Homepage van Henk, Diana & Amber Pladdet
Genealogie Pladdet 
(onder constructie)
Nederlands Volkslied
Genealogie Riemens
Zeeuws Volkslied
Genealogie Roelands
Zeeuws Vlaams Volkslied
Genealogie Korsuize Het Neuzenlied
Genealogie Breepoel Wie zijn wij ???    (en onze cavia's)
Kwartierstaat Amber Pladdet Nuttige Links
Verhaal Joop Luitwieler Verhaal Cees en Ria Rijsterborgh
Verhaal Patrick Six

Sorry voor "niet werkende links" en ontbrekende info.

 

 

 

( e-mail adres: hpladdet@zeelandnet.nl

Inleiding

 

 

 


terug

Nederlands Volkslied

DE OORSPRONG VAN HET WILHELMUS

De tekst van het Nederlandse volkslied is volgens de meeste onderzoekers ontstaan tussen 1568 en 1572, in de periode dat Willem van Oranje naar Duitsland was gevlucht en de leiders van het verzet hem overhaalden de leiding van de opstand tegen Spanje op zich te nemen. 
Tot de geuzenliederen die in deze periode zijn geschreven behoort ook het Wilhelmus: vijftien coupletten waarin de auteur (waarschijnlijk Filips van St. Aldegonde) de prins laat uitleggen wat de doelstellingen van de opstand zijn en hoe hij zijn eigen positie zag. 
Het 'liedeke van de prins', later getoonzet op de melodie van een Frans soldatenliedje, leidde eeuwenlang een vergeten bestaan - tot koningin Wilhelmina na haar inhuldiging in 1898 pleitte voor de rehabilitatie ervan.
(Bron: Reader's Digest / De wereld van eeuw tot eeuw)

1
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

2
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.

3
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.

4
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben 't u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.

5
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vreden
mijn edel bloed gewaagd.

6
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

7
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.

8
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.

9
Na 't zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.

10
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.

11
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.

12
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.

13
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.

14
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,-
't zal hier haast zijn gedaan.

15
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.


terug

Zeeuws Volkslied

 

1
Geen dierder plek voor ons op aard,
Geen oord ter wereld meer ons waard
Dan, waar beschermd door dijk en duin,
Ons toelacht veld en bosch en tuin;
Waar steeds d'aloude Eendracht woont,
En welvaart 's landsmans werk bekroont.
Waar klinkt des Leeuwenforsche stem:
"Ik worstel moedig en ontzwem!"

2
Het land dat fier zijn zonen prijst.
En ons met trots de namen wijst
Van Bestevâer en Joost de Moor,
Die blinken zullen d'eeuwen door;
Waarvan in de historieblâen,
De Evertsen en Bankert staan,
Dat immer hoog in ere houdt,
Den onverschrokken Naerebout.

3
Gij, Zeeland, zijt ons eigen land,
We dulden hier geen vreemde hand,
Die over ons regeeren zou,
Aan onze vrijheid zijn we trouw.
We hebben slechts één enk'le keus'
'Oranje en Zeeland'  da's de leus
Zoo blijven wij met hart en mond,
Met lijf en ziel: goed Zeeuwsch goed rond.

 


terug

Zeeuws Vlaams Volkslied


( Woorden : Ds. J.N. Pattist en J. Vreeken.)
( Muziek : A. Lijsen. )

1. 
Waar eens 't gekrijsch der meeuwen
Verstierf aan 't eenzaam strand,
Daar schiepen zich de Zeeuwen
Uit schor en slik hun land;
En kwam de stormwind woeden,
Hen dreigend met verderf,
Dan keerden zij de vloeden
Van 't pas gewonnen erf.

Refrein:
Van d'Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot aan Cadzand
Dat is ons eigen landje,
Maar deel van Nederland.

2.
Waar eens de zeeën braken,
Met donderend gedruis
Daar glimmen nu de daken,
En lispelt bladgesuis.
Daar trekt de ploeg de voren,
Daar klinkt de zicht in 't graan.
Daar ziet men 't Zeeuwse koren,
Het allerschoonste staan.

Refrein:
Van d'Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot aan Cadzand
Dat is ons eigen landje,
Maar deel van Nederland.

3.
Daar klappen rappe tongen,
De ganse lieve dag.
Daar klinkt uit frisse longen,
Gejok en gulle lach.
Daar klinkt de echte landstaal,
Geleerd uit moeders mond.
Eenvoudig, zonder omhaal,
Goed Zeeuwsch en dus goed rond.

Refrein:
Van d'Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot aan Cadzand
Dat is ons eigen landje,
Maar deel van Nederland.

4. 
Daar werd de oude zede,
Getrouwelijk bewaard.
En 't huis in dorp en steden,
Bleef zuiver Zeeuws van aard.
Daar leeft men zo eendrachtig,
En vrij van droef krakeel.
Daar dankt men God almachtig,
Voor 't toegemeten deel.

Refrein:
Van d'Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot aan Cadzand
Dat is ons eigen landje,
Maar deel van Nederland.

5. 
De worstelstrijd met Spanje,
Bracht ons het hoogste goed,
De vrijheid door Oranje,
Betaald met hartebloed.
Dat goed gaat nooit verloren,
De Nederlandse vlag.
Zal wappren van de toren,
Tot op de jongste dag.

Refrein:
Van d'Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot aan Cadzand
Dat is ons eigen landje,
Maar deel van Nederland.

 


terug

Het Neuzenlied

Woorden van A. van den Bruele
Muziek van mevr. Doussy-Slingeneyer


I
Waar der Schelde's zwaarste golven
stormden op het landschap aan;
Waar zij dorpen heeft bedolven,
daar vond Neuzen zijn ontstaan.
Door de kloeken arm der oud'ren,
door de kracht van spier en schoud'ren,
werd het wilde element
van ons stadje afgewend

Refrein
Hoort! de Schelde bruist,
beukt op dijk en strand;
Slaat de dijken weg,
overstroomt het land!
Weer de Schelde bruist.
Thans heerst rust en vree.
Veilig blijft ons land: Heil den Neus aan zee! (bis)

II
Hou en trouw zij nu gezworen
aan het vrij gewrochte pand.
Ging de Neuzenvorm verloren,
Neuzen toch houdt eeuwen stand.
Dreigt de vloed ons te verdelgen,
ook staan klaar der vaad'ren telgen.
Voor Ter Neuzen alles veil !
Hoog den Neus, hij brent ons heil !

III
Grijpen ooit wel vreemde handen
naar den Neus in vreemd geschreeuw.
Dan verbreekt weerom zijn banden,
onze sterke Zeeuwsche Leeuw.
Springt weer uit de wilde baren,
kent geen angst, geen doodsgevaren.
Kampt heldhaftig, bij de leus:
"Neerlandsch is en blijft de Neus !"


terug

Nuttige Links

Homepage Piet en Willeke Molema - Smithoek (alle Zeeuwse families) http://home.hccnet.nl/p.molema/zeweb.htm  
De kwartierstaat van Johan Dingemanse (Riemens) http://users.pandora.be/dingemanse/
Stamboom en kwartierstaat van N.Lucas (Riemens) http://home.kabelfoon.nl/~nlucas/index.htm
Stamboom van Didier Vancoppenolle (Vandepladutse) http://geneweb.geneanet.org/vancop
Genealogie Jan de Schipper (Korsuize/Verburg) http://www.jds-dental.nl/genealogie/ 
Kwartierstaat van Marion Charlotte Anna Riemens http://home.planet.nl/~m.riemens/kwartm.htm 

 


terug