Twee bootjes Uit ‘Pansies’ van D.H. Lawrence: ‘Self
pity I never saw a wild thing sorry for itself. A small bird will drop frozen dead from a bough without ever having felt sorry for itself.’ Mijn hart is pijnlijk. Het ligt
op de bodem van de zee en trekt me naar zich toe. ‘Je hebt me
veronachtzaamd. Kom en voel de koude hier beneden. Leef met mij in de
duisternis.’ Ik ben twee bootjes. Het ene
zeilt het water op, de zon tegemoet, het andere wordt omlaag gezogen door
wat ik verwaarloosd heb. Daar waar ik vorig jaar rond deze tijd de
zuigkracht van een tankerschroef tartte, word ik nu verrast door de kracht
van mijn eenzaamheid. Het water schittert. Het gat in
mijn borst wordt gevuld met zonnestralen en het blonde haar van mijn kind
aan de waterlijn. Het hout van mijn witgelakte zeilboot kraakt tevreden,
een oude man met een sigaar en een glas jenever. Maar ik ben hier voor de helft.
In de avond moet ik mijzelf verdoven voor het schreeuwen van wat in het
overspoelde zand is achtergebleven. Ik die andere mensen ondersteun
en van liefde voorzie was onmachtig datgene te vragen waaraan ik behoefte
heb. Tot nu. Ik heb lang nagedacht over het begrip zelfmedelijden. Een
gekwelde meneer uit de Resedalaan, aan een rolstoel gekluisterd, verweet mij
in de lezerspost dat ik aan zelfbeklag doe. Wellicht, maar ik herken het
niet. Wat ik onder ogen heb te zien is dat ik mijzelf niet bemin. Een
therapeut vroeg het me ooit: ‘Houd jij van jezelf Meindert?’ Ik moest er zo lang over
nadenken dat zijn gezicht betrok en hij me meedeelde: ‘ik kan me
nauwelijks een voorstelling maken van hoe jij er aan toe bent. Zo stralend
en krachtig. Je lijkt zoveel mee te hebben. En nu voel ik iets van de
scheur in je harnas. Is die erg pijnlijk?’ ‘Nee’, antwoordde ik. ‘Ik voel
er niets van. Zelfmedelijden is mij vreemd
meneer Reseda. U wellicht niet. Maar daar heb ik
alle begrip voor. Als ik aan zelfmedelijden had gedaan, was ik nu bij mijn
hart op de bodem van de zee. Daar zou ik alles begrijpen en kalm en in
vreugdevolle waanzin, zoals het slachtoffers van hypothermie vergaat, de
vikingendood sterven. Trots en glimlachend om dit bedrog dat leven
heet. Maar ik heb een kind. En wat
voor een! Zij is van edelstenen en bloed gesponnen, uit zijde gezongen.
Zij is alles wat ik had moeten zijn. Ik heb geen vader gehad en zij zal er
een hebben, begrijpt u. Zelfmedelijden kan ik me niet permitteren.
Zelfliefde. Ja. Hoe voelt dat, van jezelf houden? Kan ik het nog
leren? En moeten de mensen voor wie ik
zorg draag zich nu zorgen maken om mijn welzijn? Ik beloof dat ik voor
iedereen zal blijven klaarstaan, maar wellicht kan een ieder die zich door
dit stukje aangesproken voelt mij een hart onder de riem steken. Daar is
het warmer. Schrijf naar: dichter_aan_zee@hotmail.com
Bij de PZC is mij volledige
artistieke vrijheid gegarandeerd en van die garantie maak ik nu dankbaar
gebruik. Ik hoop dat ik mij niet bedenk.
Er zijn duizend redenen dat wel te doen. Bewijs mijn ongelijk,
alstublieft. |
naar volgende column |