Uut de PZC van 1 december 1997
Uit de PZC van 1 december 1997
From the PZC, december 1st 1997

De grenzen van het Zeeuws (slot): het westen
Zeeuwse creooltalen sterven een stille dood

door Marco Evenhuis

In Brits-Guyana vind je dorpen en (voormalige) plantages met namen als Ooster- en Wester-Souburg en Vlissingen. In de jungle staan overwoekerde resten van de forten Kykoveral en Zeelandia. Het mag duidelijk zijn: in deze voormalige Engelse kolonie speelden de Nederlanders en in het bijzonder de Zeeuwen ooit een belangrijke rol.
Voor wie goed kijkt, of eigenlijk luistert, is er meer dat aan de invloed van de Zeeuwen in het gebied herinnert. Een handjevol oudere bewoners van het binnenland spreekt nog een taal die nauw aan Zeeuws verwant is, het Berbice Nederlands. Een vergelijkbare 'Zeeuwse' taal, het Skepi (Essequibo) Nederlands, is een aantal jaren geleden uitgestorven.

Talen als het Berbice en Skepi Nederlands (of kortweg Berbice en Skepi) zijn heel gewoon in gebieden waar veel Afrikaanse slaven en andere 'geïmporteerde' arbeidskrachten op plantages te werk werden gesteld. De sprekers van dergelijke mengtalen gebruiken verafrikaanste vormen van de Europese woorden van de plantagehouders, terwijl de grammatica meestal veel op West-Afrikaanse talen lijkt. Het Papiamento (met een Spaans/Portugese basis) van de Nederlandse Antillen en het Surinaamse Sranan Tongo (met Engels als belangrijkste Europese basis) zijn wel de bekendste voorbeelden van dergelijke zogenaamde creooltalen.

Puerto Rico
Er zijn maar weinig creooltalen met (standaard-)Nederlands als basis. In Indonesië bestond het Nederlands/Maleise Petjo en sommige taalkundigen beschouwen het Afrikaans als een creooltaal. Het Zeeuws heeft daarentegen aan de basis gestaan van liefst drie creooltalen. Naast Skepi en Berbice Nederlands is dat het zogenaamde Negerhollands (of Negerzeeuws) van de voormalige Deense Antillen (nu de US Virgin Islands).
Geen enkele van deze drie talen wordt nog dagelijks gesproken. Het Skepi is al jaren geleden uitgestorven. En het Negerhollands is met de dood van de laatste spreekster, Alice Stevens, in 1987 uitgestorven verklaard. Maar in Puerto Rico schijnen nog enkele sprekers te leven. Het Berbice Nederlands wordt nog wel gesproken, al is er nog maar een handjevol sprekers over.
Silvia Kouwenberg doceert taalkunde aan de Universiteit van West-Indië op Jamaica. Zij heeft het Berbice Nederlands uitgebreid bestudeert en heeft zich de taal zelfs aangeleerd. Volgens haar is de Zeeuwse invloed op de woordenschat van het Berbice niet zo groot als op de woordenschat van het Negerhollands: "Berbice lijkt niet echte Zeeuwse dialectwoorden te hebben. In tegenstelling tot het Negerhollands bijvoorbeeld. Veel woorden worden wel min of meer volgens Zeeuwse uitspraakregels gevormd. Je ziet bijvoorbeeld een duidelijk Zeeuwse ie-uitspraak in woorden als 'liefoe' (lijf, of in 't Zeeuws 'lief'), pielie (pijl, 'piele') en 'stieslie' (stijfsel, 'stiessel')."
"En het standaard Nederlandse enkelvoud van bijvoorbeeld 'bed' eindigt in de uitspraak op een t. De Zeeuwse uitspraak is 'bedde'. Vandaar dat we in het Berbice Nederlands 'beddie' vinden."

Woordenboek
Volgens Silvia Kouwenberg is er maar weinig onderzoek gedaan naar de invloed van dialecten als het Zeeuws op Nederlandse creooltalen: "In de studie van Engelse en Franse creooltalen is wel gekeken naar allerlei mogelijke dialectinvloeden. Wat Nederlandse creooltalen betreft, bleef het tot op heden zo'n beetje bij het noemen van een paar eigenschappen, zonder dieptestudie".
Zelf heeft Kouwenberg er wel aan gedacht om het Zeeuwse aandeel in Berbice eens nader te bestuderen. "Een paar jaar terug wilde ik daar met Cefas van Rossem nog eens naar kijken, maar tot nog toe is er niets van gekomen. Ik heb toen zelfs een exemplaar van het Zeeuws woordenboek aangeschaft."
Dat het Berbice Nederlands vooral teruggaat op Zeeuwse dialecten is eenvoudig te verklaren: "Berbice was in eerste instantie een privé-kolonie, gesticht door een Zeeuw, Abraham Van Pere. Vanaf het begin hebben de plantages in de Berbice een gemengde bevolking gehad: Nederlanders (en dan vooral Zeeuwen), Afrikanen en Indianen."
Later werd Engels de belangrijkste Europese taal in het gebied. "Rond het midden van de negentiende eeuw verplaatsten de plantages zich naar het kustgebied" legt Kouwenberg uit. 'Daar was onder het inmiddels Engelse bewind een Engelse creooltaal ontstaan, Creolese. De achtergebleven bevolking in het binnenland is nog een hele tijd Berbice Nederlands blijven spreken, maar is uiteindelijk ook op Creolese overgegaan. Die bevolking bestond onder andere uit gemengd Indiaanse families, waar Berbice Nederlands de voertaal was. In 'puur' Indiaanse dorpen is de Indiaanse taal Arawak de voertaal."

Negerzeeuws
Vooral omdat missionarissen in het gebied het Skepi en Berbice niet bepaald hoog inschatten en het gebruik van de talen ontmoedigden, is er maar weinig over geschreven. Over het Negerhollands (of Negerzeeuws) van de US Virgin Islands (de voormalige Deense Antillen) is wel veel geschreven, dankzij het werk van Duitse Hernhutters en Deense zendelingen. Zij vertaalden zelfs bijbelgedeelten in 'die Creol taal'.
Al aan het begin van deze eeuw dacht men dat het Negerhollands uitgestorven was. Het Engels (en daarnaast een Engelse creooltaal) was er voor in de plaats gekomen. Maar in afgelegen gedeeltes van de eilanden Sint-Jan (St.-John) en Sint-Thomas werd de taal tot een tiental jaren geleden nog gewoon gesproken. Al gebeurde dat niet meer buitenshuis.
De laatste spreekster van het Negerhollands zei in een interview met een lokale krant in 1985 zelfs: "Ik heb nooit iemand laten weten dat ik het kon spreken. Ik besloot het aan niemand te leren, niet aan m'n kinderen, niet aan m'n man. Zelfs mijn leraren en klasgenoten wisten niet dat ik Negerhollands kon spreken.
I didn't want to be bothered".

Negentig
Het Berbice Nederlands is dus de laatste van de drie bekende Zeeuwse creooltalen die nog gesproken wordt. Er zijn waarschijnlijk nog drie sprekers in leven. Silvia Kouwenberg: "De jongste is al ouder dan zeventig en de oudste is tegen de negentig jaar oud. Het zal dus niet lang meer duren voordat het Berbice Nederlands niet meer bestaat. Het Skepi Nederlands wordt al helemaal niet meer gesproken. Een taalkundige, Ian Robertson, heeft er eens onderzoek naar gedaan, maar hij heeft alleen nog mensen gevonden die zich iets herinnerden van wat hun ouders vroeger zeiden."

Marco Evenhuis.            Met dank aan/Thanks to Edward Akhras, Stockholm University
 
 

Voorbeelden van 'neger-Zeeuws'
(met een Zeeuwse vertaling)

Negerhollands:
Waneer de wind ries, dan joe fo kiek hoendoe sie gat
As de wind riest, kan je 't 'oen in z'n gat kieke

Kakerlaker no ha bestel na hoendoe sie kot
Kakkerlakken 'ebbe niks te bestellen (te maken, lett. te verzorgen) in 't 'oenderkot

Koei sie hoorn nooit sal ben swar for him drag
De koeie z'n 'oorn zà voor 'im nooit te zwaer om te draegen weze.

Skepi:
Ek we stekkie brot
Ik wil 'n stikje broôd

War ek sa lek em?
Waer za'k 'm legge?

'Em ne ben joe, 'em ben ander domnie
Jie was 't nie, 't was die andere domenie