Start
Griep uit Rilland
Genealogieen
Kwartierstaten
Stamreeksen
Voorouders
Kloetinge
Links

 

Cornelis GRIEP (1819-1892)
Herbergier en raadslid te Fort Bath

 

 

Cornelis Griep wordt geboren in de middag van 22 oktober 1819 in herberg "Land en Scheldezigt" te Fort Bath, als zoon van de veerschipper Cornelis Griep en Willemina Rottier. Zijn ouders hebben "Land en Scheldezigt", op de kade van Fort Bath, het jaar daarvoor gekocht.
Cornelis heeft één oudere zuster, Maria Griep. Zij is nog in Schore geboren, op 29 augustus 1814.

 

 

  Cornelis Griep, houtskool op basis van een foto, circa 1870.

 

Na het overlijden van hun moeder, in augustus 1863, gaan Cornelis en Maria Griep over tot boedelscheiding van de nalatenschap van hun ouders. De boedel heeft een waarde van bijna fl. 13.000,-, voor die tijd een aardig bedrag.
Cornelis Griep erft de herberg "Land en Scheldezigt", die wordt geschat op fl. 3000,-, benevens de "meubilaire goederen, bedden- en linnengoed, koper, ijzer, tin, metaal, blek, porcelein en aardewerk". Aangezien de herberg op rijksgronden staat vernieuwt hij de overeenkomst die zijn vader met het Ministerie van Oorlog had gesloten, tegen een jaarlijkse huur van fl. 4,38.5

TOCH NOG GETROUWD

Pas op latere leeftijd, als hij 48 jaar oud is, trouwt Cornelis met de dan 34-jarige Neeltje van Liere.
Het huwelijk wordt gesloten op 9 april 1868 te Krabbendijke.

Neeltje van Liere is op 5 mei 1833 te Krabbendijke geboren als dochter van de landbouwer en dijkgraaf Willem van Liere en van Neeltje Oele.

Cornelis Griep en Neeltje van Liere krijgen nog drie kinderen:
Wilhelmina Cornelia, geboren 15 augustus 1869, Willem, geboren 14 oktober 1870, en Cornelis, geboren 14 februari 1872, overleden vijf maanden later, 21 juli 1872.

 

Afdamming van het Kreekrak

Het idee om Zeeland uit zijn isolement te verlossen door middel van een vaste verbinding tussen Walcheren en Zuid-Beveland en tussen Zuid-Beveland en de Brabantse wal is zeker niet recent.
Napoleon opperde dit idee al tijdens zijn bezoek aan Zuid-Beveland in 1810. De Zeeuwse waterbouwkundige Schraver kreeg opdracht een ontwerp te maken voor het leggen van een dam door het Kreekrak. Op 28 januari 1811 diende Schraver zijn ontwerp bij Napoleon in. Men was al met de nodige metingen aangevangen toen Napoleon ten val kwam, en van dit plan verder niets is gekomen.

In 1840 probeerde de Middelburgse aannemer Dirk Dronkers het opnieuw. Door allerlei politieke verwikkelingen duurde het nog tot 1866, tot na het gereedkomen van het kanaal door Zuid-Beveland, voordat met de afdamming begonnen kon worden.
De laagste inschrijver was de Sliedrechtse aannemer J. van Haaften, voor het bedrag van fl 1.499.000,-. Het werk vorderde snel, zodat in juni 1867 de afsluiting bijna voltooid was, en de spoorbaan aangelegd kon worden.
Op 1 juli 1868 arriveerde de eerste officiële trein uit Bergen op Zoom.

(bron: P.J. Aarssen: Rilland, Bath en Maire in de loop der eeuwen)

 

Werken bij de afdamming van het kreekrak, voor de aanleg
van de spoorbaan

De aanleg van de dam door het Kreekrak is voor Cornelis Griep van groot (economisch) belang geweest. De arbeiders die aan de dam werkten kwamen aan het eind van de werkweek hun zuur verdiende geld uitgeven in de dichtstbijzijnde herberg: "Land en Scheldezigt" op de Bathse kaai.

In de familie ging het verhaal dat na zo'n weekend de twee zinken emmers onder de toog tot de rand toe gevuld waren met zilveren guldens.
Misschien wat overdreven, maar Cornelis  heeft er goed aan verdiend, wat ook wel bleek uit zijn nalatenschap.

 

 

Cornelis  wordt nergens meer als schipper genoemd, en blijkbaar heeft "Land en Scheldezigt" zijn functie als veerhuis verloren.
Bij zin huwelijk in 1868 wordt hij rentenier genoemd, bij de geboorte van zijn zoon Willem, in 1870, staat in de acte als beroep "herbergier" vermeld.

Hij is daarnaast gedurende 32 jaar, tussen 1846 en 1878, raadslid van de gemeente (Fort) Bath.

 

 

Kaart van de omgeving van Fort Bath, 1856

 

DE VERKOOP VAN LAND EN SCHELDEZIGT

In 1881, Cornelis is dan 62 jaar, wil hij in verband met zijn gevorderde leeftijd stoppen met werken. Er wordt een advertentie gezet in de Goessche Courant van 1 september van dat jaar, waarin Land en Scheldezigt te koop wordt aangeboden.

Er wordt echte geen koper gevonden, en de zaak wordt nog een aantal jaren voortgezet.

 

Drie jaar later worden naast Land en Scheldezicht ook twee woonhuizen te koop aangeboden. In de Goessche Courant wordt aangekondigd dat op 18 september 1884 een openbare verkoping zal plaatsvinden.
De opbrengst van deze openbare verkoping blijkt echter niet voldoende:

Op 9 december 1884 worden de "Twee woonhuizen en erven, staande en gelegen te Bath, gemeente Rilland-Bath, kadastraal bekend sectie F nummeris 96 groot een are zeven en vijftig centiaren, 142 groot twee aren tachtig centiaren, samen vier aren zeven en dertig centiaren" aan Levinus van Baalen, koopman te Bath, verkocht. De acte wordt gepasseerd voor notaris J.E. Mulock Houwer te Goes. Volgens de akte heeft Cornelis het tweede huis verkregen 19 augustus 1863 (na het overlijden van zijn moeder), het eerste huis 30 december 1840. De verkoopprijs bedraagt Fl 700,-.

 

 

Op 1 mei 1890 houdt Cornelis het definitief voor gezien. Hoewel hij Land en Scheldezicht nog niet heeft kunnen verkopen, sluit hij zijn zaak.

De Goessche Courant van 26 februari 1891 meldt dat Land en Scheldezicht verkocht is aan Jacob van den Brink, expediteur te Rilland-Bath.
Blijkbaar had de koper geen interesse in de inventaris, want deze wordt de maand erna ter openbare verkoping aangeboden.

 

Cornelis Griep overlijdt, "na een langdurig lijden", op 2 juni 1892 te Rilland-Bath.
Na zijn overlijden koopt zijn echtgenote Neeltje van Liere  op 27 juni 1894 een woning in het dorp Rilland (kadastraal bekend sectie D no. 329, groot 7 aren 10 centiaren).
Zij woont daar tot haar overlijden, op 1 november 1899.

 


Als haar kinderen Willem en Wilhelmina Cornelia de nalatenschap verdelen blijkt ze bij testament van 5 oktober 1895 een jaarlijkse uitkering van fl 100,- heeft gelegateerd aan haar broer Willem van Liere.

Naast bovengenoemde woning blijkt de nalatenschap te bestaan uit effecten ter waarde van ongeveer fl 25.000,- , voornamelijk Russische en Amerikaanse obligaties. Hieronder nostalgische namen zoals de "Eastern Railway of Minnesota" en de "Topeka - Santa Fe spoorweg".

 

Deze pagina  is voor het laatst gewijzigd op 29 juli 2009. © C. Griep.