Even voorstellen:
Mijn
naam is Marinus Vuijk en ik ben geboren op 15 mei 1940 in Middelburg.
Op zeer
jeugdige leeftijd maakte ik al kennis met de amateuristische muziekbeoefening.
Mijn eerste schreden op muziek gebied lagen in de Middelburgse straten. Op zeven
jarige leeftijd marcheerde ik naast de grote tromslager van de muziekvereniging
Cresendo.
Mijn taak bestond uit het vasthouden van het muziek boekje, de
grote trom werd toen nog op de rug gedragen en de grote-tromslager, bespeelde
gelijktijdig trom en bekken. Omdat ik nog te klein was om met een zware trom te
marcheren heb ik eerst lessen in het bespelen van de pijperfluit gevolgd, dit
was bij het tamboer en pijperkorps Juliana uit Middelburg voortkomend uit de
CJMV, nu het huidige Drum
and Buglecorps Juliana.
Omdat
het bloed kruipt waar het niet gaan kan, marcheerde ik later als tamboer bij de
Middelburgse verkennersband door die zelfde straten .
Breda:
In
1953, we waren toen met het gezin verhuisd naar Breda werd ik lid van de
Harmonie Kunst aan het Volk uit Breda daar kreeg ik les van een oud marinier, de
heer de Meij in die zelfde tijd werd ik ook lid van de Harmonie de Unie een zeer
gerenommeerde vereniging die onder leiding stond van dirigent Frits Vermeere,
adjudant en kapel meester van het 6e en later van de Stoottroepen.
Op 15 jarige leeftijd naar de mariniers:
Op
3 april 1956, zes weken voordat ik 16 jaar moest worden trad ik in dienst bij de
tamboers en pijpers van het korps mariniers.
De
opleiding tot tamboer duurde twee en een half jaar waarna examen werd afgelegd
voor tamboer der 1e klasse. Na eerst de elementaire mariniers opleiding te
hebben gevolgd, werd ik opgeleid tot tamboer van de mariniers. Naast het leren
bespelen van de trom volgens de traditionele technieken, behoorde ook het blazen
op de signaalhoorn tot de examen eisen.
Instructeur opleiding
hoornblazer:
Omdat
de tamboers en pijpers naast hun optredens met de marinierskapel
ook
diensten verrichten op kazernes
en schepen van de koninklijke marine, werd ik in november 1958 geplaatst op het
marine wachtschip te Vlissingen, in de functie van instructeur ten behoeve van
de opleiding hoornblazer. Deze hoornblazers vervulde aan boord naast hun
eigenlijke werkzaamheden, een taak als hoornblazer bij ceremoniële
plechtigheden. Deze z.g. brevet hoornblazers waren herkenbaar aan een rood
geborduurde hoorn op hun rechter bovenmouw.
Oprichting Tamboerkorps
Marinewachtschip Vlissingen:
Na een
verblijf van ander halfjaar op de Nederlandse Antillen en het volgen van diverse
vervolg opleidingen werd ik in januari 1963 wederom in Vlissingen geplaatst waar
ik het tamboerkorps van de koninklijke marine te Vlissingen oprichtte.
Tamboerkorps
van de koninklijke marine tijdens een mars op koninginnendag in 1964
Amateuristische muziekbeoefening:
Naast
mijn activiteiten voor de marine was ik in die tijd ook als instructeur
verbonden aan de Drumband van St. Ceacilia Vlissingen, OKK Westkapelle, Vlijt en
Volharding Oost-Souburg en later aan de Koninklijke Harmonie Ons Genoegen
Vlissingen. Mede op mijn initiatief werd in 1967 de
Delta Band opgericht die als een van de eerste Drumfanfares in Zeeland
genoemd kon worden.
In 1977 werd aan mij het Ere-Lidmaatschap van de
Koninklijke Harmonie "Ons-Genoegen" toegekend, de vereniging waarvan
de Delta-Band onderdeel uitmaakt.
Terug naar Rotterdam:
In
1973 volgde overplaatsing naar de van Ghentkazerne Rotterdam waar ik werd belast
met de begeleiding en instructie van leerling tamboers. Na nogmaals een verblijf
op de Nederlandse Antillen werd ik vervolgens belast met de opleiding van
tamboers en pijpers. Vervolgens volgde een functie als hoofdinstructeur met
daarnaast de functie van choreograaf voor de marinierskapel.
De choreografie:
Nadat Taptoe Delft ophield te bestaan, werd ik in 1975 toegevoegd als regie
assistent van de Inspecteur Militaire Muziek voor de Krijgsmacht (IMMK), Kolonel
J.P. Laro dit naar aanleiding van de Nationale Taptoe Breda, die voor het eerst
in plaats vond in 1975 op de KMA te Breda. Vanaf die tijd heb ik naast het
uitoefenen van mijn oorspronkelijke vak, de choreografieën voor de
Marinierskapel der Koninklijke marine en andere militaire orkesten zoals de
Koninklijke Militaire Kapel (KMK) en het Fanfarekorps der Genie ontworpen. In
1986 volgde mijn benoeming tot hoofd van de Tamboers en Pijpers van het korps
mariniers, welke functie ik tot aan mijn benoeming tot officier van vakdiensten
der mariniers tot juli 1989 vervulde. Op 1 december 1991 heb ik de dienst op de
leeftijd van 51 jaar en 6 maanden met functioneel leeftijd ontslag verlaten.
Overige aktiviteiten:
Ook
in die jaren bleef ik belangstelling voor amateuristische muziekbeoefening
behouden. Zo was ik van 1976 tot 1993 verbonden aan de Rijnmond
Band Schiedam, tot 1986 aan de Euroband
te Rotterdam en de Rijks Politiekapel.
Van 1974 tot heden Kunst
& Genoegen uit Leiden, en sinds 1992 tot heden aan de
Douane Harmonie Nederland. Verder vervul ik de functie van voorzitter van de
Bond van Orkestdirigenten Vakgroep Instructeurs, en als slot maak ik deel uit
van het landelijk college van juryleden ten behoeven van de Drum, en
Showbandsector en geef adviezen op dit gebied.
Ga terug:
naar
Homepage