Tip 01: Samenspel
Als Windows plotseling niet meer wil starten, dan weet je bijna zeker dat het aan je pc ligt. Maar wanneer je met
een apparaat niet meer je netwerk of het internet op kunt, dan kan het probleem
door het apparaat komen, maar het kan net zo goed aan de bekabeling, een switch,
het draadloze accesspoint, je router of de
modem zijn te wijten. Een netwerk(verbinding) is namelijk een samenspel van
diverse onderdelen. Een goede diagnose, die je helpt de mogelijke oorzaak te
vinden, is daarom erg belangrijk. Niet zomaar in het wilde weg wat uitproberen
dus, maar het probleem zo systematisch mogelijk aanpakken.
Zo kan een thuisnetwerk eruit zien: behoorlijk complex dus.
Tip 02: Netwerkcontrole
We gaan er eerst van uit dat je opeens het internet niet meer op kunt met je (Windows-)pc. De kans is
groot dat er dan een geel uitroepteken of een rood kruis over het
netwerkpictogram in het Windows-systeemvak verschijnt. Verder in dit artikel
gaan we zelf aan de slag om de oorzaak en een oplossing te vinden, maar eerst
zetten we Windows Netwerkcontrole aan het werk. Klik daartoe het
netwerkpictogram met de rechtermuisknop aan en kies Problemen oplossen.
De tool begint meteen aan de analyse. Met wat geluk wordt zo de oorzaak
achterhaald en heb je al een aardig idee waar je moet zoeken. In de afbeelding
bij deze tip blijkt er bijvoorbeeld geen communicatie mogelijk met de DNS-server
(zie ook tip 6). In een aantal gevallen lost de tool het probleem zelfs meteen
ook op.
Windows Netwerkcontrole in actie
Tip 03: Probleemoplossers
Windows bevat een goede helpfunctie en daar zitten bovendien enkele specifieke probleemoplossers
bij. Nu is de kans klein dat je je netwerkprobleem met zo'n wizard kunt oplossen
als de Windows Netwerkcontrole daar niet in slaagt, maar het kan geen kwaad het
toch te proberen. Mogelijk krijg je op deze manier nog wat bruikbare informatie.
Klik opnieuw het netwerkpictogram met de rechtermuisknop aan en kies
Netwerkcentrum. Onderaan het venster klik je dan Problemen
oplossen aan. Afhankelijk van je specifieke probleem selecteer je dan een
van de vijf voorgestelde probleemoplossers: Internetverbindingen,
Gedeelde mappen, Thuisgroep, Netwerkadapter of
Binnenkomende verbindingen. Er verschijnt een nieuw venster. Klik op
Geavanceerde opties, zorg dat er een vinkje staat bij Oplossingen
automatisch toepassen en klik op Volgende, waarna je de
instructies van de probleemoplosser volgt.
Windows bevat enkele specifieke netwerkprobleemoplossers.
Tip 04: Probleemafbakening
Brengen de wizards of de Netwerkcontrole je niet
verder, dan moet je zelf aan de slag. Het gaat er dan om zo snel mogelijk de
oorzaak van het probleem af te bakenen en dat kun je het best doen door een
systeem van uitsluiting. Kun je vanaf je pc niet meer internetten, probeer het
dan eerst met een ander apparaat binnen je netwerk. Lukt het daar wél mee, dan
is je provider, modem of router kennelijk niet het probleem.
Het kan dan
nog aan een switch liggen, aan de bekabeling vanaf je pc of aan de pc zelf,
zoals de netwerkadapter of een configuratiefout. Via een paar eenvoudige tests
vanaf de opdrachtregel krijg je snel nuttige informatie. Druk op
Windows-toets+R, tik cmd in en bevestig met OK. Je komt nu op de
opdrachtregel terecht, waar je het commando ipconfig intikt en met Enter
bevestigt. Noteer het IP-adres dat je afleest achter Standaardgateway bij
het onderdeel Ethernet-adapter voor LAN-verbinding. Dat is het IP-adres
van je router. Vervolgens voer je het commando ping uit met dat IP-adres
als parameter, bijvoorbeeld ping
192.168.0.254.
Ping is een superhandig commando om snel de connectiviteit te checken.
Tip 05: Router en modem
Met het ping-commando ga je na of je router nog wel via het
netwerk bereikbaar is vanaf je pc. Krijg je time-outs, dan is je router langs
deze weg blijkbaar langere tijd niet te benaderen. Dit scenario onderzoeken we
verder vanaf tip 7.
We gaan er echter eerst van uit dat je (viermaal)
antwoord krijgt van je router en dat betekent dat de verbinding tussen je pc en
de router in ieder geval in orde is. Om na te gaan of ook de verbinding tussen
je router en het internet in orde is, ga je alweer naar de opdrachtregel en voer
je het commando ping www.tipsentrucs.nl uit
(of een ander webadres dat normaal gesproken op pings reageert). Krijg je
respons, dan kan de router blijkbaar toch met het internet verbinden. Wellicht
heeft je probleem dan met een beveiligingstool (firewall of antivirus) te maken
(zie ook kader 'Firewall').
Levert het commando een foutbericht op en
krijg je ook bij de opdracht ping 8.8.8.8 - dit is het IP-adres van een
Google-server - een foutbericht te zien, controleer dan eerst de
(ethernet)bekabeling tussen je router en de modem, althans wanneer het om twee
afzonderlijke apparaten gaat. Blijkt die in orde, herstart dan even je modem en
ga na of de leds oplichten zoals dat hoort. Raadpleeg desnoods de handleiding
van de modem. Wijzen de leds van de modem op problemen of heb je twijfels, neem
dan even contact op met de helpdesk van je provider.
Het kan echter ook aan je router liggen. Het gebeurt namelijk wel vaker dat met name
goedkopere thuisrouters warm worden en vastlopen. Herstart het apparaat
dan.
Het herstarten van je modem of router kan soms wonderen doen.
Firewall
Wanneer je je netwerkverbindingen
aan het troubleshooten bent, dan is het heel goed mogelijk dat een firewall of
een andere beveiligingstool, zoals antivirus of ouderlijk toezicht, in de weg
zit. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat je naar een ander apparaat in je netwerk
pingt (zie tip 7), maar dat de firewall op dat (of op jouw) apparaat zo'n
ping-verzoek simpelweg blokkeert. Slaag je er niet in die ongewenste blokkade
ongedaan te maken (door de configuratie van je firewall of beveiligingstool aan
te passen), dan kun je zo'n tool het best tijdelijk (!)
uitschakelen.
Voor de Windows Firewall doe je dat vanuit het Windows
Configuratiescherm, waar je Weergeven op Kleine pictogrammen kiest
en Windows Firewall selecteert. Vervolgens klik je op Windows Firewall
in- of uitschakelen en vink je Windows Firewall uitschakelen
aan.
Een firewall kan je troubleshooting-sessie soms in het honderd laten lopen.
Tip 06: DNS-check
Lukt het niet met ping www.tipsentrucs.nl, maar
wel met ping 8.8.8.8, dan heb je te maken met een DNS-probleem. DNS staat
voor domain name system en zorgt ervoor dat webadressen netjes worden omgezet in
de bijbehorende IP-adressen, wat nodig is om een verbinding te kunnen opzetten.
Je dient in dit geval dus je DNS-instellingen te controleren. Hiervoor klik je
het netwerkpictogram in het Windows-systeemvak met de rechtermuisknop aan en
kies je Netwerkcentrum openen.
Vervolgens klik je op
Adapterinstellingen wijzigen en selecteer je je (actieve) LAN-verbinding.
Klik die met de rechtermuisknop aan en kies Eigenschappen. Selecteer
Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en druk op de knop
Eigenschappen. De kans is groot dat zowel Automatisch een
IP-adres laten toewijzen als Automatisch een DNS-serveradres laten
toewijzen staat ingevuld. In dat geval moet je de DNS-instellingen op het
niveau van je router controleren (zie kader 'Router'). Staat de optie Het
volgende IP-adres gebruiken aangevinkt en zijn de drie bovenste velden
ingevuld, dan geef je in dit venster zelf ook de gewenste DNS-servers op. Vink
De volgende DNS-serveradressen gebruiken aan en vul in de onderste twee
velden respectievelijk 8.8.8.8 en 8.8.4.4 in (de DNS-servers van
Google). Stonden hier al adressen ingevuld, noteer die dan en ga na of het
probleem is opgelost als je ze vervangt door die van Google.
Wel pingen naar een IP-adres, maar niet naar een webadres? DNS-probleem!
Router
Je router kun je zien als het tussenstation tussen je eigen netwerk en het internet. Daar mag dus weinig fout
lopen. In tip 4 hebben we gezien hoe je het IP-adres van je router achterhaalt.
Om de configuratie van je router te controleren start je je browser op en vul je
dat adres in de adresbalk in. Na je aanmelding kun je de configuratie dan
controleren en eventueel aanpassen. Controleer vooral de instellingen voor de
internetverbinding (vraag desnoods aan je provider wat je hier hoort in te
vullen) evenals die van het lokale netwerk. Hier vind je namelijk doorgaans de
DHCP-server terug, die vrije IP-adressen aan de apparaten binnen je netwerk
toewijst, en de DNS-adressen. Gewoonlijk vul je bij deze laatste de DNS-servers
van je provider in, maar dat kunnen dus ook andere zijn, zoals die van
Google.
En wat het draadloze gedeelte van je router betreft: controleer
of je de gewenste beveiligingsmodus en sleutel (wachtwoord) hebt ingevuld en of
er niet onbedoeld een MAC-filter actief is. Deze laatste maakt het namelijk
mogelijk alleen apparaten met een bepaald MAC-adres toe te laten. Op Windows kom
je dat MAC-adres te weten door op de opdrachtregel ipconfig /all uit te
voeren en bij Fysiek adres van je draadloze netwerkadapter te kijken.
Hier configureer je de DHCP-server en geef je aan welke DNS-servers je wilt gebruiken.
Tip 07: Netwerkadapter
Kun je niet pingen naar je router (zie tips 4 en 5), dan zijn er verschillende
mogelijke oorzaken. Controleer eerst de kabelverbinding tussen je pc en de
router; eventueel zit hier ook nog een switch tussen. Blijkt de bekabeling in
orde, herstart de router (en switch) dan even en probeer het daarna opnieuw.
Lost dat het probleem niet op, controleer dan of je naar een andere pc binnen je
netwerk kunt pingen (ping ). Het IP-adres van die andere pc kom je te
weten door ook op dat apparaat het ipconfig-commando uit te voeren; je
leest het dan af bij IPv4-adres.
Lukt dat evenmin, ga dan op de probleem-pc na of de netwerkadapter wel is ingeschakeld.
Is dat niet zo, dan moet je normaliter een rood kruis over het netwerkpictogram zien. Klik dit
pictogram dan met de rechtermuisknop aan, kies Netwerkcentrum openen en
Adapterinstellingen wijzigen. Staat er uitgeschakeld bij je
LAN-verbinding, klik die met de rechtermuisknop aan en kies Inschakelen.
Je netwerkadapter moet natuurlijk wel zijn ingeschakeld.
Tip 08: Netwerkconfiguratie (1)
Is je netwerkadapter ingeschakeld, maar kun je nog steeds niet je netwerk (en het
internet) op, dan ligt het vermoedelijk aan een foutieve netwerkconfiguratie. De
kans is ook groot dat je in dit geval een geel uitroepteken boven het
netwerkpictogram ziet verschijnen. Voer dan opnieuw het ipconfig-commando
uit en controleer het IPv4-adres dat bij je LAN-verbinding staat vermeld.
Normaliter zou dit adres moeten beginnen met 192.168. of eventueel met
10. Is dat niet het geval en begint het adres bijvoorbeeld met 0.
of 169.254., dan zit er inderdaad iets fout. Laat dit opdrachtvenster dan
geopend en roep het IPv4-eigenschappenvenster van je netwerkadapter op (zie tip
6).
Is hier Automatisch een IP-adres laten toewijzen aangevinkt?
Dat betekent dat je router ervoor moet zorgen dat je pc een correct, dynamisch
IP-adres krijgt toegewezen (via de DHCP-service). Blijkbaar is die toewijzing
dan toch even fout gelopen. Mogelijk krijg je dit weer goed door de volgende
commando's op volgorde uit te voeren in het opdrachtvenster: ipconfig
/release, ipconfig /renew, ipconfig. Als het goed is, krijgt
je netwerkadapter nu wél een geldig IP-adres toegewezen. Toch niet? Dan ligt het
probleem vrijwel zeker bij je router.
Dit adres geeft wellicht aan dat er een probleem met de DHCP-service is.
Tip 09: Netwerkconfiguratie (2)
Staat in het IPv4-eigenschappenvenster de optie Automatisch
een IP-adres laten toewijzen niet aangevinkt (en zijn de velden dus
ingevuld)? Dat betekent dat je pc met een vast, statisch IP-adres werkt. Op zich
is daar niets mis mee, maar dan moet je er wel zeker van zijn dat geen enkel
ander apparaat binnen je netwerk over dat IP-adres beschikt. Zo'n vast IP-adres
zul je bijvoorbeeld aan een netwerkprinter, NAS
en server willen geven. Je moet er bovendien voor zorgen dat zo'n IP-adres
'compatibel' is met dat van je router/standaardgateway (zie tip 4). Is het
routeradres bijvoorbeeld 192.168.0.254, dan horen je apparaten een IP-adres te
krijgen waarbij alleen het laatste cijfer varieert, zoals 192.168.0.10,
192.168.0.150 enzovoort (tussen 1 en 254). In het veld Subnetmasker vul
je (normaal gesproken) 255.255.255.0 in. Bij Standaardgateway voer je het
IP-adres van je router in. Bij De volgende DNS-serveradresssen gebruiken
vul je de DNS-servers van je provider in, of bijvoorbeeld die van Google (zie
ook tip 6).
Tip 10: Netwerkstack
Slaag je er nog
altijd niet in om een netwerkverbinding te maken vanaf je pc, dan zou het wel
eens kunnen liggen aan een corrupte TCP/IP-stack; dat zijn de protocollen die je
systeem gebruikt om netwerkconnecties op te zetten. Zo'n probleem kan
bijvoorbeeld optreden wanneer je met externe tools malware of adware hebt
verwijderd. Krijg je je netwerkverbinding op geen andere manier aan de praat, ga
dan naar Alle programma's / Bureau-accessoires, klik
Opdrachtprompt met de rechtermuisknop aan en kies Als
administrator uitvoeren (Windows 7). In Windows 8 klik je de startknop
met de rechtermuisknop aan en kies je Opdrachtprompt (Administrator). Op
de opdrachtprompt voer je dan de twee volgende commando's uit: netsh winsock
reset catalog en netsh int ip reset reset.log, waarna je de pc
herstart.
Desnoods de grove middelen: een herinitialisatie van de TCP/IP-stack.
Tip 11: Geen wifi
Je wilt met je laptop een
draadloze netwerkverbinding opzetten, maar je slaagt hier niet in. Bovendien is
er een geel uitroepteken op je netwerkpictogram verschenen en krijg je hier iets
als Beperkte verbinding te zien. Ook dit probleem kan diverse oorzaken
hebben. Ga eerst de TCP/IPv4-eigenschappen van je draadloze adapter na en
controleer of het toewijzen van adressen correct is verlopen. Deze procedure
hebben we in tip 8 beschreven.
Het kan ook gebeuren dat de netwerksleutel
of beveiligingsmodus om een of andere reden niet (meer) overeenkomt met wat je
op de router hebt ingegeven. Weet je zeker dat dit laatste zeker correct is, dan
kan het helpen de draadloze verbinding te verbreken en opnieuw te maken. Klik
het netwerkpictogram met de linkermuisknop aan en klik op de problematische
wifi-verbinding. Druk op de knop Verbinding verbreken en vervolgens op
Verbinding maken, waarna je de netwerksleutel opnieuw ingeeft. Lukt dit
niet, dan kun je het best even kijken naar de router.
Tip 12:
Onbetrouwbare wifi (1)
Heb je af en toe wel een draadloze verbinding,
maar valt die geregeld weg, dan moet je het elders zoeken. De kans is in elk
geval groot dat een of andere stoorzender je parten speelt. In zo'n geval kan de
gratis tool WirelessNetView of LinSSID (Voor Linux)
je helpen. Zodra je deze tool opstart, brengt deze de gedetecteerde draadloze
netwerken in beeld. Je krijgt onder meer de SSID (netwerknaam),
Authentication (beveiligingsmodus), RSSI (indicator van
signaalsterkte) en Channel Number (kanaalnummer) van elk netwerk te zien.
Is de signaalsterkte bijvoorbeeld rond -40, dan is dat uitstekend, maar vanaf
circa -70 wordt dat al heel wat minder. Wellicht ben je dan te ver verwijderd
van je draadloze router/accesspoint of bevinden er zich obstakels op het pad,
zoals een dikke muur.
WirelessNetView brengt de naburige draadloze netwerken in beeld.
LinSSID brengt de naburige draadloze netwerken in beeld.
Tip 13: Onbetrouwbare wifi (2)
Het kan ook gebeuren dat je eigen draadloze netwerk 'concurrentie' ondervindt van dat
van je buren, met name wanneer je (binnen een 2,4GHz-netwerk) op een kanaal
opereert dat te dicht bij dat van naburige netwerken ligt. Probeer het dan door
op je router een ander kanaal in te stellen, dat het liefst minimaal 3 nummers
verwijderd is van dat van een naburig netwerk. Gebruikt je buurman bijvoorbeeld
kanaal 6, dan kun jij 1 of 11 instellen op je draadloze
router/accesspoint.
En heb je al eerder met een ander draadloos netwerk
een verbinding gemaakt en bevindt dat netwerk zich in de buurt, dan kan het
gebeuren dat Windows voortdurend heen een weer schakelt tussen beide netwerken,
wat een instabiele verbinding oplevert. Dat los je als volgt op. Ga naar het
Netwerkcentrum en kies Draadloze netwerken beheren. Klik je
draadloze netwerk met de rechtermuisknop aan, kies Eigenschappen en
verwijder het vinkje bij Verbinding met een beschikbaar voorkeurnetwerk
maken. Bevestig met OK.