Start

Buurtvereniging

Vroeger

Nieuws

E-mail

Hoe het vroeger was in Bath.

     Groeten uit Bath 1910             De weg naar Bath 1915     

 

 Cafe "Land-en Scheldezicht" 1925              De pier 1929  

 De ingang van Bath 1929              De groenteboer 1934      

                     

De huidige plaats Bath is genoemd naar het gelijknamige dorp, dat grotendeels bij de stormvloed van november 1530 verloren is gegaan. De huidige ligging scheelt enkele kilometers met het oude. In de zeventiende en achttiende eeuw werd een begin gemaakt met het terugwinnen van het verloren gegane land. In 1754 kwamen de eerste plannen om de Reigersbergschepolder te bedijken gereed. Zo'n driehonderd polderwerkers, afkomstig uit Oost Friesland, hielpen mee om deze klus te klaren. Tijdens deze bedijking werden 2175 gemeten en 175 roeden bedijkt. Maire nam 678 gemeten en 119 roeden in beslag, Bath 296 gemeten en 157 roeden en Rilland 1201 gemeten en 4 roeden.

Op 18 oktober 1785 kreeg Generaal Dumoulin opdracht om een geschikte plaats voor een fort te zoeken. Op 4 januari 1786 kwam hij met het voorstel om een nieuw fort aan de Bathse Kaai te bouwen. Dat was overigens geen nieuw plan, in 1747 hadden namelijk de commandanten van het garnizoen te Goes al het idee geopperd om een fort op het schor van Bath te bouwen. Op 28 maart 1786 werd de aanbesteding van het grondwerk goedgekeurd. In 1787 volgde de aanbesteding van de militaire gebouwen. Het fort was groot genoeg om driehonderd soldaten en personeel te huisvesten. De doeleinden van het fort waren de volgende: het bewaken of belemmeren van de scheepvaart van en naar Antwerpen, en het beschermen van oostelijk Zuid-Beveland. In het fort waren militaire gebouwen aanwezig, zoals een kruitmagazijn, kazematten, arsenalen en woningen voor de commandant en de magazijnmeester. Daarnaast waren er nog eenentwintig particuliere woningen, een kerk, een predikantswoning en een school. Gedurende de Franse tijd werden in het fort Franse troepen gelegerd. In 1824 werd het weer overgenomen door de Nederlandse militaire macht. In 1833 woonden er 190 mensen in Fort Bath. Zij verdienden de kost met handel, visserij en landbouw. In 1876 werd het fort opgeheven. Alleen een douanepost bleef over.

Een opname van het douanekantoor op de dijk bij Bath. Er woonden drie families in dit pand, namelijk het echtpaar Koster, de fam. Botvliet en de fam. Tompot. Beneden waren er cellen voor smokkelaars. In 1950 zijn de douaniers voorgoed vertokken uit Bath en verhuist naar Terneuzen. Met de watersnoodramp van 1953 zaten er mensen in die er hun toevlucht zochten. Kort na de ramp was er een hulppost gevestigd. Een paar jaar na de ramp is het gebouw afgebroken.

In 1825 probeerde het provinciaal bestuur de dorpen Rilland en Bath te verenigen. In Bath had men daar geen problemen mee, maar in Rilland wel, vanwege het verschil in bevolking ( Rilland was agrarisch en Bath was veel meer georiënteerd op de Westerschelde, er woonden nogal wat schippers), plus dat beide gemeenten zelden in een goede harmonie verkeerden en dat dit al bestond sinds de stichting van het Fort Bath in 1785. In 1829 werd een tweede poging gewaagd. Bath koesterde nog steeds geen bezwaren, maar in Rilland achtte men de oppervlakte van de te vormen nieuwe gemeente een beletsel voor het houden van raadsvergaderingen. De derde en laatste poging werd gedaan in 1877, nu had Bath ook bezwaren.Onder aanvoering van allerlei argumenten verzocht de Bathse Raad, om de zelfstandigheid van Bath te behouden. Maar de dorpen hadden al 1 burgemeester, 1 secretaris, 1 predikant en 1 begraafplaats. Daarom ging het provinciebestuur niet in op deze bezwaren, en op 1 januari 1878 was de gemeente Rilland-Bath een feit geworden.

In 1883 werd er een nieuwe school gebouwd in Bath. Op woensdag 4 juli vond de aanbesteding plaats. Een school voor 80 leerlingen, met ameublement. De begroting voor de te bouwen school met overdekte speelplaats, komt uit op f 6.156.81. Op de foto is het achterste gebouw de school met daarvoor de kerk. De school en de kerk stonden in de Kerkstraat, nu Lillostraat. De school werd gebruikt tot 1 augustus 1934, toen ze wegens gebrek aan leerlingen moest worden opgeheven. Het schoolgebouw ging toen dienst doen als verenigingsgebouw. In oktober 1944 werden het kerkje en de school totaal verwoest. Er werd nooit meer een nieuw verenigingslokaal gebouwd, maar er kwam wel een nieuw kerkgebouw.

De eerste Dwarsstraat, nu Arsenaalstraat, met het Arsenaal aan de rechterkant. Het gebouw is van 1787  

De Voorstraat in de jaren dertig, later werd het Scheldestraat nu de Walstraat.