De eerste tamboer bij het korps mariniers

Op 10 december 1665 werd het regiment de marine (Korps Mariniers)opgericht. In dat zelfde jaarlogo slagband mariniers kwam ook de eerste tamboer officieel bij de Zeemacht in dienst.
In het reglement en de instructie voor zee-officieren onder het ressort van het college op de Maze uit 1755 staat in artikel IX;

'Bij goed weder sal hij alle morgens een derde part van de soldaten met snaphaan en bajonetten, op de wijze als grenadiers een uur lang exerceren tot den tijd dat zij op den trommelslag kunnen verstaan'.

Muzikale traditie der mariniers
De muzikale traditie der mariniers gaat ver terug. Reeds in 1665 had iedere compagnie scheepssoldaten haar tamboers, de pijpers worden het eerst vermeld bij de drie regimenten mariniers die in de Spaanse successieoorlog streden. De pijp (een klein model dwarsfluit) was toen reeds samen met de trom het meest gebruikelijke muziekinstrument bij het Nederlandse voetvolk. Bij de infanterie werd zij echter in 1819 vervangen door de hoorn. Zo zijn thans de mariniers de enige Nederlandse militairen, die nog uitrukken onder begeleiding van dezelfde soort muziek, waarop eens de troepen van Maurits en Frederik Hendrik marcheerden.

Niet alleen de instrumenten, maar ook een deel van het repertoire van tamboers en pijpers zijn van eerbiedwaardige ouderdom. De namen van verschillende marsen herinneren aan personen en incidenten uit lang afgesloten perioden van de korpsgeschiedenis: er is een Fourgeoudmars, waarvan de melodie hoogstwaarschijnlijk dateert van omstreeks 1770, de Retemars is ontstaan tijden een expeditie, die in 1858 in de Riouw-archipel werd uitgevoerd, terwijl de iets jongere Stengelmars (onofficieel bijgenaamd ‘het Chinees vermaak’) genoemd is naar Jean Henry Stengel, die het van soldaat bij de Tweede Afdeling Infanterie tot kolonel der mariniers bracht.  Van veel jongere datum is de Marinierskapel der Koninklijke Marine, die in 1945 werd opgericht.

Het Koninkrijk der Nederlanden
Bij het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814 zette Rausscher op verzoek van Koning Willem 1 een aantal militaire signalen op papier. Hij haalde deze voor het grootste deel uit Franse geschriften die reeds in 1803 waren geschreven. Naast de signalen wordt de trom sinds jaar en dag gebruikt om de mars ordelijk te laten verlopen en te verlichten. Ook bij de geschuts exercitie speelde de tamboer een belangrijke rol. De Tamboers en Pijpers zijn de in 1814 door Rauscher ingevoerde muziektechniek trouw gebleven.

Ontwikkeling na de 2e wereldoorlog
Tot na de tweede wereldoorlog was dit ook het geval bij de Koninklijke landmacht. Toen men bij dit krijgsmachtdeel over ging tot het in dienst nemen van dienstplichtige tamboers en hoornblazers, werd de techniek van de vlamslag en de open roffel verlaten, omdat die in een dienstplichtperiode niet te leren is. Men ging over op een door adjudant onderofficier muzikant (lid van de Koninklijke Militaire Kapel) ontwikkelde techniek die was gebaseerd op die van het concert slagwerk. Al spoedig bestond het begrip Tesink systeem ook wel, om en om systeem genoemd, omdat veelal de paarsgewijze slagen op eenvolgend rechts en links werden uitgevoerd. Omdat het Tesink systeem op een eenvoudige en snelle wijze was aan te leren, en de dienstverlaters terug in de burgermaatschappij de in ontwikkeling zijnde tamboerkorpsen bemande, werd dit systeem spoedig als al geheel aanvaardbaar geaccepteerd. Het Tesink-systeem en mariniers- systeem waren dan ook algeheel aanvaardbare begrippen. Ik moge onder de aandacht brengen dat het mariniers-systeem een oneigenlijke benaming is, en het oude vooroorlogse-systeem beter op zijn plaats is.

 
Tamboer-maître korps mariniers 1895

Het repertoire
Een deel van het repertoire van de Tamboers en pijpers is van een    eerbiedwaardige ouderdom.De signalen gespeeld op trom en fluit zoals de Reveille dateren uit 1819.
GeluidsvoorbeeldSignaal "Reveille" gespeeld op trom en fluit

De namen van verschillende marsen herinneren aan personen en voorvallen uit de korpsgeschiedenis, zoals de Franse mars, van Franse oorsprong: bij de Franse legers in de 18e eeuw bestond reeds pijpermuziek, terwijl er steeds aanraking is geweest met de strijdmacht van dat land.  De Kamptaptoe-marsen zijn herinneringen aan de tijd, toen de mariniers te samen met de troepen van de landmacht een legerkamp betrokken, kenmerkend zijn deze marsen afwisselend op scherpe en doffe trommen gespeeld en nog steeds uitgevoerd als indertijd.logo H.van Kapel De nimmer gewijzigde en fameuze techniek ligt daaraan ten grondslag. Alhoewel de roffel en de vlamslag de basis blijven voor de techniek hebben zich ook nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Voor een revolutionaire ontwikkeling in de tromtechniek van de Tamboers en Pijpers heeft in de jaren vijftig vooral de toenmalige tamboer-maître H. van Kapel zorggedragen. Marsen als 10 Decembermars, Tamboers Capriolen, Glorie van Rotterdam enz. zijn daar een voorbeeld van. De ingewikkelde ritmische figuren die hij invoerde zoals paradiddle syncope en triolen die in tegen-stelling tot de ordonnanstriolen,
om en om werden gespeeld en waarbij de accenten willekeurig werden genoteerd. Menig paradecommandant geeft dan ook de voorkeur aan de traditionele marsen. Hij ziet liever een strak marcherende troep dan heupwiegende mariniers.
Tot op de dag van vandaag hebben altijd Tamboers en Pijpers individueel en in groepsverband opgetreden.Dit optreden geschiedde afzonderlijk als wel voor de oorlog met het Stafmuziekkorps van de Koninklijke marine na de 
oorlog Marinierskapel de Koninklijke marine. Wanneer de tamboers en

Oppertamboer H. van Kapel  pijpers in groeps verband optreden worden zij vooraf gegaan door een Tamboer-majoor (tamboer-maître) deze is belast met de leiding over de tamboers en pijpers.

Gala trom
De Gala of Parade trom t.g.v. de 284e verjaardag van het korps mariniers op 12 december 1949 door de club Rotterdam waarvan de leden afkomstig zijn uit het bedrijfsleven van de Maasstad.         
De toezegging voor dit geschenk werd al gegeven in1939, in Engeland werd bij Boosy en Hawkes opdracht gegeven tot het maken van een parade trom. Deze - vervaardigd naar een marinierstrom uit de 18e eeuw arriveerde op 9 mei 1940.
Hij werd op een veilige plaats geborgen, maar toen na de oorlog de opdracht verder moest worden opgevoerd bleek de Engelsman die het bijzondere smeedwerk zou maken te zijn overleden. Andere ambachtslieden die dit zouden kunnen maken waren er niet in het land.
Na enige tijd speuren werd in eigen land de edelsmid P.Heeren uit Schoonhoven bereid gevonden de opdracht uit te voeren.
De ketel is van messing met in het front een messing schild met de letter M gedekt door een kroon, links en rechts bevinden zich uitgestoken vaandels en een trom.
Boven het wapen de letters KORPS MARINIERS naast het wapen diverse wapenfeiten met plaats en jaartal.
De houten spanbanden zijn rood wit en blauw geschilderd het geheel wordt bij een gehouden door 5 messing spanbouten en spankoorden die worden aangetrokken door 10 wit lederen spanstroppen.

Foto album

Ga Naar
tamboerskorps


homepage
naar
Homepage