door Marco Evenhuis
Als alles naar
verwachting verloopt, wordt het Zeeuws nog dit jaar als taal erkend. Een
belangrijke gebeurtenis voor de streektaal, maar lang niet zo ingrijpend als
sommigen wel denken. Zeeland krijgt geen tweetalige plaatsnaamborden, op
Zeeuwse scholen kunnen geen lessen Zeeuws gevolgd te worden en mensen die geen
Zeeuws dialect machtig zijn hoeven niet bang te zijn dat ze op taalcursus
moeten. Erkenning van het Zeeuws is slechts formeel. De bedoeling is de Zeeuwse
dialecten zo wat meer weerbaarheid ten opzichte van het Nederlands, te bieden.
Volgens Conny Boersma,
beleidsmedewerker Cultuur van de provincie Zeeland, past erkenning prima in het
bewustwordingsproces dat enkele jaren geleden in gang gezet is: ‘De streektaal
wordt in steeds bredere kring geaccepteerd als onderdeel van het culturele
erfgoed van Zeeland. Erkenning kan een positieve bijdrage leveren aan de
bewustwording dat het Zeeuws het waard is om te behouden’.
Eind 1997 kwam
er een verzoek van een Zeeuwse streektaalorganisatie aan Gedeputeerde Staten
van Zeeland om eens serieus te kijken naar de mogelijkheden van het Zeeuws om
net als het Fries, Limburgs en het Nedersaksisch erkend te worden. Dat zou
moeten gebeuren volgens het Europees Handvest voor Streek- en Minderheidstalen.
Daarin onderstreept de Europese Unie het belang van culturele diversiteit als
een belangrijk kenmerk van de landen van de Europese Unie. Daarom biedt de EU
in de vorm van het genoemde handvest haar lidstaten de mogelijkheid regionale
talen en talen van minderheden te erkennen. Nederland ondertekende het handvest
en inmiddels zijn drie streektalen (Fries, Nedersaksisch en Limburgs) en een
minderheidstaal (Nederlandse gebarentaal) erkend.
De erkenning van het
Zeeuws wordt voorbereid door een werkgroep van vijf personen. Conny Boersma
heeft namens de provincie zitting genomen om een en ander ambtelijk te
begeleiden. ’Een commissie voor dialectbevordering, een groep van 28 mensen die
door de provincie zijn benoemd, heeft uit haar midden vier mensen gekozen die
de tijd en de capaciteit hadden om aan de slag te gaan. Ik ben daar namens de
provincie aan toegevoegd’.
Inmiddels heeft die
werkgroep, die werkt onder auspiciën van de provincie, een haalbaarheidsstudie
afgerond. ’Die studie maakt duidelijk dat het Zeeuws inderdaad voor erkenning
in aanmerking komt en dat het verstandig zou zijn voor het vervolgtraject een
beroep te doen op wetenschappers’, weet Boersma.
GS hebben inmiddels
positief geadviseerd over het vervolgtraject. Indien de statencommissie Welzijn
volgende week besluit dat advies over te nemen, zullen een aantal
wetenschappers worden benaderd om de verzamelde gegevens te bestuderen,
corrigeren en waar nodig aan te vullen met attesten. De uiteindelijke
erkenningsaanvraag zal worden aangeboden aan de staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken. Die beoordeelt het rapport en zal op grond van zijn
bevindingen besluiten het Zeeuws al dan niet als erkende streektaal in Brussel
aan te melden.
Conny Boersma ziet
erkenning van het Zeeuws als een logische stap na de toegenomen aandacht voor
de Zeeuwse dialecten de afgelopen jaren. Een volgende stap is de komst van een
provinciale streektaalconsulent, die projecten moet opstarten en begeleiden en
ook op het gebied van dialectonderzoek zijn mannetje moet kunnen staan.
Boersma: ’Wat voor ons ook belangrijk is, is dat die consulent mensen kan
helpen met het opstarten van projecten. Hij heeft straks een goed beeld waar
wel en waar geen behoefte aan is. Hij kan mensen ook helpen met bijvoorbeeld
subsidie-aanvragen’.
De streektaalconsulent
komt er mogelijk nog dit jaar en zal in dienst komen van de Stichting Cultureel
Erfgoed i/o. Die stichting richt zich op (amateur-)historici, de archeologische
wereld, musea en streektaalorganisaties. Op die manier wordt de versnippering
van middelen tegengegaan en komen kleinere organisaties veel sterker te staan.
Ondertussen wordt er
hard gewerkt aan de erkenning van het Zeeuws. Het zal niet lang meer duren voor
er een brede discussie over het nut ervan zal ontstaan, zeker niet na de
recente publicaties in De Telegraaf en NRC. En de uitkomst van die discussie
staat of valt met de mate waarin mensen geïnformeerd zijn over het onderwerp.
Ook op dat gebied is er dus nogal wat werk te verzetten. Boersma beseft dat
veel mensen nog altijd een verkeerd beeld hebben van erkenning: ‘Er wordt nogal
eens gedacht dat het Zeeuws dan ineens in allerlei situaties verplicht zou
worden. Dat is natuurlijk niet het geval. Je hoeft geen Zeeuws te kunnen of te
leren om het als waardevol onderdeel van de Zeeuwse cultuur te kunnen
appreciëren. Als je hoogaarzen een belangrijk stuk Zeeuws maritiem erfgoed
vindt, wil dat toch ook niet zeggen dat je ze zelf gelijk moet leren bouwen?’.
Misverstanden in verband met erkenning
van ‘t Zeeuws
1.
Taal, streektaal en dialect zijn begrippen die in verband met de erkenning
wat anders gehanteerd worden dan in het normale spraakgebruik. Als het Zeeuws
straks als (streek-)taal erkend wordt, wil dat niet zeggen dat het dezelfde
status als een ‘echte’ cultuurtaal (zoals het Nederlands) krijgt. Het wil
slechts zeggen dat het Zeeuws een taalvariant is, die het volgens de overheid
waard is beschermd te worden. 2. Erkenning van ‘het Zeeuws’ betekent geen erkenning van één
(kunstmatige) Zeeuwse standaardtaal. Alle Zeeuwse dialecten vallen onder de
erkenning. Zeeuws is in dit verband dus niet meer dan een verzamelnaam voor
de Zeeuwse dialecten. 3. Erkenning betekent niet dat het Zeeuws aan Zeeuwen opgedrongen
gaat worden; iedereen blijft natuurlijk vrij om voor zichzelf te bepalen wat
hij of zij in een bepaalde situatie wenst te spreken. Erkenning van het
Zeeuws betekent dus ook op geen enkele manier een aantasting van de positie
van het Nederlands. 4. Erkenning betekent ook geen overdreven aandacht voor dialect
op school of in de regionale media. De aandacht voor het Zeeuws zal wel
toenemen, maar het aantal sprekers van het Zeeuws zal door erkenning niet of
nauwelijks beïnvloed worden. 5. Erkenning betekent niet dat elke
Zeeuw straks een Zeeuws dialect moet kunnen spreken. Zeeland is van oudsher
een provincie met een toenemend aantal ééntalige Nederlandstaligen, steeds
zeldzamer wordende ééntalige Zeeuwstaligen en een flinke groep tweetaligen.
Erkenning van het Zeeuws zorgt er juist voor dat die situatie beschermd kan
worden; het uitbouwen van de positie van het Zeeuws is geen doel van de
erkenning. |