niet zichtbaar genoeg zijn
naar de kleine bedrijven wel aantrekken."
Feit blijft dat het gros van de IT-bedrijven geen heil ziet in het lidmaatschap
van een belangenvereniging. Directeur marketing Berry Clemens van distributeur
Landis formuleert het als volgt. "Het zijn dure clubs die veel geld kosten
en niemand heeft me ooit overtuigd van de voordelen. Een CAO? De bedragen
die in onze sector worden betaald zijn exorbitant en de schoolverlaters
worden al bij de deur opgewacht met de autosleutels om daarna bij IBM te
komen werken. Een CAO kan daar geen sturing aangeven. En helpdesks? Die
hebben we zelf, daar leven we van. Wij zijn een commercieel bedrijf dus
als FENIT mij een terugverdientijd garandeert van drie maanden en me een
kostenbesparing voor de neus houdt wil ik wel lid worden, maar dat gebeurt
niet."