De gemeente Terneuzen houdt zijn inwoners voor dat er met de komst van het nieuw te bouwen kassengebied in de Koegors-, Smidschorre- en Autrichepolder 1400 tot 1500 arbeidsplaatsen ingevuld zullen dienen te worden. Actiecomité “de Groene Parel” heeft hier zo zijn twijfels over.
Opgevraagde cijfers bij het Centraal Bureau voor de Statistiek(CBS) spreken over 1,7 arbeidsplaatsen per Ha kas. FNV Bondgenoten stelt dit cijfer echter naar beneden bij tot 1,2 arbeidskrachten per Ha. Dit zijn landelijke cijfers waar de gemeente Terneuzen blijkbaar een ander gedacht over heeft.
Afgelopen tijd is er nogal wat aan het veranderen, de grenzen vanuit andere Europese landen worden opengegooid en de tuinders laten zich horen over het gebrek aan goedkope arbeidskrachten. Hun producten worden te duur als ze zijn overgeleverd aan te duur personeel. Dus is het snel duidelijk dat hiervoor goedkopere arbeidskrachten aangevoerd moeten worden.
Nog steeds houdt de gemeente Terneuzen echter vol dat het nieuwe kassengebied in onze regio zal gaan draaien met personeel aangeleverd door Dethon en CWI. Dit kan echter alleen vastgelegd worden in een convenant. Naar onze mening zeer kortzichtig en van generlei waarde. Actiecomité “de Groene Parel” is van mening dat dit misschien 1 jaar goed zal gaan waarna er toch naar goedkopere arbeidskrachten gezocht zal worden. De kassenboer betaald deze werklui tenslotte zelf en niet de gemeente.
Grote twijfels dus op het vlak van tewerkstelling van regionale arbeidskrachten.
Wel de lasten dus maar zeker niet de lusten!!!
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DL. 2006/1162
datum : 19-05-2006
onderwerp : Glastuinbouw
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Tijdens het debat over de LNV-begroting voor 2006 in uw Kamer op 4 april jl. heb
ik het lid Walsma toegezegd zijn vragen over de glastuinbouw schriftelijk te
beantwoorden. Onderstaand ga ik nader in op zijn vragen over de kas als
energiebron en de glastuinbouw buiten de landbouwontwikkelingsgebieden.
Als eerste vroeg de heer Walsma mij naar de vorderingen die zijn gemaakt in het
energietransitieprogramma 'kas als energiebron'. Ik kan u melden dat binnen dit
programma een impuls wordt gegeven aan tal van oplossingen voor een duurzaam
energiegebruik. Het tuinbouwbedrijfsleven, het productschap tuinbouw en mijn
ministerie zijn initiatiefnemers, trekkers en financiers van dit programma. In
het programma wordt voorlopig langs vijf paden gewerkt om een duurzame
energiehuishouding te bereiken:
1. Zonne-energie
2. Licht (benutten natuurlijk licht en efficiëntere lampen)
3. Biobrandstoffen
4. Energiearme rassen
5. Aardwarmte
Naast onderzoek, voorlichting, demonstratieprojecten en praktijknetwerken wordt
ook gewerkt aan het stimuleringskader (subsidieregelingen en fiscale
instrumenten), procesaanpak en vergunningen.
Enkele voorbeelden van resultaten zijn:
* Het geslaagde demonstratieproject met de gesloten kas van Themato in Berkel en
Rodenrijs.
* Start praktijkexperiment energieproducerende kas waarvan de opening op 24 mei
2006 plaatsvindt. U bent hiervoor reeds uitgenodigd.
* Start demonstratieprojecten collectieve energievoorziening Bergerden en de
semi-gesloten kas 'de Grevelingen'.
* De ontwerpwedstrijd energieproducerende kas. In de eerste fase zijn 40
inzendingen binnengekomen. Binnenkort maakt de jury het resultaat van de eerste
fase bekend.
In de tweede plaats vroeg de heer Walsma mij hoe door rijk en provincies wordt
omgegaan met glas buiten de landbouwontwikkelingsgebieden en de Greenports. In
een brief van 13 september 2005 vroeg ik, mede namens minister Dekker, de
provincies om aan te geven in welke gebieden de glastuinbouw zich volop kan
ontwikkelen - met nieuwvestigingsmogelijkheden - en waar geen
nieuwvestigingsmogelijkheden meer geboden worden. De nog bestaande maar
ongewenste mogelijkheden voor nieuwvestiging in bestemmingsplannen (het
zogenaamde 'papieren glas') zou het Rijk graag beëindigd zien. Door de
departementen van VROM en LNV wordt momenteel onderzocht hoe door middel van
enkele pilots aan dit proces op het gemeentelijk niveau een impuls kan worden
gegeven. Van een actieve sanering van gevestigde verspreide
glastuinbouwbedrijven is echter vanuit de beleidsdoelstellingen voor Greenport
Nederland geen sprake. Vanuit andere beleidsdoelen, zoals bijvoorbeeld het
verwezenlijken van de EHS, kan dat op specifieke plaatsen wel eens aan de orde
zijn. Welke uitbreidingsmogelijkheden bestaande verspreide glastuinbouwbedrijven
hebben, is naar mijn mening een maatwerkaangelegenheid waarvoor provincies
gebiedsgericht de nadere kaders aangeven en gemeenten de uiteindelijke
verantwoordelijkheid dragen om aan gerechtvaardigde maatschappelijke en
ondernemersvragen tegemoet te komen.
Daarnaast vraagt de heer Walsma mij om aan te geven hoe ik vorder met het maken
van nieuwe bestuurlijke afspraken over de ontwikkeling van Greenport Nederland.
Op dit moment wordt door overheden en bedrijfsleven hard gewerkt aan een
gezamenlijke visie op Greenport Nederland. Deze visie moet uitmonden in
bestuurlijke afspraken over de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de
tuinbouw in de Greenports en - voor zover daarmee samenhangend - ook daarbuiten.
Dit conform de toezegging van minister Dekker en mijzelf aan de Tweede Kamer en
conform gemaakte afspraken in het kader van het zogeheten Greenport-manifest
(naar aanleiding van de Greenportconferentie van 23 juni 2005). Vanaf eind vorig
jaar is een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van bedrijfsleven,
provincies, gemeenten en rijksoverheid hiermee aan de slag.
De werkgroep wordt ondersteund vanuit het secretariaat glastuinbouw en milieu (glami).
Noodzakelijke tussentijdse afstemming vindt zoveel mogelijk plaats in bestaande
bestuurlijke overlegstructuren. Mijn streven is om tijdens de 2e
Greenportconferentie, die op 29 juni 2006 zal worden gehouden, de gezamenlijke
visie te toetsen op draagvlak.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Hoge gasprijs leidt tot snelle sanering van glastuinbouw
door Jeroen den Blijker
Lezersreacties op dit artikel (8) lezersreacties op dit artikel geef uw reactie
geef uw reactie
Binnen vijf jaar is 30 procent van de glastuinbouwbedrijven verdwenen. De hoge
gasprijs is daarvoor een belangrijke verklaring.
Dat voorspelt Sjors Kruiper, directeur Food & Agri van Rabobank Nederland, de
grootste financier van de agrarische sector. De glastuinbouw telt nu nog in
totaal zesduizend bedrijven en is door het kabinet aangewezen als belangrijke
sector: de branche is economisch van groot belang voor heel Nederland en is
internationaal toonaangevend.
Maar de gasprijs, die nu al ruim twee jaar hoog is, trekt diepe sporen.
Bedrijven komen in problemen, juist nu extra investeringen noodzakelijk zijn in
energiezuinige productiemethoden. Extra uitgaven zijn vooral voor oudere
ondernemers zonder bedrijfsopvolgers een stap te ver. In de agrarische sector
houdt jaarlijks al zo’n 3 procent van de ondernemers het voor gezien, maar in de
glastuinbouw komt dat nu tot een versnelling, denkt de Rabobank. Kruiper gaat
ervan uit dat dit jaar nog zo’n tweehonderd à vierhonderd ondernemers voortijdig
ophouden.
De Rabodirecteur ziet evenwel ook veel kansen. De sector is erg innovatief en
werkt aan plannen om zelf energie te gaan leveren, via speciale kassen. Verder
is het Nederlands agrarische product kwalitatief goed, zegt hij, maar de verkoop
in het buitenland kan beter.
door Frank Balkenende
GOES - De provincie treedt niet op tegen de nachtverlichting van de kassen van glastuinbouwbedrijf Agrocare in de Eerste Bathpolder bij Rilland. Uit controles blijkt dat het bedrijf zich aan de vergunningvoorwaarden houdt, stelt het dagelijks provinciebestuur.
Gedeputeerde Staten wijzen dan ook een verzoek van een
omwonende om Agrocare aan te pakken af. Die particulier had geklaagd over
lichthinder in de nachtelijke uren. De kas staat vlak achter haar woning.
De provincie is sinds oktober vorig jaar bevoegd gezag als het gaat om de
controle op de vergunning die op grond van de Natuurbeschermingswet aan
glastuinbouwbedrijven zijn verstrekt. Zij heeft dan ook in februari twee maal
gecontroleerd of Agrocare zich aan de voorschriften houdt.
Daarbij was met name van belang of het bedrijf ’s nachts zorgt dat het glazen
kassendak is afgedekt, waardoor er zo min mogelijk licht ’lekt’. Die afdekking
moet 85 procent van het licht binnenhouden, zodat het bioritme van dieren in en
rond het natuurmonument Oosterschelde niet wordt verstoord.
Uit de controles blijkt dat bij Agrocare ’s nachts altijd de bovenafdekking is
gesloten op het moment dat er assimilatieverlichting wordt gebruikt. Het doek is
ook in orde, blijkt uit lichtmetingen door TNO.
Dat glastuinbouwbedrijven in de Eerste Bathpolder in totaal ’s nachts wel te
veel licht produceren (meer dan de vijftien procent die eerder in een
milieueffectrapportage werd aangenomen als maximale lichtverspreiding), is op
zich niet strafbaar. Dergelijke percentages zijn namelijk niet bepaald in de
verleende Natuurbeschermingswet-vergunning. Dat geldt ook voor het afschermen
van de zijkanten, en dan vooral de hoeken, van de kassen.
Verkeerde aannames
Gedeputeerde Staten stellen dus wel vast dat de lichthinder ’s nachts groter
is dan werd aangenomen toen de vergunningen werden verleend. Achteraf blijkt
gewoon dat er verkeerde aannames zijn gedaan. Dat betekent echter niet dat de
glastuinbouwbedrijven in overtreding zijn, onderstrepen GS.
Proef
Overigens komt er een proef met totale afdekking (dus 100 procent
binnenhouden van kunstlicht) in de Eerste Bathpolder. Dat is min of meer het
gevolg van een uitspraak van de Raad van State, die vorig jaar juli bepaalde dat
het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ten onrechte
vergunningen aan glastuinbouwbedrijven bij Rilland heeft verstrekt, omdat er
geen onderzoek is gedaan naar de effecten van het kassenlicht op dieren in de
omgeving. De Raad van State verklaarde dan ook het bezwaarschrift van de Zeeuwse
Milieu Federatie (ZMF) gegrond.
Vervolgens hebben ZMF. ZLTO en de glastuinders de koppen bij elkaar gestoken om
uit de impasse te komen. De glastuinbouwbedrijven bleken bereid mee te werken
aan een onderzoek naar honderd procent afdekking van kunstlicht. Door die
bereidwilligheid heeft de ZMF haar verzoek om op te treden tegen de verstoring
van natuurwaarden, even in de ijskast gezet. Bedrijven moeten de tijd krijgen om
maatregelen te testen. Volgens ZMF-woordvoerder G. van Zonneveld begint de proef
dit najaar en zijn de eerste resultaten voorjaar 2007 bekend.
In het eerste kwartaal van vorig jaar werd 88 hectare aan nieuwe kassen gebouwd. Dat blijkt uit cijfers van de Avag, het Platform Toeleveranciers Glastuinbouw in Honselersdijk. Volgens de Avag is het wel opvallend dat tuinders fors investeren in nieuwbouw. De bedrijfsrendementen van verschillende teelten in de tuinbouw staan onder zware druk.
Daarbij komt dat glastuinders met name dit jaar te maken hebben met een sterk stijgende kostprijs. Maar de Avag sluit niet uit dat ondernemers juist daarom in nieuwbouw investeren om mogelijkheden te zoeken voor verdere besparingen.
Vorig jaar werd in totaal 405 hectare aan nieuwbouw gerealiseerd. In 2004 kwam het areaal uit op 431 hectare.
Gebruik van meerdere schermen in opmars
Steeds meer telers laten scherminstallaties installeren met twee of zelfs drie
schermdoeken. Door de hoge aardgasprijzen is het voor telers steeds
aantrekkelijker geworden om vaker en flexibeler te kunnen schermen. Door het
gebruik van meerdere schermen hebben telers de mogelijkheid gekregen om
zwaardere energieschermen te gebruiken. Dit scherm kan ook voor andere
doeleinden worden ingezet.
Naast energiebesparing worden er ook schermen geïnstalleerd voor het afschermen
van assimilatieverlichting of het kunnen verduisteren in de donkerperiode.
Rozenteler Arjan van den Berg uit IJsselmuiden wil bijvoorbeeld zorgen dat er in
de goedkope tijd qua stroom belicht wordt. In de dure periode wordt er stroom
teruggeleverd aan het net, waardoor een scherm dat veel verduistert de optie was
voor zijn bedrijf.
Door het gebruik van een buitenscherm op een nieuwe kas kan potplantenteler Leo
van der Voort uit Maasland zelfs energie besparen in de zomer. Bij oudere kassen
die gekrijt zijn moet er 's ochtends en 's avonds belicht worden. Bij de nieuwe
kas met zonnescherm gaat in de ochtend en avond het scherm gewoon open zodat de
lichtinval in de kas voldoende is.
Vakblad voor de Bloemisterij, 02/06/06
door Kees den Exter
TERNEUZEN - Zeeland en West-Brabant moeten de groentetuin van West-Europa worden. In plannen die de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) op stapel heeft staan, moet een netwerk van handel, logistiek, verwerking en energieopwekking ontstaan rond bestaande en nog te ontwikkelen glastuinbouwgebieden in Terneuzen, Rilland, Steenbergen, Zevenbergen en Made.
T. Aerts uit Elshout, binnen de besturen van zowel de
zuidelijke ZLTO als de landelijke LTO eerste man glastuinbouw, zegt dat zowel
binnen de provinciebesturen als bij lokale overheden voldoende draagvlak is
vanaf nu te werken aan concretisering van de plannen. Hij noemt daarbij als
voorbeeld het glastuinbouwgebied van driehonderd hectare bij Steenbergen dat
vanaf 2009 ontwikkeld gaat worden en dat voor een belangrijk deel geënt is op
synergie-effecten met de suikerfabriek in Dinteloord, als het gaat om de inzet
van arbeid, energie en water. Volgens Aerts heeft het zuidwesten van Nederland
unieke mogelijkheden voor wat in zijn termen al een foodparc heet: „Het is hier
tien procent warmer en lichter dan in het noordoosten en dat zijn voor
glastuinbouw enorme marges. Er zijn uitstekende logistieke verbindingen met
Frankrijk en het Ruhrgebied. Ook de nabijheid van havens is van groot belang, nu
nieuwe koel- en transporttechnieken het mogelijk maken dat tomaten en paprika’s
een zeereis van twaalf dagen naar de VS maken.“ Bij Made ligt de Plukmadespolder
met 120 hectare glastuinbouw en bij Rilland nog eens 100 hectare. Volgend jaar
gaat de eerste spade de grond in voor een gebied van 300 hectare in Terneuzen.
Aerts: „Rondom die gebieden kun je volop aanverwante activiteiten ontwikkelen,
zoals vollegrondstuinbouw, verwerkende industrie en conservenfabrieken. En het
tijdperk nadert dat kassen geen
energie meer kosten, maar opleveren. Je kunt een verbinding leggen naar het
boomteeltgebied van Zundert. Onze plannen garanderen een impuls voor de
leefbaarheid op het platteland in het zuidwesten.“