In 1912 werkten de gemeenten
Krabbendijke en Rilland-Bath samen in een onderzoek. Men wilde vaststellen
of elektriciteit als energiebron haalbaar zou zijn voor de beide
gemeenten.
Hiertoe ondernam een afvaardiging van de gemeentebesturen een
"studiereis" naar de gemeente Assendelft.
Willem Griep schreef het verslag van deze reis:
Het gezelschap dat op
woensdag 25 september 1912 deelnam aan de reis naar Assendelft ter
bezichtiging van de electrische verlichting aldaar bestond uit de heeren
Elenbaas, burgemeester , Welleman, wethouder, en van Gorsel, raadslid van
Krabbendijke; Thorenaar, burgemeester, en Bal en Mol, raadsleden van
Waarde; Lucasse, burgemeester, Blok en Boot, raadsleden, en Griep,
secretaris van Rilland-Bath, waarvan eerstgenoemde de leider was.
Bij aankomst van den trein aan het station Krommenie-Assendelft was aldaar
ter begroeting aanwezig de heer Andre de la Porte, ingenieur,
plaatsvervanger van den heer van den Bosch die in Zwitserland vertoefde.
In drie rijtuigen ging het eerst naar de ijsfabriek, doch daar deze niet
in werking was viel aldaar bitter weinig te zien.
Vervolgens werd de reis
voortgezet naar de electrische centrale. De directeur aldaar deelde mede
dat 26 juni 1911 met den bouw begonnen was en dat men nog nauwelijks een
jaar aan het werk was. Het verslag over het eerste boekjaar was nog niet
verschenen, zoodat onmogelijk gezegd worden kon of het benodigd kapitaal
rente opbracht.
Op dit ogenblik waren drie machines aanwezig, waarvan er een defect was
zoodat men meer dergelijke tegenspoeden mocht hebben die niet te voorzien
en ook niet te voorkomen zijn, van rente geven zeker geen sprake kan zijn.
De drie machines waren respectievelijk van 25, 40 en 100 paardenkracht. De
kleine stond in het midden en ter weerszijden een grotere samen kostende f
105.000,-. Een ervan die van 40 paardekracht, deed dienst als reserve
zoodat met twee machines volstaan kan worden samen kostende f 74.000,-.
Voor een installatie is minstens noodig 80 paardekracht.
Van de drie machines konden er twee constant werken, de derde de kleinste
werkte slechts drie uur.
Het geheele aangesloten net heeft aldaar een uitgestrektheid van 10 km,
verdeeld over 9 lijnen kostende van aanleg f 10.000,-. Behalve Assendelft
wordt ook nog bediend Zaandijk en een gehucht Auenaar.
De lampen die er gebruikt worden zijn kleine en groote naar gelang van het
aantal kaarsen respectievelijk 16 of 32 die zij bevatten.
Een groote en een kleine lamp kosten f 1,20 met inbegrip van den aanleg,
gesplitst als volgt f 1,- voor licht en 20 cent voor den aanleg.
Ook liet de directeur ons zien op welk eene gemakkelijke wijze de
straatverlichting met besparing van arbeidskrachten in zijn werk ging.
Op zeer practische wijze werd aangetoond hoe de lampen op een bepaalde
tijd aangestoken en op een van te voren aangeduiden tijd uitgingen, zonder
dat men er op eenigerlei wijze, in dien tusschentijd notitie van behoeft
te nemen.
Ook de reserve kamer of de kamer waar de electriciteit bewaard werd kreeg
een beurt om daarna nog een overzicht te geven van de administratie en de
boekhouding. Aan elken burgemeester werd een tarief meegegeven.
Nu werd een kijkje genomen
bij den heer J.J. Smit van beroep melkhandelaar, waar op welwillende wijze
een motor van 7 paardekracht in beweging werd gesteld voor het karnen.
Hier viel vooreerst op hoe geringe ruimte een dergelijke motor inneemt en
op hoe gemakkelijke wijze het karnen gaat. Aannemende dat volgens
mededeeling van den directeur een motor van 4 paardekracht voldoende is,
mag aangenomen worden dat de electriciteit voor drijfkracht gebezigd, in
de toekomst prachtige resultaten zal afwerpen.
De installatie van een dergelijke motor met toebehooren kost f 575,-. Het
onderhoud in een jaar f 2,50.
De verlichting in huis bij verschillende ingezetenen bleek niet te duur te
zijn.
De burgemeester van Assendelft bijv. had in huis 17 lampen van 16 of 32
kaarsen op de meest lucratieve wijze ingericht en gemakvol aangebracht en
betaald daarvoor jaarlijks f 50,- terwijl met deze verbinding tevens een
strijkijzer werd gebruikt.
Wat koken betreft hiervan kon
nog heel weinig gezegd worden daar er nog slechts 2 a 3 inwoners gebruik
van maakten en men op dit gebied nog slechts in het aanloopstadium
verkeerde.
Ook dient vermeld dat het koken alleen betrekking had op dat voor
huishoudelijk gebruik met uitzondering van het koken van waschwater, daar
het koken van het laatste onmogelijk bleek.
Voor het koken werd betaald voor een gezin bestaande uit 3 volwassenen f
13,-.
Bij den aldaar wonende arts dokter Bom wiens gezin bestaat uit 6
volwassenen en 1 kind werd over 2 maanden f 14,- betaald.
Het strijken leverde weer betere resultaten op en door verschillende
strijksters werd daarvan gebruik gemaakt.
De algemeenen indruk die het
gezelschap kreeg was niet zeer gunstig en zonder overdrijving mag worden
gezegd dat de meesten zoo niet allen teleurgesteld waren.
Alles is nog zoo in het begin dat voorzichtigheid zeer zeker hoogst
aanbevelingswaardig is.
Rilland-Bath
3/10 1912
W. Griep
secretaris
(Bron: Archief
Rilland-Bath, voorlopig inv. nr. 927)