Homepage
Inhoudsopgave
VPR-Index (home)
Inleiding
Inventarisatie
en analyse
Communicatiebeleid
Extern
Communicatieplan
Systematische
analyse algemene folder
Promotieplan
Mavo
Conclusie
Bibliografie
Bijlagen
Downloadable file
Word 97 (50 A4)
Download
complete rapport
hier
|
Inventarisatie en analyse
1 - Analyse huidige situatie
In deze paragraaf wordt het MC onder de loep
genomen. Van veel facetten van de school wordt een
sterkte-zwakte analyse gemaakt. Deze analyse zal het ons
mogelijk maken te komen tot het formuleren van een
communicatiebeleid en een communicatieplan. In de eerste
plaats is een korte, intuïtieve analyse van de algemene
folder van het MC gemaakt. Deze komt in paragraaf 1.1 aan
de orde. In paragraaf 1.2 volgt een sterkte-zwakte
analyse van de overige , zeer belangrijke facetten
van de school: beleid en doelstellingen van de
organisatie, organisatiestructuur,
communicatiestructuur, produkt/dienst, concurrentie,
consistentie heden en toekomst, reputatie en de
verhouding van het management tot de public relations.
Deze lijst van punten is opgesteld aan de hand van een
lijstje met aandachtspunten uit De Roode (1989. p. 173).
Wijzigingen in die lijst zijn doorgevoerd waar wij dat
nodig achtten met het oog op het doel van ons
onderzoek.
1 1- Intuïtieve analyse van de algemene folder van
het Maartenscollege
Een groot deel van de externe communicatie van een
school gebeurt door middel van de algemene folder. Deze
folder wordt, onder andere op open dagen, verstrekt aan
potentieel nieuwe leerlingen en hun ouders. In deze
paragraaf beoordelen wij de bestaande folder. We kijken
naar de sterke en zwakke punten en geven aan welke zaken
volgens ons verbeterd kunnen worden.
Uit de folder blijkt dat het MC een degelijke en
strak georganiseerde school is. Activiteiten die buiten
de lessen staan, zijn onderwijsondersteunend of hebben
niets met het onderwijs te maken. De school tracht het
interconfesionele karakter te uiten in de
weekthemas en in het jaarprogramma. Hierbij wordt
in de folder geen aandacht besteed aan de christelijke
grondslag van de school. De school richt zich sterk op
het welzijn van de leerlingen, dit vindt zijn weerslag in
activiteiten buiten de lessen en begeleiding van de
leerlingen. Het georganiseerde karakter van de school
blijkt uit het bestaan en het voorkomen in de folder van
verschillende raden: medezeggenschapsraad,
leerlingenraad, mentoren-raad en contactouders. Ouders
worden nauw bij de school betrokken, zij krijgen een
apart krantje, zijn vertegenwoordigd in de
medezeggenschapsraad en hebben via de contactouders
contact met de klassen.
Uit het stroomschema blijken de
doorstroommogelijkheden van een leerling binnen de
school. Een punt van kritiek is dat de school zich in
deze folder voornamelijk op het Gymnasium richt zoals
blijkt uit de sectie Ons onderwijs.
Het hierboven beschreven beeld wordt waarschijnlijk
ook door de leerlingen ervaren, zij het in iets minder
gedatailleerde mate. Dat dit overwegend positieve beeld
uit de folder naar voren komt, is een sterk punt van de
folder. Wat de leerlingen voornamelijk zal aanspreken,
zijn de activiteiten voor de leerlingen.
Deze activiteiten worden echter niet breed
uitgemeten. Een korte beschrijving van de dagelijkse gang
van zaken op, en de faciliteiten van de school. onbreekt
helemaal We missen, kortom, het voor de leerlingen
relevante antwoord op de vraag: Is dit een leuke
school?
Andere zwakke punten zijn: 1) deze folder kan door
elke andere school op een soortgelijke manier worden
uitgegeven; het eigen karakter van de school wordt wel
aangestipt, maar komt niet duidelijk tot uiting; 2) de
verhuizing komt niet in de folder ter sprake,
terwijl het vooruitzicht van het ontstaan van een
unilocatie de keuze voor de school kan
beïnvloeden.;
3) over de nieuwe opzet van de tweede fase wordt
ook maar ternauwernood iets gezegd;
4) de lay-out is hiërarchisch en het taalgebruik
is technisch; de folder wordt zo moeilijk leesbaar; 5)
bij de fotos missen onderschriften; 6) de eerste
tekstpagina is ongeveer het belangrijkste van de hele
folder wanneer het gaat om het trekken en behouden van de
aandacht van de leerlingen (en ouders); het eerste kader
is echter niet relevant en de tekst die daarop volgt niet
overtuigend.;de huidige opzet van de eerste tekstpagina
is dus niet goed; en tenslotte
7) In de laatste paginas wordt te veel tekst
besteed aan de aanmeldingsprocedure.
Op al deze punten kunnen verbeteringen worden
aangebracht.
1.2 - Inventarisatie en analyse van het
Maartenscollege
In deze paragraaf worden de resultaten van een
uitgebreide sterkte-zwakte analyse van de in de inleiding
van paragraaf 1 genoemde facetten van de school
gepresenteerd. Voor de complete analyse verwijzen we naar
bijlage II van dit rapport. Wij beperken ons hier tot de
conclusies.
1.2.1 Analyse Beleid en doelstellingen van de
organisatie.
De analyse van het beleid en de doelstellingen van de
organisatie hebben we bekeken op de punten die voor ons
onderzoek relevant waren. Volgens de criteria die wij
hiervoor hanteerden, zijn we geen sterke punten
tegengekomen. We kwamen alleen tot onderkenning van
zwakke punten en punten waarover bij ons geen
duidelijkheid bestond. Om te beginnen geven we de zwakke
punten weer.
Er is geen schriftelijke uiteenzetting over het beleid op
het gebied van publiciteit of public relations, er is
enkel een kort oriënterend stuk over PR. Als tweede
zwakke punt vloeit hier logisch uit voort dat er geen
communicatiebeleid bestaat. Hierdoor is het ook
onmogelijk te spreken over formeel vastgelegde en/of
verdeling van verantwoordelijkheden met betrekking tot
PR. De Roode gaat er vanuit dat de te onderzoeken
organisatie beschikt over een afdeling communicatie,
daarvan is hier echter geen sprake. Gesteld kan worden
dat weinig voorstellen op het gebied van het te volgen
communicatiebeleid gedaan worden. Dit is een volgende
zwak punt. Daarnaast zouden binnen de bestaande
communicatie formele mogelijkheden moeten bestaan tot het
onderzoeken en eventueel verleggen van accenten binnen
die communicatie. Wegens het ontbreken van formaliteiten
op dit gebied kunnen we over aanbeve-lingen met
betrekking tot het verleggen van accenten is niets
terugvinden. Men moet echter niet vergeten dat het feit
dat het MC aandacht is gaan besteden aan zijn
communicatie een aanwijzing is dat er inderdaad, al is
het maar door een enkeling, over eventuele
accentverschuivingen gedacht wordt. Dit is daarmee toch
een zwak punt. Daarnaast moet vastgesteld worden dat het
MC niet aan de door De Roode gestelde eis van een
beleidsherziening met een frequentie van één maal per
jaar kan voldoen. Er wordt nergens melding gemaakt van
een structurele beschouwing van beleidsherzieningen: een
volgend zwak punt.
Naast de formele kant van de organisatie van de
communicatie van het MC, hebben we de financiële en
organisatorische zijde van de organisatie onder de loep
genomen. Wat betreft de financiering van communicatie is
er nergens in de documenten over het MC iets vermeld over
hoe het communicatiebudget wordt vastgesteld.
Waarschijnlijk wordt de factor budget binnen de school
als een vaststaand gegeven gezien, een bedrag dat sinds
jaar en dag hetzelfde is. De enige factor waarmee in
voldoende mate rekening gehouden wordt is de financiële
situatie van de school. Er is met betrekking tot het MC
geen sprake van dat het communicatiebudget op een goede
manier, na zorgvuldige afweging, tot stand komt. Dit
geldt ook als zwak punt. Het laatste punt dat wel als
zondanig aan zouden willen merken, heeft betrekking op de
organisatie van specifieke (promotionele) activiteiten.
In het oriënterende stuk over PR worden enkele mogelijke
activiteiten genoemd. Deze zijn echter weinig concreet.
Gesteld wordt onder andere dat geld geïnvesteerd gaat
worden in belangrijke boodschappers en in de interne PR.
op welke manier dat moet gebeuren wordt vaak niet vermeld
en hoeveel geld daarvoor beschikbaar is, is niet
duidelijk. Een concreet voornemen is het rondzenden van
informatiebrieven aan basisscholen. Toch worden te weinig
concrete activiteiten genoemd en de budgetaire kant wordt
geheel vergeten, wat het risico met zich meedraagt dat
bepaalde activiteiten in een later stadium geschrapt
worden omdat er geen geld meer voor is.
Zoals eerder vermeld, hebben we naast zwakke punten ook
een aantal punten moeten onderzoeken, die naar onze
mening niet erg duidelijk waren. Zo wordt er van (de
mogelijkheid tot) beleidsherzieningen geen melding
gemaakt, daardoor is niet vast te stellen of, indien deze
zich wel hebben voorgedaan, deze diepgaand en uitgebreid
genoeg zijn geweest. Een tweede, en laatste onduidelijk
punt, heeft betrekking op de relatie tussen de directie
en de afdeling communicatie. Met betrekking tot
communicatie vooronderstelt De Roode een scheiding tussen
communicatie-afdeling en directie. Op het
Maartens-College is daarvan echter geen sprake. Er is
weliswaar sprake van het oprichten van een PR-groep, maar
vooralsnog lijkt daarvan geen sprake en is de
commujnijcatie in handen van een persoon die ook zitting
heeft in de schoolleiding. Of dit een negatief of een
positief punt is, is moeilijk te zeggen, aan de ene kant
wordt de afstand communicatie-directie verkleind. Aan de
andere kant gaat het ten koste van de onafhankelijkheid
van de communicatie-afdeling.
1.2.2 Organisatiestructuur
Op het gebied van de organisatiestructuur zijn slechts
een klein aantal zaken van belang bij de sterkte-zwakte
analyse. Als sterk punt kan worden aangemerkt dat de
gehele organisatiestructuur formeel is vastgelegd in het
schema "Hoe is de leiding geregeld". Daarnaast
zijn nog een drietal punten van belang bij de algehele
inventarisatie. Deze kunnen worden aangemerkt als zwakke
punten.
De formele organisatiestructuur van het MC laat enkel de
plaats van de leidinggevenden in de organisatie zien. Het
is duidelijk geen hiërarchisch schema waarin alle
onderdelen van de school terug te vinden zijn. De plaats
van docenten en leerlingen wordt niet duidelijk, zij
komen niet in het schema voor. Ook is geen plaats voor
onderwijsondersteunend personeel en ouders.
Een tweede punt is dat in de formele structuur is geen
plaats voor communicatie of PR, blijkbaar is PR nog geen
volwaardig onderdeel van de school. Dit terwijl het juist
voor een school van belang kan zijn de
verantwoordelijkheden met betrekking tot communicatie
vast te leggen, op een school heerst namelijk dikwijls
een meepraat-cultuur waarin iedereen overal over mee wil
beslissen. Met name wat betreft communicatie kan dit zeer
hinderlijk zijn omdat iedereen denkt hier iets van te
weten.
Het derde punt dat als zwak aangemerkt kan worden
heeft betrekking op het afwezig zijn van een formele
plaats van communicatie in de gehele structuur. Het
schema werkt daardoor een goede communicatie niet in de
hand. Wat de plaats van de communicatie in de praktijk
is, is niet duidelijk. Het verdient aanbeveling het
organisatie-schema uitgebreider te maken, zodat het
effect ervan beter beoordeeld kan worden.
1.2.3 Communicatiestructuur
Om systematisch en planmatig communicatie toe te
kunnen passen in een organisatie, is het belangrijk om
een communicatiebeleid op papier geformuleerd te hebben.
Het MC heeft een dergelijk beleid niet op papier gesteld
(zwak punt), omdat er geen systematisch
communicatiebeleid gevoerd wordt. Het MC is zich
daarentegen wel bewust van de noodzaak hiervan. Dit mag
blijken uit het bestaan van een terreinverkenning op het
gebied van de PR van de school. Dit rapport is opgesteld
door dhr. T. de Jong. Hierin wordt de behoefte aan een
gesystematiseerde en planmatige communicatie
uitgesproken, onderverdeeld in een drietal componenten:
een marketingplan, een communicatieplan en een
promotieplan (het ontbreken hiervan is een zwak punt).
Overigens dient opgemerkt te worden dat in deze
terreinverkenning en in de andere contacten met de school
consequent over PR gesproken wordt, waar wij (DUS) liever
het begrip ´communicatie´ hanteren. In onze ogen is PR
slechts een onderdeel van communicatie van het MC, naast
marketing, promotie en voorlichting
De school moet als ´levende organisatie´ worden
gezien die in en met haar omgeving functioneert. Omwille
van soepele en goede communicatie binnen en door de
school (openheid en eerlijkheid) zou communicatie
structureel deel uit moeten maken van het
organisatiebeleid. Vanwege het ontbreken van een formeel
communicatiebeleid bij het MC is dit echter niet
mogelijk.
Effectieve communicatie begint met het definiëren
van de doelgroepen. Een boodschap heeft alleen dán
effect, wanneer hij de juiste persoon of groep bereikt.
Afhankelijk van het doel van of de aanleiding tot de
hantering van een bepaald communicatiemiddel kan deze
periodiek of niet-periodiek verschijnen. Een doelgroep
dient daarbij alleen benaderd te worden met voor hen
relevante communicatiemiddelen op met vooraf bepaalde
frequentie. De school heeft alle doelgroepen, met
bijbehorende communicatiemiddelen (met
verschijningsfrequentie), schriftelijk vastliggen. Dit
zijn twee sterke punten.
Voor het systematisch en planmatig toepassen van
zowel interne als externe communicatie, moet van elk
communicatiemiddel vaststaan (en bij de
communicatiedeskundige bekend zijn) wie voor de inhoud en
het verschijnen van welk communicatiemiddel
verantwoordelijk is. Op het MC is voor elk
communicatiemiddel duidelijk wie hiervoor zorgt. Behalve
voor de lunchpauzebijeenkomsten en de schoolkrant (ook
wel: leerlingenkrant).Dit is een sterk punt.
Met betrekking tot het communicatiebeleid zou er
iemand aangesteld moeten zijn met een passende
functieomschrijving om de invulling van dat beleid te
bedenken, uit te voeren, toezicht te houden en te
evalueren. Op het MC is dit niet het geval. Eén persoon
legt zich toe op de externe communicatie. Dit gebeurt
echter op ad hoc basis. Deze persoon vervult tevens de
functie van voorlichter voor de school en heeft een
functie in de leiding. Dit mag als een zwak punt worden
beschouwd.
Onverwachte gebeurtenissen mogen de organisatie
zowel organisatorisch als praktisch niet overrompelen. Om
deze reden dienen protocollen voor crisiscommunicatie
aanwezig te zijn. Bij ons is niets bekend over het
aanwezig zijn van dergelijke protocollen op het MC; zwak
punt.
Communicatie binnen en tussen doelgroepen dient zo
optimaal mogelijk te verlopen; gebrekkige communicatie is
niet wenselijk. De schoolkrant van het MC verschijnt
onregelmatig, wat niet zo zou moeten zijn; zwak punt. Een
ander zwak punt is dat de school in totaal vijftien
verschillende folders en inlegfolders heeft, dit zijn er
te veel.
1.2.4 Produkt- en dienstomschrijving
Het MC biedt de ouders en leerlingen de volgende
produkten:
Onderwijs: de examenresultaten van het MC zijn op
of boven (Mavo) het landelijk gemiddelde (sterk punt), de
school biedt goede doorstroommogelijkheden (sterk) en er
is geen Mavo/Havo-stroom (zwak punt). Daarnaast zijn er
nog de produkten vorming en het krijgen van nieuwe
vriendjes en vriendinnetjes.
Het MC biedt de ouders en leerlingen de volgende
diensten:
Songfestival, leerlingentheater, Maartens klassiek,
schoolbands, klassenavonden, schoolfeesten,
schooltoernooien, schoolreizen, schoolkrant,
weekthema´s, ondersteuning door begeleiding,
verzekering, tegemoetkoming in de studiekosten,
boekenfonds en boekenbeurs, jaarprogramma, kersttoneel,
kerstmarkt, lunchpauzebijeenkomst, contact
Greenpeace/Amnesty, Pitstop, counsellor,
vertrouwensgroepen, schoolarts, beschikking over
computers.
Al deze diensten kunnen samen opgevat worden als
een sterk punt van de school. Ze tonen de aandacht voor
de doelgroepen en dragen op deze manier de waarden uit
waar het MC voor staat.
1.2.5 Concurrentie
Het MC heeft een aantal concurrenten in de stad
Groningen en omstreken. De belangrijkste daarvan noemt
het MC zelf: "De school die voor het grootste
gedeelte in dezelfde vijver vist als onze school is het
Zernike-college. Zij zijn een brede scholengemeenschap
met gespreide vestigingen in Zuidlaren, Haren en
Groningen. Hier volgt een opsomming in volgorde van
belang-rijkheid van de concurrenten van het MC:
Zernikecollege, Augustinuscollege, Willem-Lodewijk
Gymnasium, Praedinius Gymnasium, Harm Jan Zondagschool,
Leon van Gelderschool en het Werkmancollege.
Een school die zich wil onderscheiden van andere
scholen probeert dat uiteraard op een positieve manier te
doen. Punten waarbij hieraan gedacht kan worden, zijn
bijvoorbeeld veel buitenschoolse activiteiten, goede
leerlingbegeleiding en hoge scores op de examenuitslagen.
Negatieve punten zijn zaken als een hoge
spijbelscore, weinig tot geen
leerlingbegeleiding en lage examenscores. Het MC scoort
hoog op de positieve punten en laag op de negatieve
punten. Dit kan echter geen sterke concurrentiepositie
genoemd worden, omdat ook de andere scholen het niet
slecht doen op deze punten. Een groot aanbod van
onderwijs is een sterk punt voor een school. Zo ook voor
het MC dat een breed onderwijsaanbod heeft. Het
Zernike-college heeft echter een breder
onderwijsaanbod:ook VBO.Het MC presenteert zich als een
interconfessionele school, maar tijdens de lessen wordt
daar weinig aandacht aan besteedt. Zoals de heer De Jong
het zei: 'Eigenlijk zijn we vlees noch vis, in positieve
zin." In de praktijk komt dit erop neer dat de
school voor iedereen toegankelijk is, die de waarden
handelt en streeft naar de waarden aandacht, respect en
vertrouwen (sterk punt). Dit kan natuurlijk ook in
negatieve zin uitgelegd worden: de mensen die meer
levensbeschouwelijke aandacht tijdens de lessen willen,
zouden kunnen vinden dat het MC daar te weinig aandacht
aan geeft. Als een school een bepaalde stroming wil
vertegenwoordigen moeten zij hier ook aandacht aan
besteden tijdens de lessen. Voor niet-gelovigen maakt dit
blijkbaar niet uit, maar voor wel-gelovigen zou dit een
reden kunnen zijn om niet voor het MC te kiezen. In dat
geval is het een zwak punt.
Het Zernikecollege wil zich vanzelfsprekend ook
onderscheiden en is daar druk mee bezig. Ook heeft het te
maken met dezelfde regels en wetten als het MC. De
concurrentie neemt dus toe en het MC noemt dit zelf als
een zwak punt.
Een verhuizing kan vergaande gevolgen hebben voor
de concurrentiepositie van een school. Met deze
verhuizing zitten alle onderdelen in één gebouw en dat
is natuurlijk goed voor de organisatie; er ontstaat een
beter overzicht van de dagelijkse gang van zaken op een
school (sterk punt). In de actuele folder wordt echter
geen aandacht besteed aan de aanstaande
nieuwbouw/verhuizing.Dit is een zwak punt, evenals het
door de verbouwing verloren gaan van de
kleinschaligheid.
Een school moet zich hoeden voor concurrentie om
niet te veel leerlingen te verliezen aan andere scholen.
Maar een school die zich te veel met zijn eigen positie
bezighoudt, is ook niet goed bezig. Het zou niet goed
zijn voor een school als te krampach-tig gekeken wordt
naar concurrenten en men moet uitgaan van de eigen
kracht. En een zekere samenwerking zou de school ten
goede kunnen komen, zolang er gelijkwaardige
uitgangspositities voor samenwerkende scholen zijn. Het
MC werkt niet samen met andere middelbare scholen. Dit is
dus ook een zwak punt.
1.2.6 Consistentie, heden, toekomst
Onder dit punt wordt de positie van de school zoals
die nu is vergeleken met die zoals die in de toekomst zal
zijn. Als 'in de toekomst' zien wij de periode na de
verhuizing. De Roode noemt bij dit punt trouwens ook het
verleden, dat is iets wat wij echter niet willen
onderzoeken. Het verleden is alleen in zoverre relevant,
dat deze ertoe geleid heeft dat de identiteit moest
veranderen. Daardoor is er natuurlijk wel een kleine
inconsistentie in de identiteit geslopen
(interconfessioneel in plaats van RK voor het St.Maartens
en het St.Martinus en PC voor de Schalm), maar de
situatie hieromtrent is dusdanig gestabiliseerd dat er
geen negatieve uitwerkingen te bespeuren zijn. Bovendien
richten wij ons puur op de situatie nu en de situatie 'in
de toekomst'. We zullen de situatie nu en de situatie na
de verhuizing vergelijken op een aantal punten waarvan
wij verwachten dat ze beïnvloed zullen worden door de
verhuizing. De punten zijn: huisvesting ,
leerlingen en curriculum.
Huisvesting
In dit onderzoek speelt de op til staande
verhuizing van het MC natuurlijk een belangrijke rol.
Lokatie en huisvesting zijn factoren die voor een school
zeer bepalend zijn voor het aantal leerlingen. Een school
wil geografisch zo dicht mogelijk bij de (potentiële)
leerlingen staan omdat de factor afstand van huis naar
school vaak bepalend blijkt in de keuze voor een school.
Ook speelt de manier waarom de leerlingen in de school
gehuisvest worden een rol. Natuurlijk dienen
schoolgebouwen in een goede staat verkeren: als een
school er van buiten slecht uit ziet, straalt deze
natuurlijk weinig kwaliteit en betrouwbaarheid uit. Een
andere factor is de grootte van de vestigingen: een niet
te massale vestiging staat vaak garant voor een
persoonlijker benadering van de leerling. Een groot
schoolgebouw wekt al snel de indruk een 'leerfabriek te
zijn'. Een voordeel van een grote vestiging is natuurlijk
dat alles bij elkaar in de buurt zit en dat daarom
organisatorisch de school beter te overzien is.
Bij de komende verhuizing van het MC zal het één
en ander veranderen. Ten eerste de lokatie, tot nu toe
was het zo dat het Maartescollege door de spreiding van
zijn vestigingen leerlingen trok uit een vrij groot
gebied. Met die spreiding van de vestigingen zal het
binnenkort echter gedaan zijn. De vestigingen De Wijert
en Rumme-rinkhof zullen verdwijnen en alle leerlingen
(behalve die van de internationale school) zullen worden
geconcentreerd in vestiging De Hemmenlaan.Dit is een zwak
punt. Een positief gevolg van de verhuizing zal echter
zijn de leerlingen niet meer worden ondergebracht in
vestigingen met nogal achterstallig onderhoud, zoals De
Wijert en Rummerinkhof, maar in een splinternieuw gebouw.
De massaliteit van het nieuwe schoolgebouw zou negatief
kunnen uitwerken omdat de school de kleinschaligheid van
de meerdere vestigingen verliest. Wel moet gezegd worden
dat geprobeerd wordt dit op te vangen door op eenzelfde
klas meerdere jaren hetzelfde docententeam te
zetten.
Leerlingen
Een school draait natuurlijk om de leerlingen. Van
zeer groot belang voor het voortbestaan van een school is
het aantal leerlingen. Als het leerlingenaantal groeit,
kan een school kiezen om mee te groeien indien het
leerlingenaantal buiten de huidige capaciteit van de
school uitstijgt, of besluiten verdere groei van het
aantal leerlingen tegen te gaan. Als het
leerlin-gen-aan-tal stabiel is zal een school over het
algemeen in dezelfde vorm blijven voortbestaan. Neemt het
leerlingen-aantal af, dan zal ook de school kleiner
worden, dit leidt vaak tot problemen omdat behuizing,
personeel, etcetera, berekend zijn op grotere aantallen
leerlingen. Het leerlingenaantal van het MC bedraagt op
dit moment zo'n 1600, de instroom is redelijk stabiel op
zo'n 250 tot 260 nieuwe leerlingen per jaar. Na de
verhuizing zal dit aantal gelijk blijven, of zelfs iets
stijgen, zo is de verwach-ting van MC zelf. De school zou
nog een kleine groei in het aantal leerlingen zal kunnen
verwerken voordat de capaciteit maximaal bezet is.Dit is
een positief punt. Een groei van het aantal leerlingen is
overigens niet iets waar het MC naar streeft; wel streeft
het naar een geringe groei van de gymnasium-af-deling en
een structurele toename van het aantal mavisten.
Naast het leerlingenaantal is de herkomst van de
(nieuwe) leerlingen een factor die zal kunnen veranderen
na de verhuizing. Deze verandering van herkomst zal een
verande-ring in het aantal nieuwe leerlingen tot gevolg
kunnen hebben. Het is daarom van groot belang de herkomst
van de huidige leerlingen te vergelijken met die van
leerlingen die na de verhuizing op het MC komen.
In de huidige situatie is de school verspreid over
vier vestigingen: Hemmenlaan, Rummerinkhof, De Wijert en
villa De Esserberg. De laatste wordt gebruikt door de
bovenbouw van de internationale school en zal na de
verhuizing in zijn huidige staat blijven voortbestaan.
Voor de andere drie vestigingen zal de situatie grondig
veranderen. De vestigingen De Wijert en Rummerinkhof
zullen verdwijnen, de gehele school zal gevestigd worden
in de vernieuwde -ves-ti-ging De Hemmenlaan, waar nu de
bovenbouw gevestigd is.
De situatie van de vestigingen met de herkomst van
hun leerlingen is nu als volgt: in vestiging de Wijert
zitten vooral leerlingen uit de stad Groningen en uit de
regio's Peize, Roden, Hoogezand, Gieten. In de
Rummerinkhof zitten leerlingen uit Haren en Zuidlaren.
Verwacht wordt dat na de verhuizing een kleine afname zal
plaatsvinden in het aantal leerlingen uit het oosten en
het noorden van de stad, dit omdat De Wijert en
Rummerinkhof dichter bij die stadsdelen liggen dan De
Hemmenlaan. Het is de vraag of het MC dit , zoals de
school kennelijk wel verwacht, kan compenseren door meer
leerlingen uit andere gebieden te trekken.
Curriculum
Onder curriculum worden de verschillende
leerstromen verstaan die een leerling gedurende zijn
verblijf op school kan volgen. Een school streeft er in
principe naar leerstromen aan te bieden die zo goed
mogelijk aansluiten op de wens van de leerlingen.
Uiteindelijk dienen via deze stromen de leerlingen een
optimaal resultaat uit hun schoolcarriëre te kunnen
halen.
Het MC biedt onderwijs in Mavo, Havo, Atheneum en
Gymnasium. Het MC biedt vanaf het eerste jaar
gedifferentieerde stromen om zoveel mogelijk aan de
behoefte van iedere leerling tegemoet te komen. een
knelpunt blijkt echter het ontbreken van een Mavo/Havo
klas in het eerste jaar. Het blijkt dat veel potentiële
leerlingen het op prijs stellen als zij in het eerste
jaar niet direct in een stroming Mavo of Havo
terechtkomen, dit geldt vooral voor leerlingen met een
Mavo/Havo advies. Veel andere scholengemeenschappen
bieden deze mogelijkheid wel. In de praktijk bestaat op
het MC gedurende het eerste jaar ook een Mavo/Havo klas
omdat kinderen met dat advies bij elkaar in de klas
worden geplaatst, officieel is van een Mavo/Havo klas
echter geen sprake. Dit is een zwak punt.
Gezegd dient te worden dat het zeer goed mogelijk
is om van de ene naar de andere stroom te springen indien
dat nodig is. Een leerling hoeft dan niet van school. Dit
kan als een pluspunt worden gezien. Een nadeel hiervan
kan echter zijn dat leerlingen uit een hogere stroom
wellicht makkelijker zullen afzakken naar een
lagere.
Bovengeschetste situatie is zowel de situatie nu
als die na de verhuizing. De verhuizing zal hoegenaamd
geen invloed hebben op het curriculum van de school. De
enige invloed is wellicht dat het, doordat iedereen
verzameld is in één groot gebouw, makkelijker wordt van
stroom te wisselen. Dit zou een sterk punt zijn.
1.2.7 Reputatie
Reputatie of imago is het beeld dat de buitenwereld
van iets heeft. Voor ons is dit een moeilijk te
onderzoeken factor aangezien wij ons in hoofdzaak baseren
op informatie die door het MC zelf aangeleverd is. Voor
een beeld van de school bij het publiek kun je de
informa-tie in feite niet bij de school wegha-len. Indien
dit wel gebeurt, wordt niet het imago, maar de identiteit
onderzocht.
Identiteit
De identiteit wordt erg belangrijk gevonden; binnen
het schoolplan krijgt het een eigen hoofdstuk, binnen het
jaarverslag een hoofdstuk samen met de missie, de
weekthema's staan ook vaak in het teken van de identiteit
en tijdens de diploma-uitreikingen is er eveneens
aandacht voor. In het schoolplan van het MC staat de
grondslag van de school omschreven als het gezamenlijk
handelen in overeenstemming met de christelijke
beginselen. De identiteit komt uit deze grondslag
voort. Zo staat in het schoolplan: "(...) is de
confessionele -en om precies te zijn interconfessionele-
grondslag van de school bepalend voor de identiteit van
de scholengemeenschap, hij drukt een stempel op het
dagelijks doen en laten." De uit de grondslag
voortkomende basis-waarden respect, aandacht en
vertrouwen kunnen als bindend element worden omschreven
in de identiteit van het MC. In het jaarplan staat
dat de pluriformiteit van de samenleving zich
weerspiegelt in de school. Waar de school zich expliciet
uitspreekt, is dit in ethisch-maatschappelijke termen.
Zowel de pluriformiteit als het zich uitspreken in
ethisch-maatschappelijke termen, komen rechtstreeks voort
uit de identiteitsbepalende waarden aandacht, respect en
vertrouwen
Reputatie
De reputatie is het beeld, ofwel imago, dat er van
de organisatie is bij het publiek. Als het beeld/imago
dat de doelgroepen van het MC hebben positief is, is de
reputatie van de school goed.Volgens Jansen moeten
scholen voor voortgezet onderwijs proberen het imago van
de school bij de ouders en bij de bevolking meer in
overeenstemming te brengen met het door hen gewenste
imago." (1988,p.3). Het gewenste imago komt overeen
met de (gewenste) identiteit van het MC.Als het
beeld/imago van de doelgroepen over het MC overeen komt
met de identiteit van het MC is de reputatie van de
school dus ook goed. Het beeld dat de basisscholen van
het MC hebben, is uitermate positief. Het is bij hen
bekend at het MC een goede opvang en een goede
begeleiding van de leerlingen belangrijk vindt. Ook bij
de ouders staat het MC bekend als een school met een
goede leerlingbegeleiding. Dit is een positief beeld dat
overeenkomt met de identiteitsbepalende waarde aandacht;
een sterk punt van de school.
Naast de informatie die de publieksgroepen via de
normale manier bereiken zoals folders en
voorlichtingsavonden, kan een school zich ook profileren
via de media. Dit kan via een persbericht of via het
organiseren van een activiteit waarvoor de pers
uitgenodigd wordt. Het is een slechte zaak als een school
op een negatieve manier in de pers komt, maar daar kan
een school zelf meestal niets aan doen. Uit de vele
verzamelde kranten-knipsels over het MC komt een beeld
naar voren van een school die sociaal bewogen is en die
zich bezighoudt met minder bedeelden. Zo is er een
activiteit georganiseerd samen met asielzoekers. Dit
soort activiteiten geven een positief beeld van een
organisatie en komen voort uit de identiteitsbepalende
waarden aandacht en respect . Ook een sterk
punt.
Twee van de gebouwen van het MC zijn gesitueerd in
Haren, ten zuiden van de stad Groningen. In deze gemeente
wonen veel hoger opgeleiden en deze sturen hun kinderen
veelal naar deze school. Het eerste dat bij veel mensen
die een reactie op het MC geven opkomt, is dat ze het een
'kakschool' vinden. Voor sommigen is dit een reden om
niet voor het MC te kiezen, terwijl dat beeld voor
anderen juist een doorslaggevende factor is. Dit imago
moet zowel een sterk punt als ook een zwak punt gezien
worden. Door de Harense omgeving waarschijnlijk
voornamelijk als een sterk punt,omdat zij zich zo'n
uitstraling thuis voelt.
Binnnen een scholengemeenschap als het Maartens met
een aantal onderwijsvormen, dient aan alle vormen
evenveel aandacht besteedt te worden. Het is dus niet
wenselijk dat een vorm er slechter van af komt dan de
ander. Uiteraard mag voor een vorm wel eens wat meer
gedaan worden wat betreft de reputatie, maar dat mag niet
structureel zijn. De enige punten van kritiek zijn op de
onderwijsvorm Mavo. Uit gesprekken met directeuren van
basisscholen komt naar voren dat men niet tevreden is
over de manier waarop de Mavo gepland is. Er zouden te
weinig mogelijkheden zijn om van onderwijsvorm te
veranderen, zoals het met een Mavo/Havo stroom wel
mogelijk is. Dit is een zwak punt. De overige
onderwijsvormen komen wel goed naar voren.
1.2.7 Verhouding management tot public relations
Voor elke organisatie die zijn communicatie serieus neemt
is het van groot belang dat de communicatie tussen de
communicatie-afdeling en het management goed geregeld
zijn. De Roode (1989. p. 206) geeft aan dat communicatie
vaak een schijnactiviteit voor het oppoetsen van
het image van het management is. Voor een goede
organisatie van de communicatie is het echter van belang
dat tussen management en communicatie-afdeling een goede
band heerst, beide moeten wat betreft prioteiten en
andere beleidstechnische zaken zoveel mogelijk op
dezelfde lijn zitten.
Het MC voldoet niet aan deze eisen. Daar is communicatie
nog steeds geen officieel punt in de bedrijfsorganisatie
(zie paragraaf 1.2.2 ). De relatie van management tot de
communicatie afdeling is derhalve al helemaal niet
geregeld. De persoon die tot nu toe was belast met het
uitvoeren en inventariseren van het communicatiebeleid is
tevens lid van het management van de school. Dit heeft
tot gevolg dat de afstand management -
communicatie-afdeling klein is, maar ook dat
grootscheepse veranderingen in het communicatiebeleid
niet snel te verwachten zijn. Op deze manier wordt nog
altijd de indruk gewekt dat het MC zijn communicatie niet
serieus neemt en dat het slechts een
schijnactiviteit voor het oppoetsen van het image
van het management betreft, om met De Roode te
spreken. De verhouding tussen het management en de public
relations is niet optimaal en dit is dus een zwak
punt.
|
|